De raad neemt kennis van het verslag van de zitting van 30 november 2023.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan het verslag van de zitting van 30 november 2023.
Artikel 13 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad stelt dat de gemeenteraadsleden het recht hebben om aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schritelijke vragen te stellen.
Artikel 13 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad biedt de het publiek de gelegenheid tot het stellen van vragen aan de raadsleden na afhandeling van de agenda van de openbare zitting.
De gemeenteraad neemt kennis van volgende vragen vanuit het publiek:
Er werden geen vragen ontvangen vanuit het publiek.
In onze dynamische organisatie werken wij klantgericht en respectvol met mensen voor mensen. We werken samen aan dit doel vanuit vertrouwen & verantwoordelijkheid, vanuit verbinding en met véél goesting! Onze leidende principes zijn van toepassing zowel op medewerkers als op klanten.
Deze organisatievisie vertaalt zich in een organogram. Hierin nemen gemeente en OCMW de dienstverlening samen op. Hieruit zijn 4 grote blokken ontstaan:
Dit is een organisatie in beweging waarin onze formatie een belangrijk instrument is voor de invulling van ons organogram. Het is een levend document dat regelmatig wordt aangepast aan nieuwe noden, tendensen of keuzes.
We hebben de betrachting dat we één maal per jaar de personeelsnoden in kaart brengen samen met de opmaak van het jaaractieplan en aanpassing van het meerjarenplan. De formatiewijziging wordt mee voorgesteld naar aanleiding van de aanpassing meerjarenplan.
De vorige formatiewijziging dateert van 5 juni 2023.
De formatie werd besproken tijdens het BOC van 4 december 2023.
Het volledige overzicht van het personeelskader met de wijzigingen is als bijlage toegevoegd aan dit besluit.
Aanpassing functiebenamingen
Er is een wildgroei ontstaan aan functiebenamingen, wat voor verwarring zorgt. Daarom willen we deze, waar mogelijk, gelijk trekken over de ganse organisatie.
Bij de aanpassing volgden we deze redenering:
Opmaak organogram
Het organogram kreeg in zijn geheel een nieuwe lay-out en werd aangepast aan de realiteit, bijvoorbeeld bij de ondersteunende diensten: onthaal & communicatie, beleidsondersteuning (samenvoeging van secretariaat en organisatieontwikkeling), de verschuiving van de functie projectcoördinator naar beleidsondersteuning, verschuivingen binnen Vaart, de opdeling van Openbare werken in ‘Patrimonium’, ‘Groen en wegen’ en ‘Projectbureau’.
Aanpassing formatie
Op positief advies van het MAT en het college voorzien we een aantal toevoegingen/opschalingen in het organogram die nodig zijn om het werk uit te kunnen voeren en om deze functies ook op het juiste niveau te voorzien:
De heer Hans Woestenborghs, schepen Personeel en Organisatie, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 161 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het gezamenlijke organogram van de diensten vaststellen.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen van 20 januari 2023.
Artikel 3 van de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel, goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 juni 2009.
Het aangepaste organogram werd opgemaakt, besproken en bekrachtigd door het kernMAT.
Het kernMAT gaf op 27 september positief advies over de voorgestelde aanpassingen aan de formatie.
Aanpassingen / wijzigingen zoals aangeduid in de bijlage bij dit besluit worden aangepast in de formatie van de gemeente.
Elke organisatie is verplicht een up to date en met de sociale partners onderhandeld arbeidsreglement te hebben.
Het arbeidsreglement vormt samen met de Rechtspositieregelingen en de sociale wetgeving de basis van alle rechten en plichten binnen een lokaal bestuur.
Deze bijlages aan het arbeidsreglement kregen positief advies op het bijzonder onderhandelingscomité van 4 december 2023.
De heer Hans Woestenborghs, schepen Personeel en Organisatie, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Beslissing van de gemeenteraad van 26 januari 2023 over de goedkeuring van het arbeidsreglement voor lokaal bestuur Beerse.
Beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 11 september 2023 over de fietsleasepolicy en van 30 november 2023 over de aangepaste fietsleasepolicy.
Gunstig advies op 4 december 2023
De raad keurt de bijlages aan het arbeidsreglement goed, waarvan de tekst is toegevoegd als bijlage bij dit besluit:
Door de politieraad van de politiezone regio Turnhout werd in de zitting van 6 november 2023 de begroting goedgekeurd voor het dienstjaar 2024. De gemeentelijke dotaties zijn bijgevolg daar berekend. De gemeenteraad dient zijn goedkeuring te geven aan de gemeentelijke dotatiebedragen voor de gewone en buitengewone dienst van het begrotingsjaar 2024.
In deze begroting wordt de gemeentelijke dotatie van de gemeente Beerse aan de politiezone voor het dienstjaar 2024 bepaald op 2.863.829 euro (GD) en 261.062 euro (BD).
De dotatie aan de politiezone regio Turnhout is voorzien in het meerjarenplan, maar de gemeenteraad moet ze ook apart goedkeuren.
Burgemeester Bart Craane geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 40 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst bepaalt dat elke gemeenteraad van de zone de dotatie stemt die aan de politiezone wordt gestort.
Het koninklijk besluit van 16 november 2001 houdende vaststelling van de nadere regels inzake berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotatie in de schoot van een meergemeentenzone.
Verleent goedkeuring aan de door de gemeente Beerse aan de politie regio Turnhout verschuldigde dotatie voor het dienstjaar 2024:
De begroting 2024 van de Hulpverleningszone Taxandria werden goedgekeurd in de zoneraad van 25 oktober 2023. De gemeentelijke dotaties zijn bijgevolg daar berekend. De gemeenteraad dient zijn principiële goedkeuring te geven aan de gemeentelijke dotatiebedragen wat betreft de gewone en buitengewone dienst voor begrotingsjaar 2024.
In de begroting wordt de gemeentelijke dotatie van de gemeente Beerse aan de Hulpverleningszone voor het dienstjaar 2024 bepaald op 1.190.724,00 euro (GD) en 138.719 euro (BD).
De dotatie aan Hulpverleningszone Taxandria wordt voorzien in het meerjarenplan, maar de gemeenteraad moet ze ook apart goedkeuren.
Burgemeester Bart Craane geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 68 van de wet van 15 mei 2007 betreffende civiele bescherming bepaalt dat elke gemeenteraad van de zone de dotatie stemt die aan de hulpverleningszone wordt gestort.
Verleent principieel goedkeuring aan de door de gemeente Beerse aan de Hulpverleningszone Taxandria verschuldigde dotaties voor het dienstjaar 2024:
De kerkraad van de kerkfabriek St. Lambertus heeft het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd en ingediend bij het centraal kerkbestuur.
In uitvoering van het meerjarenplan heeft de kerkraad het budget 2024 opgemaakt en ingediend. Het Bisdom heeft dit gunstig geadviseerd.
Het budget valt binnen het meerjarenplan.
De heer Bart Craane, burgemeester, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten bepaalt dat de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid akte neemt van het budget als dit past binnen het goedgekeurde meerjarenplan.
Neemt akte van het budget 2024 van de kerkfabriek St. Lambertus .
Artikel 2
Er wordt een exploitatietussenkomst verleend van 54.420,22 euro.
Artikel 3
Deze beslissing zal worden overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en het bisdom.
De kerkraad van de kerkfabriek Sint-Quirinus heeft het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd en ingediend bij het centraal kerkbestuur.
In uitvoering van het meerjarenplan heeft de kerkraad het budget 2024 opgemaakt en ingediend. Het Bisdom heeft dit gunstig geadviseerd.
Het budget valt binnen het meerjarenplan.
De heer Bart Craane, burgemeester, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten bepaalt dat de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid akte neemt van het budget als dit past binnen het goedgekeurde meerjarenplan.
Neemt akte van het budget 2024 van de kerkfabriek Sint-Quirinus.
Artikel 2
Er wordt geen tussenkomst verleend vanuit de gemeente.
Artikel 3
Deze beslissing zal worden overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en het bisdom.
De kerkraad van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand heeft het meerjarenplan 2020-2025 goedgekeurd en ingediend bij het centraal kerkbestuur.
In uitvoering van het meerjarenplan heeft de kerkraad het budget 2024 opgemaakt en ingediend. Het Bisdom heeft dit gunstig geadviseerd.
Het budget valt binnen het meerjarenplan.
De heer Bart Craane, burgemeester, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 48 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erediensten bepaalt dat de gemeenteraad binnen een termijn van vijftig dagen die ingaat op de dag na het inkomen van het budget bij de gemeenteoverheid akte neemt van het budget als dit past binnen het goedgekeurde meerjarenplan.
Neemt akte van het budget 2024 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand.
Artikel 2
Er wordt geen tussenkomst verleend vanuit de gemeente.
Artikel 3
Deze beslissing zal worden overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek en het bisdom.
In het meerjarenplan 2020-2025 zijn voor het jaar 2024 diverse subsidies ingeschreven voor verenigingen die actief zijn op sociaal, cultureel of sportief gebied. Dit besluit geeft een overzicht van deze subsidies en bepaalt de toekenning ervan. De subsidies worden ofwel nominatief opgenomen, ofwel wordt de verdeelsleutel vastgesteld.
Er zijn verschillende subsidies die uitbetaald worden volgens aparte gemeenteraadsbesluiten. Deze subsidies worden niet opgenomen in dit besluit.
Dit besluit geeft een overzicht van de subsidies opgenomen in 2024 in het meerjarenplan 2020-2025: de gemeenteraad stelt de verdeelsleutels en voorwaarden voor toekenning op:
De heer Hans Woestenborghs, schepen financiën, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Stemmotivatie: Fracties N-VA en Vlaams Belang stemmen tegen. Niet omdat ze de subsidies zelf niet goedkeuren, maar omdat - zoals vorig jaar ook al werd gezegd - de kosten voor de verenigingen werden geïndexeerd, maar hun subsidies niet.
Artikel 41 §1 23° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies.
Voor het jaar 2024 verleent de gemeenteraad goedkeuring aan de verdeling van volgende subsidies, opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025, kredieten 2024, als volgt:
1) Actie: AC000000 - BC 0390 - AR 64930000
2) Actie: AC000000 - BC 0440 - AR 64930000
3) Actie: AC000000 - BC 0470 - AR 64930000
4) Actie: AC000000 - BC 0500 - AR 64920000
5) Actie: AC000000 - BC 0530 - AR 64930000
6) Actiecode: AC000000 - BC 0709 - AR 64930000
a) Subsidies aan culturele verenigingen en cultuurraad: 32.780 euro, te verdelen volgens het aparte subsidiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad.
b) Wijkverenigingen: totaal bedrag 8.700 euro:
Comité wijkraden: 1.305 euro als tussenkomst in de werkingskosten
Erkende wijken/buurten: 7.395 euro, te verdelen onder de verenigingen die tijdig een aanvraag indienen.
c) Wijkverenigingen: tussenkomst van max. 400 euro per wijkvereniging als tussenkomst in de huur van een tent of lokaal voor hun wijkfeest.
d) Pleinfeesten: totaal bedrag : 1 euro per inwoner op 31 december 2023
Te verdelen onder de deelnemende verenigingen, uitbetaling op voorlegging van bewijsstukken van werkelijke kosten.
e) Transfo 2340: 1.500 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
f) Vriendenkring gemeentepersoneel: 2.480 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
g) Duivenmaatschappij Den Hout: 3.850 euro als tussenkomst in de huurkosten van het lokaal.
h) OKRA Den Hout: 150 euro als tussenkomst in de huurkosten van het lokaal. Indienen volgens het aparte subsidiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad.
i) Seniorenraad: 1.240 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
j) Marktcommissie : 1.000 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
k) Kermiscommissie: 500 euro als tussenkomst in de werkingskosten
7) Actiecode: AC000000 - BC 0729 - AR 64930000
Bevrijdingscomité: maximum 250 euro per herdenking als tussenkomst in de kosten van de herdenkingsplechtigheid.
8) Actie: AC000000 - BC0740 - AR 64930000
Totaal krediet: 64.200 euro.
a) Sportverenigingen: 47.500 euro. Dit bedrag wordt verdeeld onder de verenigingen die tijdig een aanvraag indienen en voldoen aan de voorwaarden van het basissubsidiereglement van de sport, goedgekeurd door de gemeenteraad.
b) Sportraad: 3.700 euro.
c) Vaste gebruikers van de overdekte sportinfrastructuur zonder cafetaria: 7.000 euro. Dit bedrag wordt verdeeld volgens de voorwaarden van het aparte gemeenteraadsbesluit.
d) Verenigingen die integratie van mindervaliden promoten: 6.000 euro. Dit bedrag wordt verdeeld volgens de voorwaarden van het aparte gemeenteraadsbesluit.
