Terug
Gepubliceerd op 26/01/2024

2024_GR_00047 - Pandenbeleid - Reglement heffing op tweede verblijven - Goedkeuring

Gemeenteraad
do 25/01/2024 - 20:00 Raadzaal Tempelhof
Datum beslissing: do 25/01/2024 - 20:40
Goedgekeurd
Dit besluit handelt over een Belastingreglement, type Kohierbelasting. Dit reglement treedt in werking op 25/01/2024 en eindigt op 31/12/2025
  • Bijkomende aanslagvoet: Nee

Samenstelling

Aanwezig

Freddy Smans, voorzitter; Joos De Meyer; Bart Craane, burgemeester; Isabelle Druyts, schepen; Hans Woestenborghs, schepen; Stefan Poortmans; Ingrid Van Genechten, schepen; Nancy Snels, schepen; Jan Van Dijck; Hans Luyckx; Linda Bosch; Dirk Proost; Ben Bols; Annemie Guns, voorzitter Bijzonder Comité Sociale Dienst; Indra Van Der Steen; Lili Jansen; Inge Blondeel; Bart Smans; Hanne Lenaerts; Marc Veulemans; Werner Embrechts; Michiel Dockx; Nelly Mols; Elle Verwaest

Afwezig

Patrick Otten

Verontschuldigd

Nancy Cruysberghs

Secretaris

Elle Verwaest

Voorzitter

Freddy Smans, voorzitter
2024_GR_00047 - Pandenbeleid - Reglement heffing op tweede verblijven - Goedkeuring 2024_GR_00047 - Pandenbeleid - Reglement heffing op tweede verblijven - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Het belastingreglement tweede verblijven goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 18 december 2014 kwam tot stand in een stadsregionaal kader waarbij de toenmalige reglementen in alle gemeenten van de stadsregio geëvalueerd en bijgestuurd werden. Vervolgens werd een voorstel uitgewerkt tot bijsturing van het belastingreglement tweede verblijven voor Beerse. De wijzigingen/toevoegingen hadden betrekking op:

  • een verdere differentiatie van de tarieven, namelijk een tarief voor een tweede verblijven gelegen in woongebied in de ruime zin (1000 euro), een tarief voor een tweede verblijf gelegen in gebied voor verblijfsrecreatie (300 euro) en een tarief voor tweede verblijven gelegen buiten de woongebieden en de gebieden voor verblijfsrecreatie (500 euro);
  • een bijsturing van het artikel over ambtshalve inkohiering. In dit geval zal de belasting stelselmatig verhoogd worden met 25 % van de verschuldigde belasting in het eerste jaar, bij herhaling 50 % in het tweede jaar en 100 % in het derde jaar. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. De gemeente beschikt hiervoor over een aanslagtermijn van 3 jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar.

De huidige wijziging heeft enkel betrekking op een verduidelijking van de de termijn van de aangifteplicht. Voor het overige zijn er geen inhoudelijke aanpassingen.

Argumentatie

Het is aangewezen om de bepaling inzake de aangifteplicht verder te verfijnen, dit is opgenomen in artikel 5.

De heer Hans Woestenborghs, schepen Financiën, geeft toelichting bij dit agendapunt.

Juridische grond

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

Pandenbeleid - Hernieuwing reglement heffing op tweede verblijven, goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019.

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0018

Regelgeving bevoegdheid

G - GR - Artikel 41 §1 14° van het decreet lokaal bestuur
<p>Artikel 41 &sect;1 14&deg; van het decreet lokaal bestuur: De gemeenteraad is bevoegd voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen</p>

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

Met ingang van heden en voor een termijn eindigend op 31 december 2025 wordt een gemeentebelasting geheven op de tweede verblijven.

Artikel 2: Begripsomschrijving

§1. Tweede verblijf

Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke woongelegenheid waarvan degene, die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid op 1 januari van het aanslagjaar niet ingeschreven is in de bevolkingsregister, vreemdelingenregister of het wachtregister en waarvoor deze persoon ook nog geen aanvraag tot inschrijving heeft ingediend, ongeacht het feit of het gaat om woningen, landhuizen, bungalows, appartementen, studio’s, studentenhuizen, (studenten)kamers, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets, met chalets gelijkgestelde caravans, en alle andere vaste woongelegenheden, maar die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan worden gebruikt.

