Het doel van de cultuurraad is het verlenen van adviezen aan het gemeentebestuur over cultuurbeleid en culturele zaken (straatnamen, subsidiereglement, gebruik infrastructuur, projecten, gezamenlijke events, …).
De hervorming van 2018 wordt opnieuw bestendigd waarbij de cultuurraad bestaat uit:
Dagelijks bestuur van de cultuurraad: taak om de cultuurraad voor te bereiden en de werking ervan mogelijk te maken (beheer financiële middelen, beheer van post en communicatie). Zij hebben de taak om de keuzes en adviezen van de cultuurraad op te volgen.
Komt om de 6 weken samen ter voorbereiding van de cultuurraad.
Zetelen: Voorzitter, ondervoorzitter, penningmeester, secretaris, aangevuld met leden van de cultuurraad. De vergadering vindt plaats met een minimale aanwezigheid van 3 leden van de cultuurraad, onder leiding van de voorzitter of ondervoorzitter.
Cultuurraad: adviesraad met bijeenkomsten van 5 à 6 keer per jaar samengesteld uit:
Er is nog de mogelijkheid dat een afvaardiging van de jeugdraad en het armoedeplatform later aansluiten.
Niet-stemgerechtigde leden: schepen voor cultuur, cultuurambtenaar
De cultuurraad behoudt zich het recht voor om later personen binnen de raad te coöpteren als deze een meerwaarde hebben voor de werking van de raad.
Binnen de cultuurraad (aangevuld met geïnteresseerden uit cultuurnetwerk) kunnen werkgroepen opgericht worden, bv. over subsidiereglement, bestendig gebruik, cultuurbeleid, Feest van de Vlaamse Gemeenschap, samenwerkingsevenementen, …
Cultuurnetwerk: bijeenkomst van 2 à 3 keer per jaar van alle erkende culturele verenigingen en culturele organisaties in Beerse. Doel: netwerking en informatie-uitwisseling.
De leden van de cultuurraad creëerden ook voor hun werking een kader met volgende missie:
De Cultuurraad van Beerse geeft advies, zorgt voor inspraak en informatie over cultuurbeleving in onze gemeente. Zij bedient hierbij verschillende doelgroepen: gemeentebestuur, cultuurmakers, gemeentediensten en inwoners. Ze zorgt voor tweerichtingsverkeer tussen bestuur en het werkveld cultuur. Ze zorgt voor inspiratie bij het opstellen van beleidsdoelstellingen over cultuurbeleving in onze gemeente. De cultuurraad vertaalt beleidsdoelstellingen in concrete projecten en maatregelen. Voor de uitvoering daarvan zoekt ze de juiste partners. Voor de gemeentediensten is de cultuurraad een klankbord om dienstverlening en reglementen af te toetsen.
De cultuurraad ondersteunt de verenigingen en individuen binnen de cultuursector. Ze stimuleert samenwerking tussen verschillende partners. Ze vraagt en geeft informatie en advies van en aan betrokkenen. De cultuurraad verdedigt de belangen van cultuurmakers.
De cultuurraad promoot cultuurbeleving bij de inwoners en werkt mee aan het verlagen van deelnamedrempels.
De statuten van de cultuurraad worden aangepast aan de gewijzigde samenstelling en de actuele werking en omgevormd tot een huishoudelijk reglement.
Mevrouw Lili Jansen, schepen Vaart, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Cultuurpactwet van 16 juli 1973, waarbij de gemeentebesturen een beroep moeten doen op bestaande of op te richten organen en structuren met het oog op inspraak en advies van de gebruiksgroeperingen en de ideologische en filosofische strekkingen bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid.
De bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 4.
Het decreet lokaal Bestuur van 22 december 2017, waarbij de adviesorganen ook de basisprincipes uit het decreet moeten respecteren.
Het hernieuwde Decreet Lokaal Cultuurbeleid van 12 januari 2024, waarin de artikels over de “organisatie van het overleg en de advisering van het gemeentelijk cultuurbeleid” uit het Decreet Lokaal Cultuurbeleid van 6 juli 2012 niet zijn opgeheven:
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het huishoudelijk reglement van de cultuurraad als volgt:
Hoofdstuk 1: Dagelijks bestuur van de cultuurraad
Artikel 1: Omwille van een vlotte dagelijkse werking heeft de cultuurraad een dagelijks bestuur.
Artikel 2: Het dagelijks bestuur bestaat minstens uit 3 leden van de cultuurraad waarvan de voorzitter of ondervoorzitter deel uitmaakt.