9) Actie: AC000000 - BC0740 - AR 64990000
10) Actie: AC000000 - BC0750 - AR 64930000
Totaal krediet: 52.500 euro.
a) Subsidies aan jeugdraad en jeugdverenigingen: 28.500 euro. Dit bedrag wordt verdeeld onder de jeugdverenigingen die tijdig een aanvraag indienen en volgens de voorwaarden van de aparte gemeenteraadsbesluiten.
b) Basissubsidie speelpleinwerking:
speelplein Don Bosco: 10.000 euro
speelpleinwerking Lentekind: 1.500 euro
c) Speel-o-theek: 3.000 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
d) Hoeve Megusta: 500 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
e) Securitydiensten voor jeugdverenigingen: maximum 5.000 euro, na voorlegging van bewijsstukken voor inhuren en betaling.
f) Impulssubsidie speelpleinwerking: maximum 4.000 euro, te verdelen onder de aanvragende verenigingen volgens de voorwaarden en het puntensysteem, opgenomen in het aparte gemeenteraadsbesluit.
11) Actie: AC000000 - BC 0800-00 - AR 64910000
Diverse oudercomités: 1.120 euro, te verdelen tussen de oudercomités van de diverse scholen op het grondgebied Beerse-Vlimmeren in verhouding tot het aantal leerlingen woonachtig in de gemeente. De toelage is bedoeld als tussenkomst in de werkingskosten van het oudercomité.
12) Actie: AC000000 – BC 0909 – AR 64930000
a) Verenigingen werking voor mensen met een handicap: 7.000 euro
Plaatselijke K.V.G.: 5,5 euro per lid B
A-kwadraat, MPI’s, dagcentrum CM, centra voor gehoor- en spraakgestoorden, centra voor blindenbegeleiding, Het Giels Bos, autistenwerking, Zwart Goor, en andere opvangcentra voor minder-validen: 38 euro per inwoner van de gemeente aldaar werkzaam, verblijvend of in begeleiding.
b) Organisaties/instellingen voor vakantieopvang voor kinderen met een beperking (o.a. Markdal vzw en Stad Turnhout, zorgboerderij, ….): tussenkomst van max 50 euro/dag/kind. De opvang is beperkt tot 15 dagen per kind en het maximum te verdelen bedrag is 4.000 euro, volgens het reglement van 24 september 2015 en gewijzigd bij het besluit van 25 juni 2020.
c) Thuisbegeleidingsdienst Kadodder: 0,025 euro/inwoner op 31 december 2023.
d) Solidariteitsraad: 6.415 euro als tussenkomst in de werkingskosten, projectensteun en noodhulp. De raad zal jaarlijks een verslag voorleggen over de aanwending van de toelage.
e) Wereldwinkel Oxfam: 2.000 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
f) Missiezorg: 500 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
g) 11.11.11 vzw: 500 euro als projectensteun.
h) Ispahan: 1.800 euro als tussenkomst in de werkingskosten.
13) Actie: AC000000 – BC 0985 – AR 64930000
14) Actie: AC000055 – BC 0985 – AR 64930000
De gemeenteraad verleent aan de verenigingen die 1.240 euro of meer krijgen, met een maximum van 25.000 euro, vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van sommige subsidies voorgeschreven verplichtingen inzake voorlegging van balans, rekeningen, verslag over beheer en financiële toestand.
De verenigingen blijven echter onderworpen aan de verplichtingen volgend uit de bepalingen van artikels 3 en 7, eerste lid van deze wet, die bepalen dat de toelage moet gebruikt worden voor het doel waarvoor zij is toegekend en dat de vereniging dit moet kunnen rechtvaardigen.
Het voorstel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Beerse.
De raad van bestuur heeft de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld. De gemeenteraad wordt gevraagd deze aanpassing van het meerjarenplan goed te keuren.
De heer Hans Woestenborghs, schepen AGB en financiën, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 242 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de raad van bestuur de aanpassingen van het meerjarenplan vaststelt en deze ter goedkeuring voorlegt aan de gemeenteraad.
Artikel 257, § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat minstens 1 keer per jaar het meerjarenplan wordt aangepast , waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Als voor 1 januari van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen de kredieten voor dat boekjaar nog niet werden vastgesteld, worden, in afwijking van het eerste lid, op die datum de kredieten voor dat boekjaar automatisch vastgesteld op basis van de ramingen voor dat boekjaar in de financiële nota van het meerjarenplan.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Beerse wordt goedgekeurd.
Het voorstel van aanpassing meerjarenplan 2020-2025.
In deze aanpassing van het meerjarenplan:
Op basis van art. 257 §1 van het decreet lokaal bestuur zijn er 2 mogelijkheden om het krediet 2025 vast te stellen:
Mogelijkheid 1
Mogelijkheid 2
Op het moment dat de nieuwe bewindsploegen aantreden, moeten ze het beleid voor 2025 immers nog bepalen. Ook dan moeten de besturen echter vlot kunnen blijven werken. Daarom bepaalt de regelgeving dat de besturen ook al meteen vanaf 1 januari 2025 over kredieten kunnen beschikken als de nieuwe raden de aanpassing van het meerjarenplan voor de vaststelling van de beginkredieten voor 2025 maar in 2025 kunnen vaststellen.
In die situatie worden de kredieten voor 2025 op 1 januari 2025 automatisch vastgesteld op basis van de ramingen die voor dat boekjaar zijn opgenomen in de financiële nota van de meest recente aanpassing van het meerjarenplan die de raad heeft vastgesteld. Bij een aanpassing van het meerjarenplan om de kredieten voor 2025 vast te stellen of te wijzigen, geldt ook de verplichting niet om het resultaat van de jaarrekening over het boekjaar 2024 te verwerken om het financieel evenwicht te kunnen aantonen. Die voorwaarde geldt immers niet voor het laatste jaar van het meerjarenplan. De nieuwe bestuursploeg moet de kredieten voor 2025, die nog door de vorige raad of automatisch zijn vastgesteld, op elk moment vlot kunnen aanpassen.
Als bijlage zijn ook een aantal extra, niet-verplichte documenten toegevoegd ter informatie voor de raadsleden:
In navolging van het advies van het managementteam werden actieplannen 01.01.01, 01.01.02 en 01.01.03 aangeduid als 'prioritair beleid' zoals dat bedoeld wordt binnen de BBC-regelgeving. De gemeenteraad wordt echter inhoudelijk geïnformeerd over het geheel van de speerpunten.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen over hun deel van elk beleidsrapport. Nadat de raden zo het beleidsrapport elk voor hun deel hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn goed. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn.
De aanpassing meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn. Bij dit besluit wordt de gemeenteraad gevraagd de aanpassing meerjarenplan goed te keuren.
De heer Hans Woestenborghs, schepen financiën, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Stemmotivatie: Fractie N-VA stemt tegen vanwege het algemeen financieel beleid.
Artikel 78, § 1, 4° en artikel 249, § 3 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de OCMW-raad het meerjarenplan voor haar deel vaststelt en dit ter goedkeuring voorlegt aan de gemeenteraad.
Artikel 257, § 1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat minstens 1 keer per jaar het meerjarenplan wordt aangepast , waarbij in elk geval de kredieten voor het volgende boekjaar worden vastgesteld. Als dat nodig is, kunnen daarbij ook de kredieten voor het lopende boekjaar worden aangepast. Als voor 1 januari van het jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen de kredieten voor dat boekjaar nog niet werden vastgesteld, worden, in afwijking van het eerste lid, op die datum de kredieten voor dat boekjaar automatisch vastgesteld op basis van de ramingen voor dat boekjaar in de financiële nota van het meerjarenplan.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Het Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
De gemeenteraad stelt het gedeelte van de gemeente van de aanpassing meerjarenplan 2020-2025 vast.
De gemeenteraad keurt het gedeelte van het OCMW van de aanpassing meerjarenplan 2020-2025 goed zoals heden vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn. De aanpassing meerjarenplan 2020-2025 wordt hierdoor vastgesteld als één geïntegreerd meerjarenplan van het lokaal bestuur.
Met betrekking tot de zoektocht naar een ideale dienstverlening werd er in Beerse reeds een lang parcours afgelegd. Het vorige NDC-ontwerp werd afgekeurd, maar de noodzaak om op basis van het dienstverleningsconcept een centrale, duurzame en gezonde werkplek te realiseren in het kader van een goede dienstverlening werd door alle politieke partijen expliciet aangegeven. In september 2022 werd gekozen om een stuurgroep op te richten waar alle politieke partijen uit meerderheid en oppositie zich samen met een vertegenwoordiging van de administratie als gelijke partners aan tafel zetten om te komen tot een duurzame en breed gedragen oplossing.
De firma SWECO werd op de gemeenteraad van 1 augustus 2022 aangesteld om samen met deze stuurgroep een ruimtelijke en financiële haalbaarheidsstudie uit te voeren in functie van de realisatie van een dienstverleningscentrum op de site Bisschopslaan 56 en de private ontwikkeling van de site Heilaarstraat 6 / Peerdekensstraat 22. Dit heeft geleid tot een geoptimaliseerd scenario waarover alle partijen binnen de stuurgroep het eens zijn dat dit het uitgangspunt is voor de volgende fase in het realiseren van het dienstverleningscentrum in Beerse.
Alle politieke partijen ondertekenden op de gemeenteraad van mei 2023 ook een engagementsverklaring om het legislatuuroverschrijdende en breedgedragen karakter van deze beslissing kracht bij te zetten.
Er wordt voorgesteld om één geïntegreerd PPS-project in de markt te zetten dat zowel het publieke als het private programma omvat (in plaats van twee afzonderlijke projecten), met als voornaamste redenen:
Deze keuze heeft evenwel tot gevolg dat de meer strikte toekenningsprocedure conform de Wet Overheidsopdrachten, naast het publieke programma, tevens van toepassing is op het private programma (evenwel enkel wat betreft de plaatsing, niet wat betreft de uitvoering ervan) en dat de kandidaten een meer omvangrijk projectteam (inclusief projectontwikkelaar) dienen samen te stellen om in te kunnen schrijven op de opdracht.
Gezien de opdracht een ontwerpoplossing omvat (artikel 38 §1 b) van de Wet Overheidsopdrachten) en gezien de aard en complexiteit van de opdracht die voorafgaande onderhandelingen noodzaakt (artikel 38 §1 c) van de Wet Overheidsopdrachten), wordt voorgesteld om de opdracht in de markt te plaatsen via de mededingingsprocedure met onderhandeling zoals bepaald in de Wet Overheidsopdrachten.
Als inhoud van de Opdracht wordt voorgesteld:
In zitting van 23 januari 2023 werd door het college van burgemeester en schepenen het contract met GD&A advocaten goedgekeurd voor de ondersteuning bij patrimoniumaangelegenheden. Deze opdracht maakt gebruik van die overeenkomst.
Het ontwerp van selectieleidraad werd voorbereid door GD&A Advocaten i.s.m. de gemeentelijke werkgroep en stuurgroep.
Het voorgestelde verloop van de toekenningsprocedure en de verdere omschrijving van de opdracht zijn opgenomen in het ontwerp van selectieleidraad (inclusief bijlagen).
De heer Hans Woestenborghs, schepen Patrimonium, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
Artikel 38, § 1, 1° b en c) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, die bepaalt dat de mededingingsprocedure met onderhandeling mogelijk is voor opdrachten die ontwerp- of innovatieve oplossingen bevatten en/of niet gegund kunnen worden zonder voorafgaande onderhandelingen wegens specifieke omstandigheden die verband houden met de aard, de complexiteit of de juridische en financiële voorwaarden of wegens de daaraan verbonden risico's.
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het ontwerp van selectieleidraad (inclusief bijlagen) m.b.t. de PPS-opdracht “PPS ontwerp en realisatie van een dienstverleningscentrum met omgevingsaanleg op de site Bisschopslaan 56 en de private ontwikkeling op site Heilaarstraat 6 / Peerdekensstraat 22", toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de plaatsingsprocedure zoals beschreven in de selectieleidraad (Mededingingsprocedure met onderhandeling) en draagt het college van burgemeester en schepenen op om over te gaan tot de publicatie van de opdracht.
Op 1 januari 2024 wijzigt het toewijzingsbeleid van sociale huurwoningen in Vlaanderen grondig. Hierbij wordt een grote rol toebedeeld aan de toewijzingsraad. Dit orgaan fungeert als samenwerkingsverband tussen sociale verhuurders, lokale besturen en welzijnspartners en werd op initiatief van Woonboog opgericht voor diens werkingsgebied.