§2. Als tweede verblijf wordt niet beschouwd:

a) tenten en woonaanhangwagens

b) verplaatsbare caravans, tenzij ze ten minste drie maanden van een jaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden

c) ziekenhuizen, vluchthuizen, woningen die gebruikt worden voor begeleid wonen

d) hotels, gastenkamers, vakantiewoningen, vakantielogies zoals bedoeld in het decreet van 5 februari 2016 en latere wijzigingen betreffende het toeristische logies, en dit op voorwaarde dat zij aangemeld werden bij of vergund werden door de dienst Toeristische Vergunningen

e) verblijven zoals bedoeld in het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende de verblijven en verenigingen die een werking uitoefenen in het kader van ‘Toerisme voor Allen’

f) de tijdelijk leegstaande woongelegenheid waarvan het bewijs wordt voorgelegd dat ze in de loop van het aan het aanslagjaar voorafgaande kalenderjaar als hoofdverblijfplaats werd aangewend blijkens de gegevens van het bevolkingsregister, vreemdelingeregister of wachtregister.

§3. Dit reglement is niet van toepassing op woningen die werden opgenomen op een inventaris of register in het kader van het gemeentelijk belastingreglement op gebouwen en/of woningen die beschouwd worden als leegstaand.

Artikel 3: Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die op 1 januari van het belastingjaar houder is van een van de hierna vermelde zakelijke rechten op het tweede verblijf:

- de volle eigendom

- het recht van opstal of van erfpacht

- het vruchtgebruik

Artikel 4: Tarieven

§1. De belasting wordt vastgesteld per tweede verblijf dat volgens het gewestplan Turnhout (K.B. 30/09/1977) gelegen is:

- in een woongebied in de ruime zin 1.000,00 euro

- in een gebied voor verblijfsrecreatie 300,00 euro

- buiten de woongebieden en de gebieden voor verblijfsrecreatie 500,00 euro

Indien een gebouw meerdere woongelegenheden bevat die als tweede verblijf kunnen beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per tweede verblijf. De belasting is ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop die persoon ophoudt houder van het zakelijk recht van het belaste goed te zijn.

§2. Belastingvermindering huisvesting seizoensarbeiders in agrarisch gebied

De belasting wordt verminderd tot 40 euro per tweede verblijf indien de houder van het zakelijk recht van het tweede verblijf een bewijs kan voorleggen dat het tweede verblijf gebruikt werd voor kortverblijf door seizoensarbeiders in de land- en tuinbouwsector op 1 januari van het aanslagjaar of gedurende het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Een seizoensarbeider is een gelegenheidsarbeider zoals vermeld in het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen van 12 juli 2013 en latere wijzigingen.

Deze vermindering kan enkel worden toegestaan indien het tweede verblijf dat door de seizoensarbeiders betrokken wordt, gelegen is in agrarisch gebied.

De houder van het zakelijk recht kan het bewijs van het gebruik leveren door het voorleggen van:

- een kopie van een loonfiche of een kopie van een Dimona-aangifte of een kopie van een gelegenheidsformulier (plukkaart);

- en een afschrift melding van aanwezigheid of een aankomstverklaring (enkel in geval van EU-vreemdelingen of niet-EU-vreemdelingen)

Indien een gebouw meerdere woongelegenheden bevat die als tweede verblijf kunnen beschouwd worden, is de belasting verschuldigd per tweede verblijf.

Artikel 5: Aangifteplicht

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Het belastingkohier wordt opgesteld door het college van burgemeester en schepenen op grond van de aangifte van de belastingplichtige. De belastingplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, moet worden ingediend bij het gemeentebestuur uiterlijk op 1 juli van het aanslagjaar. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 juli van het aanslagjaar aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens te bezorgen.

Artikel 6: Ambtshalve belasting

§1. Bij gebrek aan een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve in gekohierd volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige per aangetekend schrijven de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is, de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

§2. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 25 % van de verschuldigde belasting en in geval van herhaling het tweede jaar aan 50 % en het derde jaar aan 100 % van het verschuldigde bedrag. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. De gemeente beschikt hiervoor over een aanslagtermijn van 3 jaar vanaf 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 7: Algemene bepalingen

De vestiging en invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen terzake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

Artikel 8: Toezending toezichthoudende overheid

Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

Artikel 9: Opheffing

Het gemeenteraadsbesluit 'Pandenbeleid - Hernieuwing reglement heffing op tweede verblijven', goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, wordt opgeheven.