Artikel 3: Het dagelijks bestuur:
Artikel 4: Het beknopt verslag van de vergaderingen van het dagelijks bestuur wordt aan alle leden van de cultuurraad bezorgd. De oproepingsbrief met de dagorde van de volgende vergadering wordt minstens vijf dagen op voorhand verstuurd naar alle leden van de cultuurraad.
Hoofdstuk 2: cultuurraad
Artikel 5: De gemeentelijke cultuurraad (verder “cultuurraad” genoemd) wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan voor cultuurbeleid, volgens de nadere voorwaarden bepaald in dit gemeenteraadsbesluit.
Artikel 6: De cultuurraad zal advies geven en inspraak organiseren in het gemeentelijk cultuurbeleid, vertaalt de beleidsdoelstellingen in concrete uit te voeren projecten, ondersteunt en verdedigt de belangen van de cultuurmakers uit Beerse, promoot cultuurbeleving bij onze inwoners en doet inspanningen om de deelnamedrempels voor cultuurbeleving te verlagen.
Artikel 7: De cultuurraad wordt eenmaal per legislatuur van de gemeenteraad samengesteld, volgens volgende procedure:
Artikel 8: Een afgevaardigde of hun plaatsvervanger(s) worden in volle vrijheid aangeduid door de betrokken erkende verenigingen uit het cultuurnetwerk en moeten voldoen aan volgende voorwaarden:
a) Actief betrokken zijn bij de werking van minstens een erkende vereniging waardoor ze zijn afgevaardigd;
b) Bereid zijn zich actief te engageren om de doelstellingen van de cultuurraad te realiseren;
c) In de mate van het mogelijke alle erkende verenigingen van de groep van erkende verenigingen te vertegenwoordigen;
d) Geen politiek mandaat bekleden
Artikel 9: Aan het mandaat van een afgevaardigde/plaatsvervanger komt een einde door:
a) het ontslag uit de cultuurraad of uit de erkende vereniging die men vertegenwoordigt;
b) de intrekking van de vertegenwoordigingsopdracht door een meerderheid van de erkende verenigingen binnen de groep die men vertegenwoordigt;
c) overlijden of rechtsonbekwaamheid;
d) de intrekking van de erkenning door het gemeentebestuur omdat de vereniging niet meer beantwoordt aan de gestelde criteria van het erkenningsreglement;
e) als betrokken afgevaardigde/plaatsvervanger niet meer voldoet aan de hogervermelde voorwaarden onder artikel 8.
Wanneer aan het mandaat van een afgevaardigde van een groep van erkende verenigingen een einde komt, kan er voor de te vervangen afgevaardigde gezocht worden naar een volwaardig plaatsvervanger binnen het cultuurnetwerk. Hierbij streven we naar een brede vertegenwoordiging in de cultuurraad.
Artikel 10: De kandidaat-deskundigen moeten voldoen aan volgende voorwaarden:
a) Vanuit werkervaring en/of engagement in de culturele sector een bepaalde deskundigheid bezitten;
b) Zich bereid verklaren zich actief te engageren om de doelstellingen van de cultuurraad te realiseren;
d) Geen politiek mandaat bekleden;
e) Woonachtig zijn of een betrokkenheid hebben in de gemeente Beerse.
Artikel 11: Aan het lidmaatschap van een deskundige komt een einde door:
a) het ontslag uit de cultuurraad;
b) overlijden of rechtsonbekwaamheid;
c) niet meer te voldoen aan de gestelde criteria onder artikel 10;
Artikel 12: De cultuurraad wordt samengesteld met stemgerechtigde leden en waarnemers.
De stemgerechtigde leden zijn de verkozen kandidaten. Het liefst weerspiegelen deze afgevaardigden de verhoudingen tussen de verschillende soorten deelnemers van het cultuurnetwerk.
De waarnemers, die lid zijn omwille van hun functie, zijn:
a) de schepen bevoegd voor cultuur;
b) de medewerker aangeduid door de gemeente ter ondersteuning van de cultuurraad;
c) de diensthoofden van de gemeentelijke culturele instellingen (bibliotheek, cultuurdienst,…)
De cultuurraad kan beroep doen op externe deskundigen in het kader van de adviesverlening indien men dit relevant vindt.
Artikel 13: Alle stemgerechtigde leden:
a) Onderschrijven de missie en doelstellingen van de cultuurraad en verbinden zich er toe om actief mee te werken aan de realisering ervan;
b) Wonen de vergaderingen van de cultuurraad bij. Indien dit onmogelijk is, is het lid gebonden zich uitdrukkelijk te verontschuldigen.
c) Hebben spreek- en stemrecht op alle vergaderingen van de cultuurraad en de werkgroepen waar het lid deel van uitmaakt;
d) Hebben inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt aan de cultuurraad.