De toewijzingsraad werkte een ontwerp-toewijzingsreglement uit, waarin het zo goed mogelijk tracht in te spelen op lokale en regionale noden. Het ontwerp-toewijzingsreglement wordt nu voorgelegd aan de betrokken gemeentebesturen.
Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen zal op 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking treden. De Vlaamse overheid schetste een breed kader waarmee de toewijzingsraden van de woonmaatschappijen aan de slag gaan om tot een concrete invulling te komen.
Om tot voorliggend ontwerp-toewijzingsreglement te komen, werd dit inhoudelijk zeer grondig doorsproken:
De bepalingen in onderhavig reglement hebben betrekking op het sociale huurpatrimonium van Woonboog.
Woonboog nam het initiatief om een toewijzingsraad op te richten. Alle gemeenten van het werkingsgebied zijn vertegenwoordigd in de toewijzingsraad, aangevuld met relevante huisvestings- en welzijnsactoren uit het werkingsgebied van Woonboog. Woonboog zit de toewijzingsraad voor.
Woonboog kiest ervoor om één toewijzingsraad te hebben voor heel haar werkingsgebied. De toewijzingsraad is samengesteld uit afgevaardigden vanuit de 11 gemeenten van het werkingsgebied, Kempens Woonplatform, Regio in Transitie en welzijnspartners Artusa, CAW De Kempen, Cirkant vzw, GGZ Kempen, Lidwina, T’ANtWOORD/Ons Huis, Ter Loke vzw en Welzijnszorg Kempen.
De toewijzingsraad van Woonboog heeft op basis van het nieuwe regelgevend kader en bovengenoemd traject, een ontwerp van toewijzingsreglement opgemaakt. Hierbij is lokaal maatwerk mogelijk voor enerzijds het instellen van een strengere lokale bindingsvoorwaarde (pijler 1) en anderzijds voor het afbakenen van specifieke doelgroepen (pijler 3).
Daarnaast schrijft de regelgeving ook voor dat Woonboog de gemeente op de hoogte brengt van de beslissingen met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2). De gemeenteraad kan echter enkel het ontwerp van toewijzingsreglement amenderen voor wat betreft de strengere woonbinding en de specifieke doelgroepen.
Woonboog integreert de goedgekeurde toewijzingsreglementen in het definitieve toewijzingsreglement. Woonboog bezorgt vervolgens het toewijzingsreglement aan de minister opdat hij zijn vernietigingstoezicht kan uitoefenen. Die stap is echter alleen nodig als het toewijzingsreglement een doelgroep bevat die niet opgenomen is in art. 6.27, §1, tweede lid BVCW (zoals van kracht vanaf 1 januari 2024).
De toewijzingsraad van Woonboog heeft ervoor geopteerd om geen strengere lokale woonbinding op te nemen. Dit wordt gemotiveerd vanuit het gegeven dat de huidige langdurige woonbinding met de gemeente reeds een verstrenging is ten aanzien van de vorige lokale binding. Bovendien werden in de voormalige lokale toewijzingsreglementen veelal 2 criteria naast elkaar geplaatst voor de lokale binding, waardoor ze evenwaardig benaderd werden. Dit is in het nieuwe toewijsmodel niet langer mogelijk.
De toewijzingsraad wenst geen criterium te voorzien die de standaard langdurige woonbinding voorafgaat.
Daarnaast heeft de toewijzingsraad bij consensus beslist dat na de langdurige woonbinding met de gemeente wel rekening wordt gehouden met de langdurige woonbinding van de kandidaat-huurder met het werkingsgebied van Woonboog. (Als de toewijzingsraad kiest om wél rekening te houden met de langdurige woonbinding in het werkingsgebied van Woonboog, kan dit alleen mét consensus).
Binnen de toewijzingsraad werd besloten dat volgende doelgroepen in aanmerking komen voor een versnelde toewijzing via pijler 2 (art. 6.24-6.26 Besluit Vlaamse Codex Wonen):
Voor versnelde toewijzingen wordt niet standaard met een begeleidingsovereenkomst gewerkt. Maar via het criterium ‘begeleiding door professionele actor’ wordt in het attest dat de betrokken welzijnsorganisatie uitreikt wel aangegeven dat ze klaarstaan, mocht dat nodig zijn op aangeven van Woonboog. Op dat moment zal via onderling overleg afstemming gezocht worden tussen de huurbegeleiding van Woonboog en de begeleiding van de betrokken welzijnsactor.
Daarnaast wordt er binnen het werkingsgebied van Woonboog voor geopteerd om volgende doelgroepen te weerhouden voor een toewijzing in pijler 3:
De kandidaat-huurders die worden toegewezen binnen pijler 3, zullen standaard worden toegewezen met begeleidingsovereenkomst. In deze begeleiding wordt voorzien door de welzijnspartners waarmee Woonboog een samenwerkingsovereenkomst heeft. Dit met uitzondering van toewijzingen binnen de doelgroep ouderen.
Binnen het lokaal woonoverleg worden jaarlijks de toewijzingen besproken, wat aanleiding kan geven tot het signaleren van mogelijke bijsturingen aan het toewijzingsreglement. Dit zal verder besproken worden binnen de toewijzingsraad. Uiteraard kan de toewijzingsraad ook op eigen initiatief overgaan tot het wijzigen van het voorliggende toewijzingsreglement binnen het geldende regelgevende kader en mits in acht nemen van gestelde goedkeuringsprocedure.
Schepen Annemie Guns geeft toelichting bij dit agendapunt.
Stemmotivatie: Fractie Vlaams Belang onthoudt zich omdat ze van mening zijn dat mensen met een beperking voorrang zouden moeten krijgen.
Artikels 6.12 t.e.m. 6.14 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 behandelen de toewijzing van sociale huurwoningen.
Artikels 6.22 t.e.m. 6.28 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 behandelen de toewijzingsregels.
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan het ontwerp van toewijzingsreglement zoals voorgelegd door de toewijzingsraad van Woonboog en toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
De gemeenteraad neemt kennis van de genomen beslissingen door Woonboog met betrekking tot de versnelde toewijzingen (pijler 2).
Op 27 juni 2023 werd een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend (dossiernr. V.693) voor een verkaveling in Busselen voor de realisatie van 8 loten bestemd voor de oprichting van gekoppelde eengezinswoningen en het ontwerpen van een nieuwe rooilijn.
Aanvrager: | Hendrik Rieberghs |
Onderwerp: | de realisatie van 8 loten bestemd voor de oprichting van gekoppelde eengezinswoningen en het ontwerpen van een nieuwe rooilijn |
De aanvraag omvat: | |
Dossiernummer: | V.693 |
Adres: | Busselen tussen nr. 26 - 30 |
Nummer omgevingsloket: | OMV_2023056573 |
Bevoegde overheid: | College van burgemeester en schepenen |
Procedure: | Gewone procedure |
Bestaande toestand:
Het goed waarop de aanvraag betrekking heeft, situeert zich ten noordwesten van de dorpskern van Beerse, op ca. 700 m vogelvlucht van het centrum van de kern. Het betreft een braakliggend perceel, momenteel in gebruik door een landbouwer, dat grenst aan de gemeenteweg "Busselen". Zowel het linker- als rechter aanpalend perceel (Busselen 30 & 26) zijn bebouwd met een losstaande eengezinswoning. De Busselen is een weg met een berijdbare breedte (thv de aanvraag) van 3,20m. Er zijn uitwijkzones voorzien zodat passanten elkaar kunnen passeren. Tussen de weg en het braakliggend perceel is nog een gracht gelegen.
Inhoud van de aanvraag:
De aanvraag omvat de realisatie van 8 loten bestemd voor de oprichting van gekoppelde eengezinswoningen en het ontwerpen van een nieuwe rooilijn.
De loten hebben een oppervlakte tussen 437 m² - 479 m². Loten 2 tem 8 hebben een straatbreedte van 10m, lot 1 heeft een straatbreedte van 15,67m.
Het verkavelingsontwerp voorziet een voortuinstrook van 6m, een bouwzone met een diepte van maximaal 17m met daarachter een tuinstrook met een diepte van ca. 20m.
De verkavelingsvoorschriften laten zowel woningen met plat dak als met schuin dak toe, het profiel van de twee gekoppelde woningen dient elkaar wel verplicht te volgen. In de tuin wordt een bergplaats toegelaten met een opp. van 10% van de perceelsoppervlakte, er dient wel een bouwvrije tuinzone na de achtergevel van minstens 10m gerespecteerd te worden.
De huidige rooilijn t.h.v. de voorliggende verkaveling loopt aan de linkerzijde gelijk met de weg rand en gaat geleidelijk aan richting de rechter perceelsgrens steeds verder weg van de rand van de weg. De eigenaar is bereik om een deel grondstrook met een oppervlakte van 207m² parallel aan de weg af te staan aan het openbaar domein, mits goedkeuring van de verkaveling.
Procedure
Indiening aanvraag: 2 juni 2023
volledig- en ontvankelijk: 28 september 2023
start openbaar onderzoek: 8 oktober 2023
einde openbaar onderzoek: 6 november 2023
gemeenteraad voor wegenwerken: 21 december 2023
uiterste beslissingsdatum: 11 maart 2024
De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen bezwaren ingediend.
Adviezen met betrekking tot de zaak van de wegen
Externe adviezen
Adviesinstantie | datum advies gevraagd | datum advies ontvangen | advies |
Elia | 29/9/2023 | 30/10/2023 | voorwaardelijk gunstig |
Fluvius | 29/9/2023 | 6/10/2023 | voorwaardelijk gunstig |
Pidpa | 29/9/2023 | 18/11/2023 | voorwaardelijk gunstig |
Wyre | 29/9/2023 | 18/11/2023 | voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen:
Adviesinstantie: | Datum advies gevraagd: | Datum advies ontvangen: | Advies |
Gemeente Beerse dienst groen en wegen | 29/9/2023 | 23/11/2023 | voorwaardelijk gunstig |
Zaak van de wegen
Er werd een rooilijnplan opgemaakt met datum 19 april 2023, door beëdigd landmeter Hendrik Rieberghs. Het ontwerp van rooilijnplan voldoet aan de bij en krachtens het Gemeentewegendecreet gestelde eisen op het vlak van vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen.
In het ontworpen rooilijnplan ligt de gracht en de overwelvingen en een stuk wegberm binnen de rooilijn.
Adviezen
Externe adviezen worden als bijlage toegevoegd bij dit besluit.
Interne adviezen: De dienst groen en wegen geeft onderstaand advies:
Algemeen
• Wij adviseren voor de werken een plaatsbeschrijving uit te voeren van het openbaar domein en aanpalende gebouwen. Een kopie van deze plaatsbeschrijving openbaar domein (incl. fotodossier) dient aan dienst omgeving lokaal bestuur Beerse overgemaakt te worden.
• Elke inname van het openbaar domein dient voorafgaandelijk goedgekeurd te worden.
• Bij het wegnemen van openbare verlichting in afwachting van een definitieve uitvoering nieuwe toestand moet een tijdelijke verlichting voorzien worden om de veiligheid te garanderen.
Beschermingszone drinkwater
• Het perceel is gelegen in een beschermingszone drinkwater.
• PIDPA dient voorafgaandelijk advies gevraagd te worden.
• Opgelegde richtlijnen drinkwatermaatschappij zijn te volgen.
• De signalisatie mag niet weggenomen om verplaatst worden zonder schriftelijk advies van PIDPA.
Verharding
• Alle werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden volgens de meest recente versie van het standaard bestek SB250 voor wegenbouw.
• Proeven op funderingen en verhardingen,… te voorzien door de bouwheer of zijn afgevaardigde. Plaatproeven dienen steeds tegensprekelijk uitgevoerd te worden in aanwezigheid van een afgevaardigde van het lokale bestuur (enkel van toepassing op delen openbaar domein of later openbaar domein).
• Alle nutswerken moeten uitgevoerd zijn voor de definitieve verhardingen aangelegd worden. Verbindingen moeten steeds volledig waterdicht uitgevoerd worden om insluiseffect zand/water tegen te gaan zodat er geen zakkingen gaan optreden.
• Wij vragen in waterdoorlatende materialen uit te voeren. Een detail van deze opbouw dient ter goedkeuring overgemaakt te worden. Fundering en onderfundering dient hierop afgestemd te zijn (waterdoorlatend, drainerende functie).
