Het voorstel van aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Beerse.
Op basis van art. 257 §1 van het DLB zijn er 3 mogelijkheden om het krediet 2025 vast te stellen:
Mogelijkheid 1
De besturen stellen de beginkredieten voor 2025 nog in 2024 vast met een aanpassing van hun meerjarenplan vóór de installatie van de nieuwe raad.
Mogelijkheid 2
De besturen doen in 2024 nog een aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 voor de vaststelling van de beginkredieten 2025, maar stellen die uit tot na de installatie van de nieuwe raden.
Aangezien de aanpassing van het meerjarenplan niet tijdens de installatievergadering kan gebeuren, zullen de raden de kredieten in die situatie vaststellen in de 2e helft van december 2024. In die aanpassing kunnen de besturen ook de kredieten voor 2024 nog bijsturen.
Mogelijkheid 3
De besturen doen in 2024 geen aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 (meer) om de beginkredieten voor 2025 vast te stellen. In die situatie kunnen ze terugvallen op “automatisch vastgestelde kredieten” voor 2025.
Als de nieuwe bewindsploegen in december 2024 aantreden, moeten ze het beleid voor 2025 nog bepalen. In de praktijk zullen ze dat meestal niet voor eind 2024 kunnen uitdrukken in een aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. Als de zittende raad ook geen beginkredieten voor 2025 heeft vastgesteld, zou dat tot gevolg hebben dat de besturen begin 2025 niet over kredieten zouden beschikken om verbintenissen aan te gaan.
Omdat de besturen in die situatie vlot zouden kunnen blijven werken, bevat de regelgeving een terugvalpositie voor de kredieten voor het 1e jaar na de verkiezingen. Als de raden voor 1 januari 2025 nog geen beginkredieten voor 2025 hebben vastgesteld worden de kredieten op die datum automatisch (van rechtswege) vastgesteld op basis van de ramingen voor 2025 in de financiële nota van de meest recente aanpassing van het meerjarenplan:
In deze aanpassing van het meerjarenplan:
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 dient vastgesteld te worden door de raad van bestuur.
De heer Hans Woestenborghs, schepen AGB en financiën, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 242 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad van bestuur de aanpassingen van het meerjarenplan vaststelt en deze ter goedkeuring voorlegt aan de gemeenteraad.
Artikel 257, § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat minstens 1 keer per jaar het meerjarenplan wordt aangepast, waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Als voor 1 januari van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen de kredieten voor dat boekjaar nog niet werden vastgesteld, worden, in afwijking van het eerste lid, op die datum de kredieten voor dat boekjaar automatisch vastgesteld op basis van de ramingen voor dat boekjaar in de financiële nota van het meerjarenplan.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De raad van bestuur stelt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB vast zoals toegevoegd in bijlage.