Artikel 14: Binnen de cultuurraad worden volgende functies aangeduid: een voorzitter, een ondervoorzitter, een secretaris en een penningmeester.
De voorzitter roept de leden van de vergadering(en) bij elkaar en zit de vergaderingen voor. In diens rol beslist de voorzitter wanneer geen duidelijke meerderheid gevonden wordt voor het ene of andere advies.
De ondervoorzitter vervangt de voorzitter en neemt diens verantwoordelijkheden op bij afwezigheid van de voorzitter.
De secretaris is verantwoordelijk voor het administratief werk van de cultuurraad, in afspraak met de gemeentelijke ambtenaar die door het college van burgemeester en schepenen ter beschikking wordt gesteld van de cultuurraad.
De penningmeester zorgt voor de bewaring van de gelden van de cultuurraad op een bankrekening, die mede gecontroleerd wordt door een aangesteld lid van de cultuurraad en de gemeentelijk ambtenaar, die in opdracht van het dagelijks bestuur (zie artikel 30) gebruikt wordt. De penningmeester alsook het tweede aangestelde lid hebben volmacht op de rekening. De gemeentelijke ambtenaar heeft toezicht. De penningmeester voert een transparant beleid waarbij hij/zij doorheen het jaar en op vraag van de cultuurraad gegevens voorlegt. Jaarlijks brengt de penningmeester een financieel verslag uit aan de cultuurraad.
Artikel 15: De cultuurraad komt minstens vijfmaal per jaar samen. De vergaderingen van de cultuurraad worden voorgezeten door de voorzitter, of bij diens afwezigheid door de ondervoorzitter. Is die ook afwezig, wordt de vergadering voorgezeten door de secretaris of penningmeester.
De uitnodiging wordt minstens acht dagen voor de bijeenkomst verstuurd per mail naar de stemgerechtigde leden en naar de waarnemers. De agenda wordt bij de uitnodiging gevoegd.
De cultuurraad bepaalt tijdens zijn bijeenkomst de voorlopige datum voor de volgende vergadering en haar voorlopige agenda. De definitieve agenda wordt samengesteld door het dagelijks bestuur (zie artikel 3). Op de agenda moet elk voorstel worden ingeschreven dat minstens één maand voor de vergadering schriftelijk door een lid werd ingediend bij de voorzitter.
Enkel onderwerpen die op de agenda staan kunnen geldig worden besproken en afgehandeld. Wanneer twee derde van de aanwezige stemgerechtigde leden akkoord gaan, kan een punt geldig worden toegevoegd aan de agenda. Dit punt wordt dan door de aanbrenger vooraf grondig uitgewerkt en op de vergadering toegelicht.
Als een bepaald punt niet (volledig) kan afgehandeld worden, wordt het automatisch geplaatst op de agenda van de volgende bijeenkomst en dan bij prioriteit behandeld.
Artikel 16: De agenda en vergaderdatum en -plaats worden bekendgemaakt via de gemeentelijke website. Alle inwoners van de gemeente hebben spreekrecht op de vergaderingen van de cultuurraad. Het stemrecht blijft nochtans voorbehouden aan de stemgerechtigde leden.
Artikel 17: Van elke zitting van de cultuurraad wordt een verslag opgesteld. De besluiten en gemotiveerde adviezen van de cultuurraad worden binnen de vastgestelde termijn en volgens de voorgeschreven procedure overgemaakt aan de desbetreffende instanties.
Op vraag van een stemgerechtigd lid kan een minderheidsnota aan de adviezen worden toegevoegd. Minderheidsnota’s maken een onafscheidelijk deel uit van de adviezen.
Elke inwoner van de gemeente kan inzage krijgen in de verslagen en de documenten van de cultuurraad via de ambtenaar door de gemeente aangeduid ter ondersteuning van de cultuurraad.
Artikel 18: De cultuurraad kan in zijn midden werkgroepen per groep van erkende verenigingen, per beleidsthema of per territoriale geleding oprichten, voor het onderzoek van bepaalde aspecten van het cultuurbeleid.
De waarnemers kunnen op de vergaderingen van deze werkgroepen uitgenodigd worden.
Externe deskundigen kunnen gehoord worden in het kader van de adviesverlening over een specifiek onderwerp.