• Verhardingen met niet vervuilde oppervlaktewaters wateren bij voorkeur lokaal af in een groenzone, berm,…
• Eventuele doorgangen / graafwerkzaamheden in semi-verhardingen zoals dolomiet e.d. dienen tevens te voldoen aan de richtlijnen SB250 voor wegenbouw.
• Uitwijkzone voor voertuigen dient behouden te blijven.
• Verkleinen van de uitwijkzone is niet toegelaten.
• Voor de te verkavelen percelen moet rekening gehouden worden met grasdals en kopmuren.
Hemelwater
• Voor de afvoer van hemelwater moet de voorkeur gegeven worden aan de afvoerwijzen
zoals hierna vermeld in afnemende graad van prioriteit:
1. Opvang voor hergebruik
2. Infiltratie op eigen terrein
3. Buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater
4. Lozing in de regenwaterafvoerleiding (gracht) in de straat
• Open infiltratiesystemen genieten de voorkeur
• Beperken van verharde oppervlakte om de infiltratie van het regenwater naar het grondwater te garanderen
• Indien nodig lokale grondverbetering toepassen om de permeabiliteit voor de infiltratie van het regenwater naar het grondwater te garanderen
• Verharde oppervlakten op het privaat domein mogen niet afwateren naar de wegverharding, fietspad of voetpad. Deze oppervlakten moeten op eigen terrein infiltreren.
• Slechts wanneer de beste beschikbare technieken geen van de voornoemde afvoerwijzen toelaten, mag het hemelwater overeenkomstig de wettelijke bepalingen worden geloosd in de openbare (afvalwater)riolering. Beerse legt op dat alle bronmaatregelen dienen bekeken te worden zoals opgenomen in de ladder van Lansink (afstroom vermijden > (her)gebruik regenwater > infiltratie > bufferen en vertraagd afvoeren > lozen op RWA-leiding > lozen op gemengde riolering)
• Lokale afwateringsinfrastructuur aan te passen op kosten van de verkavelaar.
Aansluiting riolering op openbaar rioleringsstelsel
• De aanvrager dient de richtlijnen rioleringsnetbeheerder Fluvius te volgen (ontwerprichtlijnen, aansluitingen,…).
• Bij twijfel contact opnemen met rioleringsnetbeheerder – tel. 078 35 35 34.
• De meest recente richtlijnen van Fluvius zijn raadpleegbaar via Projecten (verkavelingen en bouwprojecten) | Fluvius (https://www.fluvius.be/nl/aansluitingen/projecten)
• Het is verboden eender welke werkzaamheden uit te voeren aan het openbaar rioleringsstelsel.
• Toezichtputten voor huisaansluitingen dienen op privaat domein geplaatst te worden.
Afdekkingsmaterialen voor bermen en taluds
• De teelaarde afkomstig van de uitgraving wordt afzonderlijk gestockeerd en terug verwerkt in zoverre ze beantwoordt aan de voorschriften van dit artikel vermeld in SB250 voor de wegenbouw. . De eventuele tekorten worden als aannemingslast geleverd en verwerkt door de aannemer (overschotten worden eigendom van de aannemer aanvrager van de vergunning).
• Vastgereden gronden zullen opnieuw 50cm diep losgemaakt worden alvorens de aanvullingen met teelaarde geschieden.
• Elke aanvulling wordt in ieder geval vooraf gegaan door de voorgeschreven bewerkingen. Op de te bezaaien oppervlakken is minstens 30 cm teelaarde verplicht. De textuur van de zuivere teelaarde bestaat uit lemig zand.
• In de bermen zijn zeer veel leidingen aanwezig en de breedte van de taluds is beperkt waardoor dit extra aandacht vraagt tijdens de werken.
Rooilijn
• De toe te passen rooilijn bedraagt 6 meter uit de as van de weg gemeten.
Nutsleidingen algemene instructies
• Voorafgaand advies nodig m.b.t. energielevering (verzwaring net, klantcabine elektriciteit,…).
• De herstellingswerken / omgevingswerken moeten altijd uitgevoerd worden volgens de richtlijnen van het Standaard Bestek 250 voor de wegenbouw (meest recente versie).
• De breedte van de sleuf moet zoveel mogelijk beperkt blijven.
• Als de sleufbreedte (totale inname in de ondergrond) kan beperkt worden door het wegnemen van een verlaten leiding dan dient dit te gebeuren op kosten van de aanvrager.
• Verlaten leidingen moeten waar mogelijk steeds verwijderd worden op kosten van de aanvrager.
• Leidingen dienen steeds zo dicht mogelijk tegen de rooilijn geplaatst te worden zodat ze geen hinder veroorzaken bij het eventueel verbreden van de weg.
• Alle minderhindermaatregelen en maatregelen naar toegankelijkheid welke opgenomen zijn in de code voor werken langs gemeente wegen – code nuts zijn van toepassing.
• Aanzienlijke wijzigingen welke een invloed hebben op verkeersveiligheid, toegankelijkheid,…uitvoeringstermijn moeten voorafgaandelijk met de lokale overheid besproken worden.
• Stockage van materialen en machines voor de werken mag op openbaar domein enkel gebeuren in de zones welke hiervoor op het goedgekeurde signalisatieplan / werfinrichtingsplan zijn aangeduid.
• Er mag geen vervuiling van de ondergrond of omgeving ontstaan door de werken (vullen van machines, spil van oliën, …afval).
• Schade aan het openbaar domein dient onmiddellijk gemeld te worden.
• Alle leidingen, buizen, … moeten gedicht worden zodat er geen sluiseffect kan optreden.
• Leidingen dienen steeds ingemeten te worden + opname in het leidingportaal van de overheid.
• Alle communicatie moet verstuurd worden naar groenenwegen@beerse.be met vermelding van
o Reden van de communicatie
o Contactpersoon
o Gegevens van de werf (ligging, vergunningsaanvraag,…)
De gemeenteraad sluit zich aan bij de externe en interne adviezen i.v.m. de zaak van de wegen.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen Wonen en Omgeving, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De Vlaamse Codex ruimtelijke ordening:
Het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014:
Artikel 31§1: Als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing, of opheffing van een gemeenteweg omvat, roept het college van burgemeester en schepenen, in voorkomend geval op verzoek van de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, de gemeenteraad samen om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg. De gemeenteraad spreekt zich uit over de ligging, de breedte en de uitrusting van de gemeenteweg, en over de eventuele opname in het openbaar domein. Hierbij wordt rekening gehouden met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval met het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen. De gemeenteraad kan daarbij voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid in de eventuele vergunning opneemt.
Artikels 75 t.e.m. 77 legt bepalingen op met betrekking tot de lasten.
Het decreet houdende de gemeentewegen van 1 september 2019:
Artikel 11, §1: De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, ongeacht de eigenaar van de grond.
Artikel 12, §2: In afwijking van artikel 11 kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 beftreffende de omgevingsvergunning openomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden. Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan het rooilijnplan van 19 april 2023, opgemaakt door beëdigd landmeter Hendrik Rieberghs, dat wordt toegevoegd als bijlage bij deze beslissing.
Artikel 2
De gemeenteraad legt volgende lasten op:
Artikel 3
Overeenkomstig artikel 31/1 van het omgevingsvergunningsdecreet kan tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53 van dat decreet. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid van dat decreet, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.
Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52 van dat decreet.
Artikel 4
Dit besluit van de gemeenteraad is nietig:
De gemeente voert een actief beleid inzake vaststelling en opvolging van schendingen inzake ruimtelijke ordening.
De gemeente besliste op 31 januari 2019 om toe te treden tot de intergemeentelijke dienstverlening handhaving RO van IOK en hiervoor werden zowel intergemeentelijke verbalisanten ruimtelijke ordening als intergemeentelijke stedenbouwkundige inspecteurs aangesteld.
De verbalisant ruimtelijke ordening stelt schendingen vast en maakt - in geval van een bouwmisdrijf - proces-verbaal op of - in geval van inbreuk - een verslag van vaststelling. Deze misdrijven en inbreuken worden door de gemeentelijke stedenbouwkundig inspecteur verder opgevolgd in functie van het bekomen van het herstel van de goede ruimtelijke ordening. Daartoe kan een herstelvordering worden opgemaakt en ingeleid bij het parket of bij de burgerlijke rechtbank. Ook bestuurlijk kan een herstelmaatregel worden opgelegd. Dit kan resulteren in het herstel in oorspronkelijke staat, uitvoeren van aanpassingswerken of betalen van een meerwaardesom.
De VCRO voorziet naast de gerechtelijke procedure van herstelvordering en uitspraak door de rechtbank een luik waarbij de stedenbouwkundig inspecteur en de burgemeester zelfstandig bestuurlijke maatregelen kunnen opleggen en laten uitvoeren. Vanuit het handhavingsbeleid wordt voor de verdere afhandeling van bouwmisdrijven en inbreuken voortaan gekeken of deze al dan niet behoren tot een gewestelijke of gemeentelijke prioriteit. Hiervoor dient elke gemeente een prioriteitenkader op te stellen.
Schendingen die niet vallen onder de vastgestelde prioriteiten zullen in principe niet worden beboet, ook al zijn hierop een aantal uitzonderingen voorzien. Wanneer een verbalisant een proces-verbaal of verslag van vaststelling opstelt, is het bovendien aangewezen hierin op te nemen of het al dan niet om een lokale handhavingsprioriteit gaat. Voor de gewestelijke entiteit is het niet mogelijk voor elk dossier na te gaan of het gaat om een gemeentelijke prioriteit, en bij gebrek aan het prioritair karakter zal het dossier mogelijk geseponeerd worden. Aan de verbalisant en de gemeente wordt ook gevraagd om éénmalig een kopie over te maken van de vastgestelde handhavingsprioriteiten en telkens wanneer deze gewijzigd worden door de gemeenteraad.
De eerste gemeentelijke handhavingsprioriteiten zijn vastgelegd door de gemeenteraad van 30 januari 2020. Ondertussen is er na 3 jaar ervaring de wens om enkele vastgelegde gemeentelijke prioriteiten aan te passen. Zo wordt de prioriteit 'verhardingen in de voortuin' aangepast naar 'constructies in de voortuin'. Constructies is een ruimer begrip en wordt door de VCRO (art. 4.1.1.3°) gedefinieerd als een gebouw, een bouwwerk, een vaste inrichting, een verharding, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen worden, verplaatst worden, of is het goed volledig ondergronds.
Hetzelfde wordt gedaan met de gemeentelijke prioriteit 'aanmerkelijke reliëfwijzigingen die een significante invloed hebben op de waterimpact', deze wordt ook meeromvattend geformuleerd door 'het uitvoeren van ingrepen die de waterhuishouding wijzigen'. Dan gaat het niet enkel meer over reliëfwijzigingen, maar over elke stedenbouwkundige vergunningsplichtige handeling die effect heeft op de waterhuishouding. De gemeente wenst hier meer prioriteit aan te geven gelet op de droogte- en waterproblematiek waarmee we de laatste jaren te maken hebben.
De andere reeds goedgekeurde prioriteiten blijven behouden en blijven ongewijzigd.
Er worden wel twee nieuwe prioriteiten toegevoegd, met name handelingen in strijd met de voorwaarden uit de vergunning en flagrante schendingen.
Om tegemoet te komen aan de noden om een goede ruimtelijke ordening te bewaren op het grondgebied van de gemeente Beerse wordt voorgesteld om volgende prioriteitennota goed te keuren.
"In uitvoering van de VCRO worden hierna de gemeentelijke prioriteiten inzake ruimtelijke ordening bepaald. De bepaling van prioriteiten betekent geenszins dat alle andere misdrijven en inbreuken niet langer zullen worden opgevolgd of vervolgd.
1. Visie
Door een efficiënte, effectieve en doelmatige handhaving worden volgende hoofddoelstellingen beoogd:
Met haar beleid wil de gemeente Beerse inzetten op preventie van misdrijven en inbreuken via communicatie, informatie en sensibilisering. Door deze instrumenten wordt de burger aangezet om zich naar de regelgeving inzake ruimtelijke ordening en verleende vergunningen te voegen.
Vanuit dit oogpunt wordt in eerste instantie gebruik gemaakt van een aantal nieuwe zachte handhavingsinstrumenten zoals de raadgeving en de aanmaning. De raadgeving wordt ingezet wanneer er een inbreuk of misdrijf dreigt te worden gepleegd. Het geldt als een verwittiging om bepaalde grenzen niet te overschrijden. Wie toch een misdrijf of inbreuk pleegt zal in eerste instantie aangemaand worden om dit ongedaan te maken. Hierdoor krijgt de overtreder een laatste kans om zonder verdere sanctionering of herstelmaatregel de inbreuk of het misdrijf ongedaan te maken.
Naargelang de aard van de schending kan de aanmaning een regularisatie, herstel of de opmaak van een minnelijke schikking inhouden.
Na uitputting van voormelde zachte handhavingsinstrumenten rest een curatief optreden langs gerechtelijke of bestuurlijke weg. Het hoofddoel is het herstel van de goede ruimtelijke ordening en niet het sanctionerend optreden op zich.
Rekening houdend met een beperkte capaciteit qua personeel, tijd en budget wordt voorgesteld om volgende schendingen prioritair te behandelen:
2. Prioriteiten
2.1. Constructies in voortuinen
Het plaatsen van constructies in de voortuinen zorgt voor een vergrijzend en verrommeld straatbeeld en afnemende kansen voor biodiversiteit. Constructies kunnen tevens leiden tot ongewenste neveneffecten zoals het parkeren van voertuigen of het opslaan van materialen, materiaal of afval.
Het onrechtmatig plaatsen van constructies (vb. verharding) in een voortuin zal steeds als prioritair opgevolgd worden.
2.2.Uitvoeren van ingrepen die de waterhuishouding wijzigen
Deze prioriteit beoogt het behoud van het natuurlijk opslagvermogen van de bodem zodat hemelwater niet dient afgevoerd te worden via de openbare riolering en wateroverlast zoveel als mogelijk beperkt kan worden.
Hieronder wordt onder andere verstaan alle vergunningsplichtige handelingen in pluviaal of fluviaal overstromingsgevoelig gebied of signaalgebied. Het onvergund dichtleggen, inbuizen of overwelven van grachten,...
Daarnaast omvat het ook schendingen die betrekking hebben op het niet naleven van de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening Hemelwater.
2.3. Schendingen met betrekking tot groenvoorzieningen
Onder deze categorie vallen overtredingen die het groene karakter en dus de eigenheid van de gemeente aantasten. Alle overtredingen met betrekking tot groenvoorzieningen worden als prioriteit beschouwd.
Bijvoorbeeld het onvergund rooien van bomen of het niet aanplanten van bomen als dit opgelegd is als voorwaarde in de vergunning.
2.4. Schendingen met betrekking tot het vermeerderen van het aantal woongelegenheden
Het vermeerderen van het aantal woongelegenheden is een prioritair thema omdat het naast stedenbouw ook huisvesting betreft. Het onoordeelkundig vermeerderen van het aantal woongelegenheden of het vestigen van een woonentiteit in een daarvoor niet bestemd gebouw of constructie kan voor overlast, overbezetting van het terrein of inferieure woonvormen zorgen. Niet zelden zijn burgers in een meer kwetsbare positie daarvan het slachtoffer. Deze prioriteit heeft dus naast een stedenbouwkundige, ook een sociale component.
2.5. Schendingen met betrekking tot functiewijzigingen
Het bepalen van de juiste, toegelaten functie in een bepaald gebouw of constructie is één van de meest essentiële taken van stedenbouw. Dit heeft niet alleen te maken met de bestemming van het gebied, maar eveneens met het zoeken naar evenwicht tussen de maatschappelijke noden en wensen.
Omdat functiewijzigingen vaak niet binnen de gewestelijke (gebiedsgerichte) prioriteiten vallen en de gemeente bij uitstek zicht heeft op lokale gevoeligheden zoals leefbaarheid en mobiliteit, zijn functiewijzigingen in ieder geval te weerhouden als prioriteit.
Voorbeelden:
2.6. Gecombineerde schendingen milieu-RO-dierenwelzijn
Voor schendingen op het vlak van milieu wordt de prioriteitennota van de Vlaamse Hoge Handhavingsraad voor Ruimte en Milieu gevolgd.
Milieuschendigen die samenhangen met schendingen op het vlak van ruimtelijke ordening worden in ieder geval weerhouden als prioriteit. Maar ook gecombineerde schendingen inzake dierenwelzijn zijn prioritair.
Voorbeelden (niet-limitatief):
2.7 handelingen in strijd met de voorwaarden uit de vergunning
Bij afgeleverde vergunningen worden soms specifieke voorwaarden opgelegd. Deze hebben als doel het aangevraagde vergunbaar te maken, door maatregelen op te leggen waardoor verenigbaarheid kan worden bereikt met stedenbouwkundige voorschriften, verkavelingsvoorschriften of de goede ruimtelijke ordening. Een vergunningverlenende overheid kan een voorwaarde opleggen indien zij van mening is dat het aangevraagde niet voor vergunning in aanmerking komt, tenzij bepaalde voorwaarden worden nageleefd. Door het opleggen van een voorwaarde geeft de vergunningverlenende overheid aan dat zonder deze voorwaarde het aangevraagde niet vergunbaar is. De loutere miskenning ervan is dus een voldoende basis om als prioritair te worden opgevolgd.
2.8 Flagrante overtredingen
Dit betreft onder andere de onvergunde uitvoering van stedenbouwkundige handelingen waarvan eenieder redelijkerwijze behoort te weten dat een voorafgaande vergunning vereist is. Een ander voorbeeld van een flagrante overtreding is een schending die de overtreder en/of eigenaar een aanzienlijk vermogensvoordeel opleveren. Voorbeelden zijn het onvergund bouwen van grote constructies, perceel bijna volledig verharden (al dan niet met kunstgras),...
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen Wonen en Omgeving, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Stemmotivatie: Fractie N-VA stemt tegen omdat het, zoals bij de initiële stemming van het handhavingsbeleid het voor hen nuttiger lijkt om de mensen te motiveren om te ontharden in plaats van te sanctioneren.
Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Handhavingsbesluit Ruimtelijke Ordening van 9 februari 2018.
Verleent goedkeuring aan de prioriteitennota handhaving, met daarin de volgend prioriteiten:
Artikel 2
Het prioriteitenkader dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 30 januari 2020 wordt opgeheven.
Op 9 oktober 2012 werd het uitgebreid bosbeheerplan van de openbare bossen in Beerse goedgekeurd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Het bosbeheerplan heeft nummer UBBP/AN/12/10. Het bosbeheerplan werd goedgekeurd voor een periode van 20 jaar.
Het bosbeheerplan is een document dat aangeeft waar men met het beheer van het bos heen wil. Het is een uitgebreid document waarin een duurzaam beheer van het bos voor de komende 20 jaar (na datum goedkeuring) wordt beschreven alsook het toegankelijkheidsreglement.
Het beheerplan geeft meer inzichten in de kwaliteiten en de mogelijkheden van het bos en legt de ecologische, economische, sociale, educatieve, milieubeschermende en wetenschappelijke doelstellingen vast die men met het bos wenst te bereiken. Het beheerplan somt ook alle werkzaamheden en handelingen op die nodig zijn om de beheerdoelstellingen zo efficiënt mogelijk te realiseren. Het gaat om volgende gebieden in de gemeente: Blakheide, Ginnekenshoek-Vogelzang, de Huffelen, Velderheide, Paepenheide, Gemeenteheide, Waterblok, Baanse Heide, De Enden, Kongo, Laakvallei, Epelaar-Vlimmeren, De Schrieken, Akkerschoot en Zilvereind.
In 2017 keurde de Vlaamse Regering de uitvoeringsbesluiten over de nieuwe beheerplannen en de subsidies voor natuurbeheer definitief goed. Het opmaken van natuurbeheerplannen en subsidiëring volgens de nieuwe regeling werd mogelijk vanaf 28 oktober 2017.
Er werd een eenvoudige procedure voorzien om met minimale inspanning de nog lopende bosbeheerplannen en beheerplannen van natuurreservaten en bosreservaten om te zetten naar een natuurbeheerplan. Deze omzetting wordt gedaan door ANB. Voor het gemeentelijk bosbeheerplan van Beerse is deze procedure nog lopende, maar ze is al wel in een vergevorderd stadium.
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van het bosbeheerplan.
Op de gemeenteraad van maart 2004 werd er reeds voor bepaalde percelen (afd. 1 sec. D 236a(deel), 236b, 236d, 236e, 237b, 238a en 238b) in eigendom van de gemeente Beerse, gelegen in de Schrieken, een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Natuurpunt Beheer vzw.
Op de gemeenteraad van 30 november 2023 is er goedkeuring gegeven aan de technische beheeroverdracht van de gemeentelijke bossen aan het Agentschap voor Natuur en Bos. Hierin zijn alle bossen die opgenomen zijn in het bosbeheerplan overgedragen aan ANB met uitzondering van de percelen 1ste afdeling, sectie D, nrs. 236H, 236A, 236F, 237A, 236C , 237B, 238A, 238B, 236G, 236E, 236D en 236B die gelegen zijn in de Schrieken.
Wanneer het bosbeheerplan wordt omgezet in het natuurbeheerplan, valt de ondersteuning die de gemeente voorheen kreeg van het Agentschap voor Natuur en Bos voor de uitvoering van het bosbeheerplan weg. De gemeente heeft twee keuzes:
Voor een groot deel van de percelen uit het bosbeheerplan is er gekozen om het technisch beheer over te dragen naar het Agentschap voor Natuur en Bos. Deze overeenkomst is goedgekeurd op de gemeenteraad van 30 november 2023.
Een klein deel van de percelen die opgenomen waren in het bosbeheerplan en gelegen zijn in de Schrieken worden overgedragen naar Natuurpunt aangezien de gemeente daar voor een aantal percelen al een samenwerkingsovereenkomst met Natuurpunt had en dit goed loopt. Natuurpunt werkt met lokale vrijwilligers in de bossen ter uitvoering van het goedgekeurde beheerplan.
Voor de gemeentelijke bossen die niet vervat zitten in het bosbeheerplan/natuurbeheerplan of die niet mee overgedragen worden aan ANB, werd op de gemeenteraad van 31 augustus 2023 al beslist dat de gemeente hiervoor op ondersteuning kan rekenen van de Bosgroep Kempen Noord.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen van Wonen en Omgeving, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 107 van het decreet van 9 mei 2014 tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos - wijzigingsdecreet.
Afdeling 5 artikel 12 decies van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu.
Artikel 41 5° van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het goedkeuren van beheersovereenkomsten en samenwerkingsovereenkomsten
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de beheeroverdracht van de openbare bossen gelegen in de Schrieken naar Natuurpunt volgens overeenkomst in bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Deze nieuwe overeenkomst vervangt de vorige, die werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 25 maart 2004.
Woonwijk 't Suydt heeft te kampen met overlast ten gevolge van de werking van het bedrijf Janssen Pharmaceutica. In plaats van gebruik te maken van de voorziene bedrijfsparkings zijn er verschillende werknemers die hun wagen in de aanpalende woonwijk achterlaten. Niet alleen parkeert men in de bermen, maar ook andere zaken - zoals het achterlaten van afval - zijn een doorn in het oog van wijkbewoners.
Op een overleg met Janssen Pharmaceutica op 14 februari 2023 over het invoeren van een hoppinpunt vernamen we dat hun eigen parkings momenteel voldoende capaciteit hebben. Ook het bedrijf zelf krijgt klachten vanuit de wijk over geparkeerde auto's van werknemers.
Om een oplossing te bieden aan deze problematiek is er in de ruime omgeving van Janssen Pharmaceutica een blauwe zone ingevoerd. Om te kunnen optreden tegen overtreders is onlangs de signalisatie aangepast. Maar omdat dit de blauwe zone groter maakte dan voorheen, kwam hier protest op van verschillende bewoners.
Op 18 oktober 2023 was er een overleg met Wilfried Van Opstal, voorzitter wijkvereniging 't Suydt, de dienst mobiliteit, de burgemeester en de politie. Daar is na het bekijken van alle standpunten afgesproken de blauwe zone terug in te krimpen naar de originele situatie, aangezien de signalisatie duidelijk genoeg is om te kunnen handhaven.
Werknemers van Janssen Pharmaceutica worden geacht de bedrijfsparkings te gebruiken. Het bedrijf geeft zelf aan dat deze voldoende capaciteit hebben.
Om de parkeeroverlast tegen te gaan zijn eerder ook al met succes parkeerbeperkingen opgelegd in de Heibergstraat, Pastoriestraat en de Turnhoutseweg.
Voor de straten Zuidstraat, Berenlaan, Vossenlaan en een deel van de Kempenlaan is de uitbreiding van de blauwe zone E9 een te belastende maatregel voor de bewoners. Zijzelf en hun occasionele bezoekers zouden op bepaalde tijdstippen niet langer dan drie uur op de bermen kunnen parkeren terwijl niemand daar overlast ervaart van wagens van personeelsleden van Janssen Pharmacuetica.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen mobiliteit, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de politieverordeningen, in toepassing van de federale wetgeving.