De werkgroepen vergaderen afzonderlijk om te beraadslagen over problemen eigen aan de hen toegewezen opdracht. Zij brengen verslag uit op de cultuurraad. Daar wordt het definitieve advies geformuleerd en ondertekend door voorzitter en secretaris. Zij geven dit door aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 19: De cultuurraad wordt actief betrokken bij het proces van opmaak en uitvoering van het strategisch meerjarenplan. Hierbij leeft de wens om enerzijds vroegtijdig te mogen mee nadenken over processen die een impact hebben op cultuur, anderzijds gedurende het proces een partner te zijn in het uitwerken en uitvoeren van concrete dossiers.
Verder beslist de cultuurraad over alle belangrijke aangelegenheden, die de goede werking van de cultuurraad mogelijk maken. De cultuurraad spreekt zich uit over de rekeningen van de raad van het afgelopen boekjaar, legt het budget voor het volgende jaar vast en aanvaardt het jaarlijkse werkingsverslag. Verder behoren tot de bevoegdheid van de cultuurraad de aanstelling van de stemgerechtigde leden van het dagelijks bestuur en het aanvaarden van de ontslagname van een dagelijks bestuurslid. De namen van de dagelijks bestuursleden verbonden aan de functies van voorzitter, ondervoorzitter, secretaris, penningmeester en van de zetelende bestuursleden zonder functie
worden bij besluit van de cultuurraad meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad.
Alle beslissingen worden met een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden genomen.
Artikel 20: De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen de cultuurraad betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleid.
De cultuurraad zal bijgevolg in het kader van de beleidsvoorbereiding en evaluatie om advies gevraagd worden over alle aangelegenheden, bedoeld in artikel 4, 1° tot en met 17° (2014) en artikel 6, 7° (2018) van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 de hervorming van de instellingen, zoals in dit huishoudelijk reglement zijn opgenomen in artikel 31. Lokaal maken we de uitzondering op 7° (jeugdbeleid) en 9° (sport), voor zover het geen impact heeft op het cultuurbeleid en voor zover de gepaste adviesraden blijven bestaan. De cultuurraad zal ook om advies worden gevraagd bij de opmaak en de uitvoering van het strategisch meerjarenplan.
Het gemeentebestuur moet geen advies vragen over de opmaak van de financiële nota, die toegevoegd wordt aan het meerjarenplan, maar geeft wel toelichting over het voorgestelde en goedgekeurde meerjarenplan met de financiële nota.
Daarnaast heeft de cultuurraad de mogelijkheid om over alle hierboven genoemde aangelegenheden en over alle andere beleidsdossiers, waarvan de raad vindt dat er culturele belangen in het geding zijn, advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 21: Om de adviesfunctie van de cultuurraad mogelijk te maken zal het college van burgemeester en schepenen aan de cultuurraad de agenda van de gemeenteraad bezorgen.
De schepen bevoegd voor cultuur geeft aan de cultuurraad de agendapunten van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen die te maken hebben met de beleidsmateries waarover de cultuurraad adviesbevoegdheid heeft.
Artikel 22: Wanneer het gemeentebestuur de cultuurraad om advies vraagt, zal zij bij de adviesvraag de nodige informatie voegen. Ook hebben de leden van de cultuurraad het recht om inzage te krijgen in alle documenten en dossiers die betrekking hebben op het dossier, tenzij er wettelijke bezwaren zijn. Dit inzagerecht kan uitgeoefend worden via de gemeentelijke ambtenaar die toegewezen wordt aan de adviesraad of via de algemeen directeur.
Wanneer de cultuurraad op eigen initiatief een advies wenst uit te brengen, kan de cultuurraad steeds informatie opvragen via het college van burgemeester en schepenen. Deze vraag kan leiden tot een intern gesprek of de gevraagde informatie wordt via de algemeen directeur ter beschikking gesteld, tenzij er wettelijke bezwaren zijn.
De schriftelijke verzoeken om informatie vanwege de cultuurraad zullen binnen de twintig dagen beantwoord worden door de gevraagde informatie ter beschikking te stellen, ofwel door de wettelijke bezwaren tegen de informatieverstrekking mee te delen.
Artikel 23: Het gemeentebestuur zal de vragen om advies steeds schriftelijk stellen, met:
Het gemeentebestuur zal de cultuurraad minimaal een termijn van zes weken geven, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de adviesvraag door de cultuurraad. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoge dringendheid, kan het gemeentebestuur deze termijn gemotiveerd inkorten. In onderlinge afspraak tussen cultuurraad en gemeentebestuur kan de termijn ook verlengd worden. De maanden juli en augustus worden bij het berekenen van de termijn buiten beschouwing gelaten.