Het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009.
Het gemeenteraadsbesluit van 14 december 2000 houdende de uitvaardiging van een aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg - Zonaal parkeren -3,5 Ton max.
Het gemeenteraadsbesluit van 31 oktober 2013 houdende de uitvaardiging van een aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg - Beperkte parkeertijd (blauwe zone) gewestweg N12 (Turnhoutseweg) en omliggende gemeentewegen.
Het gemeenteraadbesluit van 29 oktober 2020 houdende de uitvaardiging van een aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg - Wijk 't Suydt - Janssen Pharmaceutica - Zonaal parkeerverbod E1.
Het gemeenteraadbesluit van 30 maart 2023 houdende de uitvaardiging van een aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg - Wijk 't Suydt - Blauwe zone E9.
Artikel 3 uit het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg 'Wijk 't Suydt - Janssen Pharmaceutica - Blauwe zone E9' van 30 maart 2023 wordt als volgt aangepast:
"De maatregel in artikel 2 zal aan de weggebruikers ter kennis gebracht worden door middel van de verkeersborden zE9a (met aanduiding parkeerschijf), waaraan zonale geldigheid is toegekend conform artikel 65.5 van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer. Deze worden op volgende locaties geplaatst, telkens rechts van de rijrichting:
Artikel 2
Een afschrift van dit besluit wordt - na melding via het loket voor lokale besturen - overgemaakt aan:
Deze maatregel komt de veiligheid van de zwakke weggebruiker ten goede.
Voorliggende maatregel kadert binnen de verdere uitrol van het Intergemeentelijk Mobiliteitsplan - Beleidsplan van 28 april 2022.
Voorliggend maatregel kadert binnen het meerjarenplan:
actie 01.03.02.02 Maatregelen onderzoeken en implementeren om de omgeving van scholen en vrijetijdslocaties veiliger te maken
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen mobiliteit, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de politieverordeningen, in toepassing van de federale wetgeving.
Het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Het Intergemeentelijk mobiliteitsplan - Beleidsplan van 28 april 2022.
De fietszone in de schoolomgeving van KB Triangel en Lentekind wordt als volgt afgebakend:
Artikel 2
De maatregel in artikel 1 zal aan de weggebruikers ter kennis gebracht worden door middel van de verkeersborden F111,aangevuld met een pictogram van het bord in thermoplast op het wegdek, en F113.
Artikel 3
Een afschrift van dit besluit wordt - na melding via het loket voor lokale besturen - overgemaakt aan:
Deze maatregel:
actie 01.03.02.02 Maatregelen onderzoeken en implementeren om de omgeving van scholen en vrijetijdslocaties veiliger te maken
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen mobiliteit, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de politieverordeningen, in toepassing van de federale wetgeving.
Het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Het Intergemeentelijk mobiliteitsplan - Beleidsplan van 28 april 2022.
Het gemeenteraadsbesluit van 30 september 2021 betreffende de inrichting van een fietsstraat in de De Pastoor Mensaertstraat wordt opgeheven.
Artikel 2
De fietszone in de schoolomgeving van GBS Schransdries wordt als volgt afgebakend:
Artikel 2
De maatregel in artikel 1 zal aan de weggebruikers ter kennis gebracht worden door middel van de verkeersborden F111,aangevuld met een pictogram van het bord in thermoplast op het wegdek, en F113.
Artikel 3
Een afschrift van dit besluit wordt - na melding via het loket voor lokale besturen - overgemaakt aan:
Voorliggende maatregel kadert binnen de verdere uitrol van het mobiliteitsplan. D'Aestenstraat is een belangrijke schakel in ons toeristisch recreatief netwerk. In het mobiliteitsplan staat aangegeven D'Aestenstraat autoluw te maken en de verkeersveiligheid te verhogen, weliswaar rekening houdende met aanwezige agrarische bedrijvigheid. Met de aanleg van een tractorsluis kan aan deze doelstellingen tegemoet worden gekomen.
Voorliggende maatregel werd afgetoetst met het lokaal bestuur van Malle.
Deze maatregel komt de veiligheid van de zwakke weggebruiker ten goede en kadert binnen de verdere uitrol van het Intergemeentelijk Mobiliteitsplan - Beleidsplan van 28 april 2022.
D'Aestenstraat is een onderdeel van het Fietsknooppuntennetwerk Provincie Antwerpen en ligt tussen de knooppunten 52 en 81.
D'Aestenstraat is een onderdeel van de 8 zalighedenroute en van het Peggerspad.
D'Aestenstraat wordt gekenmerkt door een smal wegprofiel.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen mobiliteit, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de politieverordeningen, in toepassing van de federale wetgeving.
Het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
Het Intergemeentelijk Mobiliteitsplan - Beleidsplan van 28 april 2022.
In D'Aestenstraat wordt een tractorsluis geplaatst ter hoogte van de grens met Malle, zijnde de Koeischotse Loop.
Artikel 2
De maatregel in artikel 1 zal aan de weggebruikers ter kennis gebracht worden door middel van de verkeersborden
geplaatst aan de tractorsluis.
Artikel 3
Een afschrift van dit besluit wordt - na melding via het loket voor lokale besturen - overgemaakt aan:
Bij de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Turnhout door de Vlaamse overheid in 2004, bevestigde Vlaanderen de bedrijventerreinen in de Kanaalzone en voorzag ze in een aanzienlijke uitbreiding van het regionaal bedrijventerrein Beerse-Zuid. Het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan stelde dat voor beide bedrijvenzones een betere ontsluiting gezocht moest worden.
De ontsluiting van de regionale bedrijventerreinen in Beerse werd onder de projectnaam ‘Westrand’ in 2016 door de stad Turnhout en de drie gemeenten Beerse, Vosselaar en Oud-Turnhout bevestigd als één van de vier projecten die strategisch zijn voor de verdere ontwikkeling van de regio. Dit zorgde voor een nieuwe dynamiek in het proces, wat in 2018 leidde tot consensus over de ontsluiting van Westrand-Noord (bedrijventerreinen in de kanaalzone).
Op 30 november 2020 ging het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Kanaalzone Beerse van kracht, waardoor een nieuwe ontsluitingsweg kan aangelegd worden voor de regionale bedrijventerreinen langsheen het kanaal in Beerse. Wanneer deze nieuwe ontsluitingsweg gerealiseerd zal zijn, betekent dit een toename van het vrachtverkeer op het segment N12 tussen aansluiting met Nieuwe Dreef en het kruispunt met N132. Dit zal een grote impact hebben op het functioneren van het kruispunt, omwille van andere vervoerstromen met meer afslaande bewegingen van vrachtwagens.
Wat betreft de ontsluiting van de bedrijven ten zuiden van de N12 is er nog geen consensus.
Na het GRUP Regionaalstedelijk Gebied Turnhout volgde een streefbeeldstudie voor de gewestwegen in het gebied in 2005, dat werd herzien in 2016. De conclusie van de streefbeeldstudie was dat de ontsluiting verder uitgeklaard moet worden in een apart studieproces, waarbij expliciet verwezen wordt naar het strategisch project ‘Westrand’.
Het gewenste resultaat van de uit te voeren ruimtelijke én mobiliteitsstudie is:
1) Komen tot een eenduidige probleemdefinitie en projectdoelstellingen. Van daaruit komen tot oplossingen die voldoende draagvlak vinden bij de betrokkenen over:
Dit binnen een gebiedsgerichte aanpak met aandacht voor de ruimtelijke inpasbaarheid en in samenspraak met een groot aantal stakeholders.
2) Een startnota met tracékeuze voor zwaar verkeer tussen Nieuwe Dreef en E34. Ook de rol van de Kempenlaan dient in de startnota onderzocht te worden. Voor de N132 dient de focus te liggen op de fietsverbindingen binnen het gebied (zowel oversteken van N132 als de fietsverbindingen binnen het bredere gebied). De inhoud van deze startnota is zeer sterk verbonden met de startnota voor de HOV-verbinding op de N12.
Op maat van het project wordt een processtructuur en tijdslijn uitgetekend. Het studiebureau werkt in nauw overleg met de procesverantwoordelijke van het project. De opdracht om het proces te coördineren wordt door AWV en de gemeenten gegeven aan het samenwerkingsverband Regio in Transitie.
Deze studie is onlosmakelijk verbonden met de opdracht die AWV uitschrijft om te komen tot een startnota voor het segment van de N12 tussen het kruispunt met Hei-einde te Vlimmeren tot aan de R13 waarin over dit segment een schetsontwerp (grondplannen, typedwarsprofielen, kruispuntoplossingen) wordt uitgewerkt voor de Hoogwaardig Openbaar Vervoercorridor.
Stappen in het proces
In 2020-2021 is een verkennende nota “Westrand-Zuid” opgemaakt. Het verkennend onderzoek startte vanuit de vraag naar een gewenste ontsluiting voor de bedrijvenzone Beerse-Zuid en Janssen Pharmaceutica, rekening houdende met de toekomstige nieuwe ontsluiting van de bedrijven in de Kanaalzone van Beerse (Westrand-Noord). Via gesprekken met verschillende belanghebbenden, kregen we een eerste zicht op de verschillende actoren in het projectgebied (groene kader) en hun belangen. We stelden vast dat er veel potentieel conflicterende belangen zijn, die niet allemaal gerelateerd zijn aan mobiliteit. Het is dan ook belangrijk dat de verschillende functies van het gebied bestudeerd en met elkaar in relatie gebracht worden, om tot een gedragen oplossing te komen.
De verkennende nota werd door de colleges van Beerse, Lille en Vosselaar respectievelijk op 29 maart, 22 april en 12 juli 2021 goedgekeurd. Ook AWV Antwerpen hechtte haar goedkeuring aan de nota.
De colleges gaven opdracht aan Regio in Transitie om op basis van de verkennende nota het gesprek verder te zetten met AWV om tot bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst te komen, waarin zowel inhoudelijke afspraken met betrekking tot de studieopdracht als financiële afspraken opgenomen worden. Deze gesprekken werden opgevolgd door de burgemeesters van de drie gemeenten.
Wanneer de samenwerkingsovereenkomst door alle partijen goedgekeurd is, kan de studie opgestart worden (verwachte timing: voorjaar 2024). De duurtijd van de studie is 2 jaar.
Voorliggende samenwerkingsovereenkomst Studie Westrand-Zuid is de eerste stap die genomen moet worden om te komen tot een geschikte oplossing voor de ontsluiting van de regionale bedrijventerreinen in Beerse van N12 tot E34.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen mobiliteit, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst met AWV voor de studie van Westrand-Zuid.
Sinds 2006 loopt er een samenwerkingsovereenkomst tussen het lokaal bestuur en Blenders/Digidak, een lokale dienst van algemeen economisch belang (DAEB).
Het nieuwe kader van individueel maatwerk zorgt voor vereenvoudiging en bouwt verder op 4 maatregelen voor mensen met een arbeidsbeperking die verdwijnen: de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), de Sociale Inschakelingseconomie (SINE), de Lokale Diensteneconomie (LDE), de maatwerkafdelingen (MWA) van collectief maatwerk. Voor elk van die 4 gelden er overgangsmaatregelen.
Door de invoering van dit nieuwe kader werd de wettelijke basis voor de LDE-initiatieven en opdrachten weggenomen. Er is voorzien in een overgangsfase die loopt van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025. Vanaf 2026 wordt deze werkingssubsidie structureel en decretaal ingebed in het nieuwe ondersteuningsdecreet.
Voor LDE-initiatieven die gekozen hebben een individueel maatwerkinitiatief te worden, zal dit reeds rechtstreeks door WSE worden gesubsidieerd. Voor de LDE-initiatieven die kozen voor de overgangsfase (LDE-medewerkers blijven, maar statuut is uitdovend) of collectief maatwerk, loopt de financiering tijdens de overgangsfase via de lokale besturen.
Deze LDE-initiatieven werden via een enquête bevraagd over de activiteiten die ze voor een lokaal bestuur organiseren. De algemeen directeurs ontvingen hierover communicatie van WSE begin juni 2023 met een overzicht van de resultaten van deze LDE-enquête (zie bijlage).
De werkingssubsidie is geoormerkt en kan uitsluitend voor het opzetten en organiseren van aanvullende lokale diensten (ALD) aangewend worden. Zoniet wordt het bedrag teruggevorderd.
Tijdens de overgangsfase kent WSE de subsidie jaarlijks toe aan de lokale besturen. Het bedrag wordt in schijven uitgekeerd aan het lokaal bestuur, die dit bedrag herverdeelt. Het lokaal bestuur maakt in de rapportering gebruik van de externe rapporteringscode WSE-ALD. Voor 2023 is het totaal voorziene bedrag 4822.21 euro.
In dit lokaal bestuur betreft het de dienstverlening van WEB vzw (klusdienst Assist), Blenders en Fluxgo met volgende bijhorende FTE:
Bedrijf | FTE | % van totaal |
Fluxgo | 0.01 | 1.06 |
Blenders | 0.25 | 26.60 |
WEB | 0.68 | 72.34 |
Om aan de vraag van WSE tegemoet te komen, bestendigen we de bestaande samenwerkingsovereenkomst met Blenders binnen het kader van de aanvullende lokale diensten (ALD) en zetten we verder in op deze lokale dienst van algemeen economisch belang (DAEB). De opdracht is namelijk niet gewijzigd.
Deze beslissing geldt maximum voor de periode van de overgangsfase tot eind 2025. We voegen deze toe als addendum aan de samenwerkingsovereenkomst.
Om in aanmerking te komen voor deze werkingssubsidie in het kader van ALD voldoet het initiatief, naast de DAEB-voorwaarden, ook aan de voorwaarden van aanvullende lokale diensten:
In de bijlage vind je de verantwoording van Blenders terug (zie bijlage 3).
Op basis van de doorgekregen FTE heeft Blenders recht op 26.60% van het door het lokaal bestuur te herverdelen bedrag.
Volgens de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies en artikel 2 van het gemeenteraadsbesluit 'Subsidieverdeling verenigingen 2023' van 22 december 2022, is Blenders vrijgesteld van de verplichtingen inzake voorlegging van balans, rekeningen, verslag over beheer en financiële toestand.
Mevrouw Annemie Guns, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Besluit van de EU Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies.
Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, hoofdstuk 8 afdeling 3 aanvullend lokaal dienstenaanbod.
De gemeenteraad bestendigt de bestaande samenwerkingsovereenkomst met Blenders betreffende de DAEB-opdracht van Digidak, goedgekeurd op het college van burgemeester en schepenen van 15 mei 2023.
Artikel 2
De gemeenteraad kent binnen de overgangsfase van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025 het proportioneel deel van 26.60% van de door WSE toegekende werkingssubsidie aanvullende lokale diensten toe aan Blenders.
Er wordt aan Blenders gevraagd om het vermijden van oversubsidiëring aandachtig op te volgen en de staatsteunregels te respecteren.
Artikel 3
De gemeenteraad en Blenders voegen deze beslissing als een addendum toe aan de samenwerkingsovereenkomst.
Het gemeentebestuur werkt al vele jaren samen met Fluxgo (vroeger gekend onder de naam 'toeristische kantonniers') voor het onderhoud van toeristische infrastructuur en hulp bij op- en afbouw van evenementen.
Het nieuwe kader van individueel maatwerk zorgt voor vereenvoudiging en bouwt verder op 4 maatregelen voor mensen met een arbeidsbeperking die verdwijnen: de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), de Sociale Inschakelingseconomie (SINE), de Lokale Diensteneconomie (LDE), de maatwerkafdelingen (MWA) van collectief maatwerk. Voor elk van die 4 gelden er overgangsmaatregelen.
Door de invoering van dit nieuwe kader werd de wettelijke basis voor de LDE-initiatieven en opdrachten weggenomen. Er is voorzien in een overgangsfase die loopt van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025. Vanaf 2026 wordt deze werkingssubsidie structureel en decretaal ingebed in het nieuwe ondersteuningsdecreet.
Voor LDE-initiatieven die gekozen hebben een individueel maatwerk initiatief te worden, zal dit reeds rechtstreeks door WSE worden gesubsidieerd. Voor de LDE-initiatieven die kozen voor de overgangsfase (LDE-medewerkers blijven, maar statuut is uitdovend) of collectief maatwerk, loopt de financiering tijdens de overgangsfase via de lokale besturen.
Deze LDE-initiatieven werden via een enquête bevraagd over de activiteiten die ze voor een lokaal bestuur organiseren. De algemeen directeurs ontvingen hierover communicatie van WSE begin juni 2023 met een overzicht van de resultaten van deze LDE-enquête (zie bijlage).
De werkingssubsidie is geoormerkt en kan uitsluitend voor het opzetten en organiseren van aanvullende lokale diensten (ALD) aangewend worden. Zoniet wordt het bedrag teruggevorderd.
Tijdens de overgangsfase kent WSE de subsidie jaarlijks toe aan de lokale besturen. Het bedrag wordt in schijven uitgekeerd aan het lokaal bestuur, die dit bedrag herverdeelt. Het lokaal bestuur maakt in de rapportering gebruik van de externe rapporteringscode WSE-ALD. Voor 2023 is het totaal voorziene bedrag 4822,21 euro.
In dit lokaal bestuur betreft het de dienstverlening van WEB vzw (klusdienst Assist), Blenders en Fluxgo met volgende bijhorende FTE:
Bedrijf | FTE | % van totaal |
Fluxgo | 0.01 | 1.06 |
Blenders | 0.25 | 26.60 |
WEB | 0.68 | 72.34 |
Om aan de vraag van WSE tegemoet te komen, bestendigen we de bestaande samenwerkingsovereenkomst met Fluxgo binnen het kader van de aanvullende lokale diensten (ALD) en zetten we verder in op deze lokale dienst van algemeen economisch belang (DAEB). De opdracht is namelijk niet gewijzigd.
Deze beslissing geldt maximum voor de periode van de overgangsfase tot eind 2025. We voegen deze toe als addendum aan de samenwerkingsovereenkomst.
Om in aanmerking te komen voor deze werkingssubsidie in het kader van ALD voldoet het initiatief, naast de DAEB-voorwaarden, ook aan de voorwaarden van aanvullende lokale diensten:
In de bijlage vind je de verantwoording van Fluxgo terug (zie bijlage 3).
Op basis van de doorgekregen FTE heeft Fluxgo recht op 1.06% van het door het lokaal bestuur te herverdelen bedrag.
Volgens de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies enartikel 2 van het gemeenteraadsbesluit 'Subsidieverdeling verenigingen 2023' van 22 december 2022, is Fluxgo vrijgesteld van de verplichtingen inzake voorlegging van balans, rekeningen, verslag over beheer en financiële toestand.
Schepen Ingrid Van Genechten geeft toelichting bij dit agendapunt.
Besluit van de EU Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies.
Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, hoofdstuk 8 afdeling 3 aanvullend lokaal dienstenaanbod.
De gemeenteraad bestendigt de bestaande samenwerkingsovereenkomst met Fluxgo betreffende de DAEB-opdracht, goedgekeurd op het college van burgemeester en schepenen van 13 december 2021.
Artikel 2
De gemeenteraad kent binnen de overgangsfase van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025 het proportioneel deel van 1.06% van de door WSE toegekende werkingssubsidie aanvullende lokale diensten toe aan Fluxgo. Er wordt aan Fluxgo gevraagd om het vermijden van oversubsidiëring aandachtig op te volgen en de staatsteunregels te respecteren.
Artikel 3
De gemeenteraad en Fluxgo voegen deze beslissing als een addendum toe aan de samenwerkingsovereenkomst.
Sinds 2015 loopt er een samenwerkingsovereenkomst tussen het lokaal bestuur en Klusdienst Assist (WEB), een lokale dienst van algemeen economisch belang (DAEB). Door deze samenwerking kunnen 55-plussers uit onze gemeente gebruik maken van dit aanbod. Bovendien kunnen maatschappelijk werkers ook mensen toeleiden op basis van een aantal criteria zoals beperkt inkomen en hulpbehoevendheid.
Het nieuwe kader van individueel maatwerk zorgt voor vereenvoudiging en bouwt verder op 4 maatregelen voor mensen met een arbeidsbeperking die verdwijnen: de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), de Sociale Inschakelingseconomie (SINE), de Lokale Diensteneconomie (LDE), de maatwerkafdelingen (MWA) van collectief maatwerk. Voor elk van die 4 gelden er overgangsmaatregelen.
Door de invoering van dit nieuwe kader werd de wettelijke basis voor de LDE-initiatieven en opdrachten weggenomen. Er is voorzien in een overgangsfase die loopt van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025. Vanaf 2026 wordt deze werkingssubsidie structureel en decretaal ingebed in het nieuwe ondersteuningsdecreet.
Voor LDE-initiatieven die gekozen hebben een individueel maatwerk initiatief te worden, zal dit reeds rechtstreeks door WSE worden gesubsidieerd. Voor de LDE-initiatieven die kozen voor de overgangsfase (LDE-medewerkers blijven, maar statuut is uitdovend) of collectief maatwerk, loopt de financiering tijdens de overgangsfase via de lokale besturen.
Deze LDE-initiatieven werden via een enquête bevraagd over de activiteiten die ze voor een lokaal bestuur organiseren. De algemeen directeurs ontvingen hierover communicatie van WSE begin juni 2023 met een overzicht van de resultaten van deze LDE-enquête (zie bijlage 3).
De werkingssubsidie is geoormerkt en kan uitsluitend voor het opzetten en organiseren van aanvullende lokale diensten (ALD) aangewend worden. Zoniet wordt het bedrag teruggevorderd.
Tijdens de overgangsfase kent WSE de subsidie jaarlijks toe aan de lokale besturen. Het bedrag wordt in schijven uitgekeerd aan het lokaal bestuur, die dit bedrag herverdeelt. Het lokaal bestuur maakt in de rapportering gebruik van de externe rapporteringscode WSE-ALD. Voor 2023 is het totaal voorziene bedrag 4822.21 euro.
In dit lokaal bestuur betreft het de dienstverlening van WEB vzw (klusdienst Assist), Blenders en Fluxgo met volgende bijhorende FTE:
Bedrijf | FTE | % van totaal |
Fluxgo | 0.01 | 1.06 |
Blenders | 0.25 | 26.60 |
WEB | 0.68 | 72.34 |
Om aan de vraag van WSE tegemoet te komen, bestendigen we de bestaande samenwerkingsovereenkomst met WEB (klusdienst Assist) binnen het kader van de aanvullende lokale diensten (ALD) en zetten we verder in op deze lokale dienst van algemeen economisch belang (DAEB). De opdracht is namelijk niet gewijzigd.
Deze beslissing geldt maximum voor de periode van de overgangsfase tot eind 2025. We voegen deze toe als addendum aan de samenwerkingsovereenkomst.
Om in aanmerking te komen voor deze werkingssubsidie in het kader van ALD voldoet het initiatief, naast de DAEB-voorwaarden, ook aan de voorwaarden van aanvullende lokale diensten:
In de bijlage vind je de verantwoording en de resultaatrekening van WEB terug (bijlage 4 en 5).
Op basis van de doorgekregen FTE heeft WEB recht op 72.34% van het door het lokaal bestuur te herverdelen bedrag.
Volgens de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies en artikel 2 van het gemeenteraadsbesluit 'Subsidieverdeling verenigingen 2023' van 22 december 2022, is WEB vrijgesteld van de verplichtingen inzake voorlegging van balans, rekeningen, verslag over beheer en financiële toestand.
Mevrouw Annemie Guns, voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Besluit van de EU Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van subsidies.
Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling, hoofdstuk 8 afdeling 3 aanvullend lokaal dienstenaanbod.
De gemeenteraad bestendigt de bestaande samenwerkingsovereenkomst met WEB vzw betreffende de DAEB-opdracht van Klusdienst Assist, goedgekeurd op de gemeenteraad van 27 november 2014 en bestendigd op het college van burgemeester en schepenen van 5 augustus 2019, mits aanpassing van artikel 2, Compensatiemechanisme:
Artikel 2
De gemeenteraad kent binnen de overgangsfase van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2025 het proportioneel deel van 72.34% van de door WSE toegekende werkingssubsidie aanvullende lokale diensten toe aan WEB vzw.
Er wordt aan WEB gevraagd om het vermijden van oversubsidiëring aandachtig op te volgen en de staatsteunregels te respecteren.
Artikel 3
De gemeenteraad en WEB vzw voegen deze beslissing als een addendum toe aan de samenwerkingsovereenkomst.
De dienst groen en wegen van de gemeente voert werken uit voor derden. Het betreft werken die uitgevoerd worden bij schadegevallen of op specifieke vraag (bv. herstellen van stoepen, terugplaatsen van verkeersborden, ontruimen van het wegdek na verkeersongeval, enz.). De gemeente vraagt een bijdrage ter vergoeding van geleverde prestaties.