Artikel 24: De cultuurraad zal de adviezen die men uitbrengt steeds schriftelijk bezorgen aan het gemeentebestuur en in de adviezen melding maken van:
De tekst van de adviezen maakt steeds deel uit van het desbetreffende dossier dat wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad of de hogere overheid. Een tekst van de adviezen wordt ook bezorgd aan de fractieleiders van de gemeenteraad.
Indien de cultuurraad geen advies uitbrengt binnen de afgesproken termijn mag het advies als gunstig worden beschouwd.
Artikel 25: Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van zes weken te rekenen vanaf de datum dat het advies bij het gemeentebestuur toekwam, een schriftelijk gemotiveerd antwoord op het advies bezorgen aan de cultuurraad. Het gemeentebestuur volgt verplicht het advies van de cultuurraad, tenzij een grondige motivering dwingt tot andere maatregelen. Indien de verdere behandeling van het dossier langere tijd vraagt, zal het gemeentebestuur binnen de zes weken een antwoord bezorgen met melding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de opgave van de datum dat een definitief antwoord aan de cultuurraad zal bezorgd worden. De maanden juli en augustus worden bij het berekenen van de termijn buiten beschouwing gelaten.
Artikel 26: Het gemeentebestuur zal de cultuurraad ondersteunen door:
Hoofdstuk 3: cultuurnetwerk
Artikel 27: Erkende verenigingen in de sector cultuur, zoals bepaald in het reglement voor het erkennen van verenigingen, goedgekeurd door de gemeenteraad, worden opgenomen in het cultuurnetwerk (verder ook gewoon netwerk genoemd).
Dit netwerk is een forum voor informatieoverdracht vanuit het gemeentebestuur of de gemeentelijke diensten naar de verenigingen en/of omgekeerd en het stimuleert netwerking van de verenigingen tot onderlinge informatie-uitwisseling of samenwerking. Dit netwerk komt 2 tot 3 maal per jaar samen.
Artikel 28: Elke culturele vereniging wordt uitgenodigd voor de bijeenkomsten van het netwerk. De uitnodiging wordt bezorgd aan alle contactpersonen van de vereniging. De vereniging is zelf vrij een afvaardiging te kiezen.
Artikel 29: Elke groep van verenigingen en organisaties kan een eigen netwerkwerking voorzien om de gemeenschappelijke behoeften van de deelnemende verenigingen binnen de groep in kaart te brengen.
Artikel 30: Het gemeentebestuur, de gemeentelijke diensten en de cultuurraad (zie artikel 5 tot 26) zullen deze werking maximaal ondersteunen en de nodige inspanningen doen om deze met middelen afgestemd op de groep te ondersteunen.
Hoofdstuk 4 aangelegenheden
Artikel 31: De materie waarvoor de cultuurraad bevoegd is, is opgenomen in artikel 4, 1° tot en met 17° (2014) van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen.
De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 127, § 1, 1° van de Grondwet zijn:
1° De bescherming en de luister van de taal;
2° De aanmoediging van de vorming van navorsers;
3° De schone kunsten;
4° Het cultureel patrimonium, de musea en de andere wetenschappelijk-culturele instellingen (met uitzondering van de monumenten en landschappen;)
5° De bibliotheken, discotheken en soortgelijke diensten;
6° de inhoudelijke en technische aspecten van de audiovisuele en de auditieve mediadiensten met uitzondering van het uitzenden van mededelingen van de federale regering;
6° bis De hulp aan de geschreven pers;
7° Het jeugdbeleid;
8° De permanente opvoeding en de culturele animatie;
9° De lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven;
10° De vrijetijdsbesteding en het toerisme;
11° De voorschoolse vorming in de peutertuinen;
12° De post- en parascolaire vorming;
13° De artistieke vorming;
14° De intellectuele, morele en sociale vorming;
15° De sociale promotie;
16° De beroepsomscholing en -bijscholing, met uitzondering van de regeling van de tegemoetkoming in de uitgaven inherent aan de selectie, de beroepsopleiding en de nieuwe installatie van het personeel door een werkgever in dienst genomen met het oog op de oprichting van een onderneming, de uitbreiding of de overschakeling van zijn onderneming
17° De stelsels van alternerend leren, waarin een praktijkopleiding op de werkvloer op alternerende wijze wordt aangevuld met een opleiding in een onderwijs- of opleidingsinstelling.
Ook hierbij hoort artikel 6, 7° (2018) van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen:
7° De monumenten en de landschappen.
Alle voorgaande statuten en reglementen omtrent de werking van de cultuurraad worden opgeheven.