Het algemene prijspeil is sinds het vorige reglement van 2019 sterk gestegen.
Verschillende benamingen stemmen niet meer overeen met wijzigingen in het organogram van de organisatie.
De retributie wordt voorgesteld uit overwegingen van billijkheid ten aanzien van het gedeelte van de inwoners dat geen gebruik wenst te maken van de geleverde diensten. Het gaat om een redelijke vergoeding van de prestaties die zoveel mogelijk de werkingskosten dekt.
De prijzen worden in overeenstemming gebracht met het gestegen prijspeil en de benamingen van medewerkers aangepast naar het huidige organogram.
De heer Hans Woestenborghs, schepen van financiën, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Uurloon teamleider | 40 euro/uur |
Uurloon technieker | 36 euro/uur |
Uurloon technisch medewerker | 32 euro/uur |
Uurloon medewerker | 30 euro/uur |
Uurloon medewerker schoonmaak | 30 euro/uur |
Kost bestelwagen en bestuurder | 46 euro/uur |
Kost graafmachine en bestuurder | 66 euro/uur |
Kost vrachtwagen en bestuurder | 66 euro/uur |
Kost veegmachine en bestuurder | 72 euro/uur |
Kost hoogwerker en bestuurder | 77 euro/uur |
Kost gebruik machines (houtbewerking, trilplaat, enz.) | 19 euro/uur |
Stortkosten | 220 euro/ton |
Kosten gebruikte materialen en externe diensten | aan werkelijke kostprijs |
Forfaitair bedrag voor gebruik elektriciteit en/of water | 28 euro |
Elektriciteitsverbruik | 2 euro/dag |
Waterverbruik | 2 euro/dag |
Artikel 5
Het retributiereglement 'Terugvordering van kosten van werken uitgevoerd voor rekening van derden', goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2019, wordt opgeheven vanaf 1 januari 2024.
Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen beschikken over door de overheid goedgekeurde leerplannen.
Een schoolbestuur kan ervoor kiezen om eigen leerplannen te ontwikkelen en in te dienen of gebruik te maken van leerplannen die door derden worden ontwikkeld en ingediend.
De leerplannen zijn voor de onderwijsinspectie een aanvullend instrument om het kwaliteitsbeleid van een school te kaderen.
Het naleven van de reglementering over de leerplannen is een erkenningsvoorwaarde.
Een officiële school moet bovendien als erkenningsvoorwaarde de leerplannen volgen van ofwel OVSG, POV of het gemeenschapsonderwijs, ofwel eigen leerplannen ermee verenigbaar.
Een leerplan moet voldoen aan de volgende decretale en reglementaire criteria:
Het schoolbestuur houdt ook rekening met de volgende bijkomende criteria over het pedagogisch project van de scholen:
OVSG heeft ten behoeve van zijn schoolbesturen en met respect voor de lokale autonomie onder de naam Leer Lokaal een nieuw geïntegreerd leerplan ontwikkeld voor de basisschool met ingang van 1 september 2023. Dit digitaal leerplan (online tool met achterliggende databank) bevat de authentieke en decretaal vastgelegde onderdelen, maar het is ruimer dan dat. Leer Lokaal bestaat namelijk uit een basisleerlijn, ondersteunende doelen, verdiepende doelen en uitbreidingsdoelen en vertrekt vanuit de zestien Europese sleutelcompetenties.
OVSG heeft Leer Lokaal ingediend bij de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie heeft een advies tot definitieve goedkeuring uitgebracht. De Vlaamse Regering heeft Leer Lokaal definitief goedgekeurd.
Het schoolbestuur wenst op voorstel van de directeuren gebruik te maken van Leer Lokaal voor zijn scholen van het basisonderwijs.
Het schoolbestuur stelt na toetsing vast dat Leer Lokaal voldoet aan alle criteria en kiest daarom voor het gebruik van Leer Lokaal in zijn scholen van het basisonderwijs.
De heer Bart Craane, burgmeester bevoegd voor onderwijs, geeft toelichting bij voorliggend agendapunt.
Het leerplan Leer Lokaal van OVSG wordt gebruikt in de scholen van het gemeentelijk basisonderwijs, met name:
Het decreet van 5 mei 2023 over leersteun bepaalt dat een schoolbestuur moet aansluiten bij één leersteuncentrum (LSC) naar keuze, met uitzondering van een specifiek leersteuncentrum type 4, 6 of 7, georganiseerd door een bestuur van het eigen of een ander onderwijsnet, om leersteun te kunnen ontvangen voor de leerlingen en leerkrachten van zijn school/scholen voor gewoon onderwijs (gewoon basisonderwijs en gewoon secundair onderwijs).
Een dergelijk LSC biedt leersteun aan scholen voor gewoon onderwijs (gewoon basisonderwijs en gewoon secundair onderwijs) die leerlingen hebben met:
Het schoolbestuur van de gemeente Beerse heeft de volgende scholen voor gewoon basisonderwijs:
Deze scholen hebben leerlingen met de hierboven vermelde verslagen. Het schoolbestuur was tot en met schooljaar 2022-2023 aangesloten bij het ondersteuningsnetwerk NOA.
De nieuwe LSC’s komen in de plaats van de huidige ondersteuningsnetwerken. Volgens de ontwerptekst van de memorie van toelichting kiest de Vlaamse Regering hiermee voor een nieuw ondersteuningsmodel:
De Vlaamse Regering heeft met de representatieve verenigingen van inrichtende machten (waaronder OVSG) en het gemeenschapsonderwijs op 10 februari 2023 een protocol afgesloten over waar de LSC's mogen worden opgericht en door welke besturen (protocol landschap LSC).
Het schoolbestuur moet zijn keuze meedelen aan het betrokken leersteuncentrum en aan AGODI uiterlijk een maand na de publicatie van dit protocol landschap LSC.
Het LSC waarbij het schoolbestuur wenst aan te sluiten is Leersteuncentrum gemeentelijk en stedelijk onderwijs regio Kempen KOSMOS.
Het schoolbestuur wenst aan te sluiten bij het Leersteuncentrum gemeentelijk en stedelijk onderwijs regio Kempen KOSMOS om voor de leerlingen en leerkrachten van de eigen scholen te voorzien in professionele leersteun. Deze leersteun komt in de plaats van de ondersteuning door het ondersteuningsnetwerk NOA dat vanaf 1 september 2023 ophield te bestaan.
Het Leersteuncentrum gemeentelijk en stedelijk onderwijs regio Kempen KOSMOS is een zelfstandige instelling, ingericht in samenwerkingsverband tussen de besturen van Geel, Mol en Beerse. Het is opgenomen in het protocol landschap LSC waardoor het voorlopig erkend zal zijn voor het schooljaar 2023-2024 en het schooljaar 2024-2025.
De keuze voor Leersteuncentrum gemeentelijk en stedelijk onderwijs regio Kempen KOSMOS werd positief geadviseerd tijdens de bijeenkomst van de schoolraad op 20 maart 2023.
Het schoolbestuur voldoet aan de voorwaarden voor aansluiting zoals omschreven in de onderwijsreglementering.
Het schoolbestuur moest zijn keuze meedelen aan het betrokken leersteuncentrum en aan AGODI uiterlijk een maand na de publicatie van het vermelde protocol landschap LSC. Dit gebeurde door de directeurs van de respectievelijke scholen voor gewoon basisonderwijs via de online toepassing 'Mijn Onderwijs'. Door deze zeer strakke timing was het college van burgemeester en schepenen genoodzaakt om bij hoogdringendheid een voorlopige beslissing te nemen.
De gemeenteraad moet deze voorlopige beslissing - na de definitieve goedkeuring van het decreet over leersteun en de feitelijke oprichting van het LSC - bekrachtigen om uitwerking te kunnen hebben. Bijgevolg wenst het schoolbestuur de voorlopige beslissing van het college van burgmeester en schepenen van 27 februari 2023 tot aansluiting bij het vermelde LSC te bekrachtigen.
De heer Bart Craane, burgemeester bevoegd voor onderwijs, geeft toelichting bij voorliggend agendapunt.
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
Het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad.
Het decreet over leersteun van 5 mei 2023, goedgekeurd in het Vlaams Parlement op 2 mei 2023 en bekrachtigd op 5 mei 2023 door de Vlaamse Regering.
Het protocol van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023 ter oprichting van de leersteuncentra.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 februari 2023 betreffende aansluiting bij het leersteuncentrum LSC KOSMOS.
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 27 februari 2023 om aan te sluiten bij het leersteuncentrum LSC Kosmos.
Het schoolbestuur sluit bijgevolg op 1 september 2023 met zijn scholen gewoon basisonderwijs aan bij het Leersteuncentrum gemeentelijk en stedelijk onderwijs regio Kempen KOSMOS.
Ieder schoolbestuur maakt voor elk van zijn scholen een schoolwerkplan dat ten minste de volgende onderdelen bevat:
Het schoolwerkplan van Gemeentelijke Basisschool De Singel is toegevoegd als bijlage.
De directie en het schoolteam van de Gemeentelijke Basisschool De Singel hebben het schoolwerkplan bijgestuurd en uitgewerkt waarvoor zij goedkeuring vragen aan de gemeenteraad als vertegenwoordiging van de inrichtende macht.
De heer Bart Craane, burgemeester bevoegd voor onderwijs, geeft toelichting bij voorliggend agendapunt.
Artikel 47 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 bepaalt dat ieder schoolbestuur voor elk van zijn scholen een schoolwerkplan maakt.
Het schoolwerkplan van Gemeentelijke Basisschool De Singel, toegevoegd als bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.
De officiële naam van de gemeentelijke basisschool gevestigd op het adres Albertstraat 1, 2340 Beerse is Gemeentelijke Basisschool.
Lokaal is deze school bekend onder de naam Gemeentelijke Basisschool BAB.
De directie vraagt de naam van de school te wijzigen in Gemeentelijke Basisschool BAB.
Door de naamswijziging van Gemeentelijke Basisschool in Gemeentelijke Basisschool BAB wordt de officiële naam van de school in overeenstemming gebracht met naam die nu al gangbaar is voor de school.
Het directiecollege van Scholengemeenschap Beerse gaf in haar overleg op 23 november 2023 een positief advies.
De heer Bart Craane, burgemeester bevoegd voor onderwijs, geeft toelichting bij voorliggend agendapunt.
Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.
De naam van de gemeentelijke basisschool met instellingsnummer 8789 gevestigd te Beerse, Albertstraat 1, wordt gewijzigd van Gemeentelijke Basisschool in Gemeentelijke Basisschool BAB.
De voorbije jaren zijn op de begraafplaatsen van de Den Hout en Beekakker ontgravingen uitgevoerd. In 2024 zal op begraafplaats Heiakker een ontgraving plaats vinden. Voor deze drie begraafplaatsen worden nu gedenkmonumenten aangekocht waarop de namen van de overledenen zullen worden aangebracht.
In het kader van de opdracht “Aankoop gedenkmonumenten begraafplaatsen” werd een bestek met nr. 2023-1326 opgesteld door gemeente Beerse.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 33.057,85 excl. btw of € 40.000,00 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Als limietdatum voor het indienen van de offertes wordt 18 januari 2024 om 15.00 uur voorgesteld.
Mevrouw Nancy Snels, schepen burgerzaken, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
Artikel 42, § 1, 1° a) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 140.000,00 niet).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
Artikel 90, 1° van het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
Het bestek met nr. 2023-1326 en de raming voor de opdracht “Aankoop gedenkmonumenten begraafplaatsen”, opgesteld door gemeente Beerse worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 33.057,85 excl. btw of € 40.000,00 incl. 21% btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
Volgende ondernemers worden uitgenodigd om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking:
- Centaservices bv, Sneeuwbeslaan 29 bus 22 te 2610 Wilrijk (Antwerpen);
- Grafzerken Aerts, Veldstraat 114 te 2340 Beerse;
- Tuytelaers nv, Klein Ravels 87 te 2380 Ravels;
- Claes Sierbeton, Hamerslagstraat 13 te 3900 Pelt.
Artikel 4
De offertes dienen het bestuur ten laatste te bereiken op 18 januari 2024 om 15.00 uur.
Artikel 13 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad stelt dat de gemeenteraadsleden het recht hebben om aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schritelijke vragen te stellen.
Artikel 13 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad biedt de het publiek de gelegenheid tot het stellen van vragen aan de raadsleden na afhandeling van de agenda van de openbare zitting.
De gemeenteraad neemt kennis van volgende vragen en mededelingen:
Lili Jansen:
Jan Van Dijck:
Bart Craane:
Nancy Snels: