De voorzitter van de raad is verhinderd wegens ziekte.
Hij droeg zijn rol als voorzitter voor de zittingen van 31 maart 2022 schriftelijk over aan de burgemeester.
De rol van voorzitter van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn kan voor de zittingen van 31 maart 2022 waargenomen worden door de burgemeester, die daarvoor als raadslid schriftelijk de opdracht kreeg van voorzitter Freddy Smans, die verhinderd zelf is.
Artikel 7 §5 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de voorzitter van de gemeenteraad die tijdelijk verhinderd is, zich kan laten vervangen door het raadslid dat hij daarvoor schriftelijk aanduidt. Artikel 69 bepaalt dat de voorzitter van de gemeenteraad van rechtswege ook voorzitter is van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De raad neemt kennis van het feit dat Bart Craane, burgemeester, de rol opneemt van voorzitter tijdens de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 31 maart 2022.
De raad neemt kennis van het verslag van de zitting van 27 januari 2022.
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan het verslag van de zitting van 27 januari 2022.
Artikel 13 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad stelt dat de gemeenteraadsleden het recht hebben om aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schritelijke vragen te stellen.
Artikel 13 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad biedt de het publiek de gelegenheid tot het stellen van vragen aan de raadsleden na afhandeling van de agenda van de openbare zitting.
De gemeenteraad neemt kennis van volgende vragen vanuit het publiek:
Er werden geen vragen ontvangen vanuit het publiek.
De Klampovenstraat (lokale weg type III), gelegen in open agrarisch gebied en uitgerust met een dubbelrichtingsfietspad aan de westzijde, is een belangrijke schakel in ons toeristisch recreatief netwerk. Met de directe aanwezigheid van toeristische attractiepolen als een Duivelskuil en Ekstergoor, is het gebruik van zachte verkeersmodi in de omgeving dan ook hoog. De zachte weggebruikers ervaren de karakteristieken van het aanwezige verkeer van personenwagens, in combinatie met aanwezige type aan wegdek, als zeer hinderlijk.
Het college is van oordeel dat deze omgeving, met in hoofdzaak haar recreatieve en agrarische karakter, dient gevrijwaard te worden van de doorgaande beweging van personenwagens en het bijgevolg aangewezen is het gebruik van deze weg te beperken tot de hoofdgebruikers. Met de aanleg van een tractorsluis kan aan deze doelstellingen tegemoet worden gekomen.
Alle eigenaars van percelen in de Kongostraat en Klampovenstraat werden op de hoogte gebracht via een schrijven van de plannen van het bouwen van een tractorsluis op het einde van de asfaltverharding.
Hierop kwamen 2 reacties binnen.
Samen met deze betrokkenen werd beslist om de tractorsluis te plaatsen ter hoogte tussen percelen A131C (13043_A_0131_C_000_00) en A132 (13043_A_0132___000_00).
Deze maatregel komt de veiligheid van de zwakke weggebruiker ten goede.
Voorliggend maatregel kadert binnen het meerjarenplan:
actie 01.03.02.02 Maatregelen onderzoeken en implementeren om de omgeving van scholen en vrijetijdslocaties veiliger te maken
De Klampovenstraat is een onderdeel van erkend fietsnetwerk en ligt tussen de knooppunten 73 en 81.
Door het plaatsen van de tractorsluis wordt nog een extra stimulans gegeven om gebruik te maken van de fiets als lokaal verplaatsingsmiddel.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen van Mobiliteit, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de politieverordeningen, in toepassing van de federale wetgeving.
Het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer.
In de Klampovenstraat wordt een tractorsluis geplaatst, 50 meter voorbij de verharding van de weg (vanuit N12).
Artikel 2
De maatregel in artikel 1 zal aan de weggebruikers te kennis gebracht worden door middel van de verkeersborden
- C3, met de onderborden :
- blauw : - tractorsluis
- uitgezonderd landbouwvoertuigen en menners
- M12
geplaatst aan de tractorsluis
- F45b aan volgende kruispunten
* N12 en Klampovenstraat
* Kongostraat en Klampovenstraat
- F45L aan volgend kruispunt
* Oostmalseweg en Klampovenstraat
- A51, met blauw onderbord 50 meter, geplaatst op 50 meter van de tractorsluis
Artikel 3
Een afschrift van dit besluit wordt - na melding via het loket voor lokale besturen - overgemaakt aan:
Het college nam in zitting van 1 december 2018 de beslissing over te gaan tot het inrichten van een 'schoolstraat', bij wijze van proef vanaf 07 januari 2019 tot vrijdag 05 april 2019.
Het college nam vervolgens in de paasvakantie de beslissing om het proefproject te verlengen tot het einde van het schooljaar 2018-2019 i.f.v. o.a. het nog te voeren vervolgonderzoek.
Op 11 juni 2019 vond de eindevaluatie plaats i.v.m. inrichting naar een schoolstraat van de Hoogstraat.In navolging daarvan nam het college in zitting van 25 november 2019 het besluit de proefopstelling te bestendigen in een permanente vorm door middel van dynamische oplichtende borden.
Aanvullend is het nodig signalisatie te plaatsen in de Kerkstraat om duidelijk te maken dat men de Hoogstraat niet mag inrijden gedurende de drukke begin-en einduren van de school. Hiervoor is het nodig gebodsborden C31a en C31b met uitzonderingsbord M3 te plaatsen te samen met onderbord wanneer deze borden van toepassing zijn.
De organisatie van een schoolstraat kadert volledig binnen de intergemeentelijke mobiliteitsvisie op stadsregionaal niveau, nl. het toepassen van het STOP-principe i.f.v. duurzaam lokaal verplaatsingsgedrag.
De situatie aan de schoolpoort wordt vaak als onveilig ervaren. Daardoor brengen nog meer ouders hun kinderen met de auto naar school. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel. Een schoolstraat doorbreekt die vicieuze cirkel en zorgt ervoor dat de omgeving rond de schoolpoort rustiger en menselijker wordt.
Ook de positieve impact op milieuvlak mag hier niet onderschat worden. In vele schoolomgevingen in Vlaanderen is het gehalte fijn stof immers hoog.
Overwegende dat gemotoriseerd verkeer toch nog vaak te laat heeft opgemerkt dat de Hoogstraat gedurende bepaalde periodes niet ingereden mag worden (vooral vanuit de Kerkstraat).
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen van Mobiliteit, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en in bijzonderheid artikel 2.68 Bepalingen - Schoolstraat en artikel 22undecies - Verkeer in schoolstraten
Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988.
Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Artikel 40 §3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de gemeentelijke reglementen vaststelt, waaronder de politieverordeningen, in toepassing van de federale wetgeving.
Het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer.
Het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.
Het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
De omzendbrief MOB/2009/01 van 03 april 2009.
Dynamische oplichtende borden C3 worden op 3 kruispunten geplaatst : Hoogstraat - Kerkstraat; Deken Verhulststraat - Dorpstraat; Hoogstraat - Lepelstraat. Voorzien van onderbord met de schooluren.
Artikel 2
De borden van artikel 1 worden in werking gesteld tijdens de drukke periode op schooldagen, zijnde
Artikel 3
Geeft opdracht om het plaatsen van verbodsborden C31a en C31b in de Kerkstraat, geplaatst volgens locatie in bijlage.
Artikel 4
Geeft opdracht om de borden vermeld in artikel 3 te voorzien van een blauw onderbord met info over de periode wanneer de borden van toepassing zijn. Deze zijn dezelfde als vermeld in artikel 2.
Artikel 5
Een afschrift van dit besluit wordt - na melding via het loket voor lokale besturen - overgemaakt aan:
Om aan de Steenbakkersdam tussen brug 4 en Turnhout een fietspad van 4 meter breed aan te leggen moet het openbaar domein uitgebreid worden. De gemeenteraad dient de ontworpen rooilijnplannen voor de Steenbakkersdam goed te keuren.
Steenbakkersdam is een openbare weg die wordt aangewend voor openbaar verkeer naar de bedrijven en doorgaand verkeer voor zwakke weggebruikers op de as Turnhout - Antwerpen.
Het college van burgemeester en schepenen stelde in zitting van 2 mei 2016 Arcadis Gedas aan om een ontwerp te maken voor Steenbakkersdam.
De huidige breedte tussen rooilijn en kanaal is onvoldoende om een uitgeruste weg met aanliggende fietsinfrastructuur in te passen.
Bij opmaak van het wegenisontwerp en opmaak van het rooilijnplan werd getracht de percelen minimaal te belasten.
Het ontworpen plan zal de veiligheid en het comfort van de weggebruikers verhogen en een meerwaarde betekenen voor de ontsluiting van bedrijven langs Steenbakkersdam.
De voorlopige vaststelling van het rooilijnplan is een eerste fase, waarna een openbaar onderzoek en de definitieve vaststelling volgen.
Mevrouw Ingrid Van Genechten, schepen van Openbare Werken, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 41, §2, 11° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen.
Artikel 4.2.20 §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 bepaalt dat bij de vergunning lasten kunnen worden opgelegd, waaronder de verplichting om eigendom aan de overheid af te staan voor openbare wegen, groene of verharde ruimten, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen, of de gronden waarop die zullen worden aangelegd.
Artikel 16-19 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen.
De gemeenteraad erkent de noodzaak van de te realiseren rooilijn om een veilige en kwaliteitsvolle weginfrastructuur te kunnen realiseren.
De gemeenteraad geeft voorlopige goedkeuring aan het opmetings- en innameplan opgemaakt door Arcadis Belgium NV Koningsstraat 80 te B - 1000 Brussel, mits het plan verduidelijkt wordt.
De gemeente verklaart deze afstand te aanvaarden als zijnde voor openbaar nut. De afgestane grond is bestemd om te worden ingelijfd bij het openbaar domein.
De gemeenteraad geeft opdracht het openbare onderzoek te starten.
De gemeenteraad zal uiterlijk 60 dagen na het einde van het openbaar onderzoek het rooilijnplan definitief vaststellen.
Het inrichten van speelstraten is binnen gemeente Beerse toegelaten. Er is een oud reglement in voege, met een beperkt aantal mogelijkheden van periodes om een speelstraat in te richten. De aanvraagprocedure is verouderd en niet meer toegankelijk voor de inwoners van Beerse.
In 2021 is er naar aanleiding van de geannuleerde buitenspeeldag een actie op poten gezet rond het inrichten van een speelstraat. Er zijn vanuit de inwoners veel positieve reacties gekomen op deze actie.
Met de nieuwe versie van het gemeentelijk reglement speelstraten zetten we in op:
Vanuit de koepelorganisatie Bataljong wordt er ingezet op 365 dagen buiten spelen. Buiten spelen is steeds minder vanzelfsprekend. Kinderen leren hun eigen buurt vooral kennen door er buiten te spelen. Zo raken ze met steeds meer plekken en mensen vertrouwd.
Door het gemeentelijk reglement speelstraten terug onder de aandacht te brengen en de inwoners meer mogelijkheden te geven om een speelstraat in te richten, wordt er ingezet op het vergroten van de sociale cohesie bij de inwoners en worden ze gestimuleerd om kinderen buiten te laten spelen.
Door het aanvraagsysteem te digitaliseren wordt het voor de inwoners makkelijker om een aanvraag in te dienen.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen Vaart, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Wettelijke bepalingen
Wettelijke voorwaarden
Bijkomende voorwaarden in Beerse
1. De speelstraten worden enkel ingericht op gemeentewegen waar de toegelaten snelheid niet hoger is dan 50 km/u en waar de verblijfsfunctie overweegt op verkeersfunctie.
2. De bereikbaarheid van de omliggende straten mag niet in het gedrang komen. Er moeten mogelijkheden zijn voor een normale doorstroming van het verkeer rond de speelstraat. Er mogen hierbij geen onveilige verkeerssituaties gecreëerd worden. Omkeerbewegingen moeten vermeden worden.
3. Naast de volledige straat moet de mogelijkheid bestaan dat er slechts een deel van de straat als speelstraat ingericht wordt. Dit wordt zeker toegepast als het gaat om lange straten of in straten met veel kruispunten.
4. Een speelstraat kan enkel ingericht worden als minimaal 3 peters/meters (speelstraat- verantwoordelijken) zich engageren voor de organisatie ervan. De afspraken tussen gemeente Beerse en de peters/meters worden vastgelegd in een afsprakennota. De peters/meters zijn vrijwilligers en hebben een aantal plichten :
Er kan de afspraak gemaakt worden dat de peters en meters een beurtrol uitwerken (vb. voormiddag / namiddag). Dit maakt dat niet alle meters en peters constant aanwezig moeten zijn. Meer dan 5 buurtbewoners kunnen meters en peters zijn. Zo wordt er voor gezorgd dat het project door heel de buurt ondersteund en gedragen wordt.
5. In geval van schade aan derden kan de gemeente niet verantwoordelijk gesteld worden. De bewoners blijven aansprakelijk voor eventueel toegebrachte schade door henzelf of hun kinderen aan derden. Het inrichten van een speelstraat ontslaat ouders niet van het toezicht op hun kinderen.
6. Een speelstraat kan enkel ingericht worden als 80% van de bewoners akkoord gaat. Dit percentage wordt vastgelegd aan de hand van een bewonersenquête. Elk huisnummer dat in de straat woont, heeft hierbij één stem.
7. De speelstraat kan enkel worden ingericht tijdens de schoolvakanties (krokus-, pasen-, zomer-, herfst- en kerstvakantie) en in juni en september.
8. Tijdens de korte schoolvakantie en in juni en september mag er een speelstraat georganiseerd worden voor een aaneensluitende periode van maximum 7 dagen (inclusief weekends).
9. Tijdens de zomervakantie (juli en augustus) is er een keuze uit:
De mogelijke periodes kunnen door een beslissing van het college eventueel worden gewijzigd na evaluatie van het voorgaande jaar.
10. De maximum speelstraaturen zijn van 10 tot 22 uur.
11. Er kan - in overleg met de bewoners uit de straat - geheel of gedeeltelijk parkeerverbod ingelast worden.
Aanvraag
De procedure
Stopzetten van de speelstraat
Indien bewoners bepalingen van het reglement niet naleven kan de beslissing tot het inrichten van de speelstraten steeds ingetrokken worden door het college van burgemeester en schepenen.
Dit reglement treedt in voege na goedkeuring door de gemeenteraad.
Het vorige reglement omtrent speelstraten wordt opgeheven.
Met ingang van 1 september 2021 is de functionering- en evaluatiecyclus voor het gesubsidieerd personeel van het onderwijs gewijzigd.
Er is een evaluatiereglement opgesteld en er zijn nieuwe functiebeschrijvingen opgemaakt.
De gemeenteraad dient het evaluatiereglement goed te keuren.
De functiebeschrijvingen worden vastgesteld bij besluit van de algemeen directeur.
De gemeenteraad is bevoegd om het evaluatiereglement goed te keuren.
Het protocol van akkoord van het afzonderlijk bijzonder onderhandelings- en overlegcomité (ABOC) van 10 maart 2022.
De heer Bart Craane, burgemeester, bevoegd voor Onderwijs, geeft toelichting bij voorliggend agendapunt.
Decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding, de hoofdstukken Vbis en Vter.
§1 De directeur wordt aangeduid als eerste evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden aangesteld in een wervingsambt in zijn instelling.
§2 De algemeen directeur wordt aangeduid als tweede evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden in wervingsambten.
§3 De directeur wordt aangeduid als eerste evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden aangesteld in een ander bevorderingsambt of in een selectieambt.
§4 De algemeen directeur wordt aangeduid als tweede evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden in een ander bevorderingsambt dan dat van directeur of in een selectieambt.
§5 De algemeen directeur wordt aangeduid als de evaluator van de directeur(s).
De tweede evaluator bewaakt het proces, bewaakt de kwaliteit en waakt over de objectiviteit en de eenvormigheid van de evaluaties over de personeelsleden heen.
Voor de evaluatoren wordt in het kader van het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken een opleiding voorzien zodat de evaluator voldoende competent is om met kennis van zaken en op een objectieve evenwichtige manier een oordeel uit te spreken over het presteren van het personeelslid. Daartoe wordt bij OVSG ingeschreven voor de opleiding voor evaluatoren.
§1 De eerste evaluator nodigt het personeelslid per email uit voor een eerste formeel functioneringsgesprek. Hij kondigt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand aan.
§2 Het personeelslid kan per email een functioneringsgesprek vragen. Het gesprek vindt plaats binnen een redelijke termijn na de vraag. De datum van het gesprek wordt bepaald door de eerste evaluator.
§3 Van het eerste formeel functioneringsgesprek wordt door de eerste evaluator een verslag opgemaakt conform het model van OVSG. In dit verslag worden persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen opgenomen. Dit verslag wordt ondertekend door de eerste evaluator en ter ondertekening voor ontvangst aan het personeelslid voorgelegd. Het verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier dat beheerd wordt door de eerste evaluator.
§4 De eerste evaluator houdt de coachingshistoriek bij conform het model van OVSG.
§1 De evaluatie gebeurt op basis van de functiebeschrijving, de instellingsgebonden opdrachten, de doelstellingen van de onderwijsinstelling en het schoolbestuur, zoals besproken in de functioneringsgesprekken.
§2 De eerste evaluator bepaalt het tijdstip van het evaluatiegesprek en deelt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand per mail mee.
§3 De eerste evaluator stelt het evaluatieverslag op conform het model van OVSG. Dit verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier.
De eerste evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en desgevallend naar de tweede evaluator.
De laatste wijzigingen in het arbeidsreglement van Scholengemeenschap Beerse dateren van 18 december 2014. Het volledige arbeidsreglement is herzien.
De basis voor het arbeidsreglement is het model van OVSG.
Het huidige arbeidsreglement van Scholengemeenschap Beerse is aan actualisatie toe. De gemeenteraad is bevoegd om het nieuwe arbeidsreglement goed te keuren.
Het protocol van akkoord van het afzonderlijk bijzonder onderhandelings- en overlegcomité (ABOC) van 10 maart 2022.
De heer Bart Craane, burgemeester, bevoegd voor Onderwijs, geeft toelichting bij voorliggend agendapunt.
De wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
De wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.
De wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Het decreet van 27 maart 1997 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingebegeleiding.
Het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs.
Het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs.
Het bestaande arbeidsreglement van Scholengemeenschap Beerse wordt opgeheven bij inwerkingtreding van het arbeidsrgelement vermeld in Artikel 2.
Het hierbij gevoegde arbeidsreglement voor de scholen van Scholengemeenschap Beerse, zijnde
wordt goedgekeurd.
Het arbeidsreglement vermeld in artikel 2 treedt in werking op 1 april 2022.
De rechtspositieregeling van de gemeente wordt aangepast wat het rouwverlof betreft (Titel VI Verloven en afwezigheden - Hoofdstuk IV Het omstandigheidsverlof - artikel 202 §1).
Dit gebeurt naar aanleiding van het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2021 tot wijziging van art. 136 en 209 van Besluit van de Vlaamse Regering voor de rechtspositieregeling van de gemeente en art. 99 van het Besluit van de Vlaamse Regering voor de rechtspositieregeling van het OCMW (BS 14.10.2021, inwerkingtreding 01.01.2021), waarin het omstandigheidsverlof in het kader van het rouwverlof wordt gewijzigd in uitvoering van het Regeerakkoord 2019 - 2024.
De wetgeving omtrent het rouwverlof is gewijzigd.
De heer Hans Woestenborghs, schepen Personeel en Organisatie, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 186 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel vaststelt, en de raad voor maatschappelijk welzijn die van het OCMW.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en de wijziging via het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012.
De gemeenteraad keurde op 25 juni 2009 de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel goed die daarna verschillende keren gewijzigd werd. De laatste wijziging dateert van 16 december 2021.
Volgende wijzigingen worden aangebracht in artikel 202 §1 van de rechtspositieregeling:
Art. 202. §1. Het personeelslid krijgt omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:
1° huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten: | 4 werkdagen, aaneensluitend op te nemen in de week voor of na het huwelijk of het afleggen van de verklaring van wettelijke samenwoning. Het verlof kan eventueel gespreid worden over het burgerlijk en kerkelijk huwelijk. |
2° bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer: | 15 werkdagen voor een geboorte vanaf 1 januari 2021, 20 werkdagen voor een geboorte vanaf 1 januari 2023, op te nemen binnen de 4 maanden vanaf de bevalling. |
|
|
3° overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, van een kind van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner, of van een pleegkind in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden: | 10 werkdagen. Als volgt op te nemen: 1) de eerste 3 dagen tijdens de periode die begint te lopen op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis. (In overleg met de algemeen directeur en/of de direct leidinggevende kan van deze opnameperiode in specifieke situaties worden afgeweken). 2) de 7 resterende dagen tijdens het jaar dat volgt op de dag van het overlijden. |
3°/1 overlijden van de vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder, schoonzoon of schoondochter van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner: | 4 werkdagen
|
3°/2 overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van het personeelslid in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden: | 4 werkdagen Langdurige pleegzorg: de pleegzorg waarbij het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin van het personeelslid in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar het personeelslid zijn verblijfplaats heeft. |
3°/3 overlijden van een pleegkind in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden: | 1 werkdag Kortdurende pleegzorg: alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg, vermeld in punt 3°/2. |
4° huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner: | 2 werkdagen, aaneensluitend op te nemen in de week voor of na het huwelijk. Het verlof kan eventueel gespreid worden over het burgerlijk en kerkelijk huwelijk. |
5° overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner: | 2 werkdagen, op te nemen binnen de 2 weken volgend op de dag van het overlijden. |
6° overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner: | 1 werkdag, de dag van de begrafenis. |
7° huwelijk van een bloed- of aanverwant:
| de dag van het huwelijk |
8° priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer: | de dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmende plechtigheid bij een andere erkende eredienst |
9° plechtige communie van een kind van de werknemer of van de samenwonende of | de dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de |
huwelijkspartner; deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd; deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige communie: | eerstvoorgaande of eerstvolgende werkdag |
10° gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige: | de nodige tijd, maximaal één dag |
11° deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van een arbeidsrechtbank: | de nodige tijd |
De rechtspositieregeling wordt aangepast wat de fietsvergoeding betreft (Titel VIII. De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen - Hoofdstuk V. De vergoeding voor reis- en verblijfskosten - artikel 378 en 386).
Naar aanleiding van het Besluit van de Vlaamse Regering van 24 september 2021 tot wijziging van art. 136 en 209 van Besluit van de Vlaamse Regering voor de rechtspositieregeling van de gemeente en art. 99 van het Besluit van de Vlaamse Regering voor de rechtspositieregeling van het OCMW (BS 14.10.2021, inwerkingtreding 01.01.2021) wordt in uitvoering van het Regeerakkoord 2019-2024 de fietsvergoeding gewijzigd in functie van de speedpedelec.
De wetgeving omtrent de fietsvergoeding betreffende de speedpedelec is geactualiseerd.
De heer Hans Woestenborghs, schepen Personeel en Organisatie, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 186 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel vaststelt, en de raad voor maatschappelijk welzijn die van het OCMW.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, en de wijziging via het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2012.
De gemeenteraad keurde op 25 juni 2009 de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel goed die daarna verschillende keren gewijzigd werd. De laatste wijziging dateert van 16 december 2021.
Artikels 378 en 386 van de rechtspositieregeling, Titel VIII. De toelagen, vergoedingen en sociale voordelen, Hoofdstuk V. De vergoeding voor reis- en verblijfskosten, Afdeling II. De vergoeding voor reiskosten worden als volgt aangepast:
Art. 378. §1. Het personeelslid dat voor dienstreizen van zijn eigen motorvoertuig gebruikmaakt, heeft recht op een vergoeding van 0,2903 euro per kilometer (basisbedrag à 100%). De kilometervergoeding dekt alle kosten die gepaard gaan met het gebruik van het eigen motorvoertuig, met uitzondering van de parkeerkosten.
Onder motorvoertuig wordt verstaan: een auto, motorfiets of bromfiets.
Het personeelslid heeft recht op de terugbetaling van eventuele parkeerkosten.
Het personeelslid dat voor dienstreizen van de eigen fiets of speedpedelec gebruikmaakt, ontvangt 0,15 euro per kilometer (basisbedrag à 100%).
§ 2. Aan het personeelslid dat een reizende functie uitoefent wordt voor het gebruik van zijn privé-voertuig een forfaitaire vergoeding betaald. In dit geval dient hij geen kostenstaat in.
§3. De bedragen van de kilometervergoeding en de forfaitaire vergoeding worden jaarlijks op 1 juli automatisch aangepast aan het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen door de van kracht zijnde bedragen te vermenigvuldigen met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het consumptie-indexcijfer van de maand mei van het voorgaande jaar en de teller gelijk is aan het consumptie-indexcijfer van de maand mei van het lopende jaar.
§4. Het bestuur heeft een omniumverzekering voor dienstverplaatsingen afgesloten.
Art. 386. §1. Het personeelslid ontvangt een maandelijkse fietsvergoeding van 14,5 cent (basisbedrag à 100%) per afgelegde kilometer wanneer hij de afstand van en naar het werk volledig of gedeeltelijk aflegt met de fiets of speedpedelec. Dit bedrag wordt aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk aangepast. De aanpassing gebeurt met behulp van de coëfficiënt, vermeld in artikel 178 §2 van het wetboek op de inkomstenbelastingen 1992. Na de toepassing van deze coëfficiënt, wordt dit bedrag afgerond tot de hogere of lagere cent, naargelang het cijfer van de duizendsten al dan niet 5 bereikt.
§2. De berekening gebeurt op basis van de afstand tussen de woonplaats en de werkplek van de aanvrager en het aantal keren dat de rit gemaakt wordt. De afstanden worden in vogelvlucht gemeten op de stafkaart 1/25.000. De omrijfactor wordt vastgesteld op 1,2.
De algemeen directeur stelt per werknemer die van de fietspremie wil genieten de afstand tussen de werkplek en de woonplaats vast.
§3. Om in aanmerking te komen voor de fietspremie dient het personeelslid aan te tonen dat de fiets of speedpedelec gebruikt is om van en naar het werk te rijden.
Dit aantonen gebeurt door het dagelijks bijhouden van een register, op een voor iedereen zichtbare plaats op de werkplek. In dit register tekent het personeelslid bij aankomst op zijn persoonlijk blad aan of de woon-werkverplaatsing al dan niet volledig met de fiets of speedpedelec is gemaakt.
De noodzaak is tijdens de coronaperiode en het daaruit volgende verplichte thuiswerk ontstaan om een thuiswerkvergoeding uit te werken voor de personeelsleden van het Lokaal Bestuur Beerse.
Er werd een protocol afgesloten met de vakorganisaties op 7 maart 2022 om een thuiswerkvergoeding in te voeren voor de medewerkers van het Lokaal Bestuur Beerse.
De heer Hans Woestenborghs, schepen Personeel en Organisatie, geeft toelichting bij voorliggend agendapunt.
Het besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2007.
Verleent goedkeuring aan de uitvoering van een thuiswerkvergoeding voor Lokaal Bestuur Beerse, toe te passen volgens de volgende modaliteiten:
Het bestuur wil de pensioenkloof tussen haar statutair personeel en contractueel personeel verkleinen en voorziet bijgevolg in een tweede pensioenpijler voor de totaliteit van haar contractueel personeel.
Tot op heden was het bestuur aangesloten bij de groepsverzekering die na bemiddeling van de VVSG, aangeboden werd door Ethias en Belfius Insurance. Die verzekeraars hebben in juni 2021 de lopende groepsverzekeringsovereenkomst per 1 januari 2022 opgezegd.
Het bestuur heeft voor het voorzien in een tweede pensioenpijler de keuze tussen enerzijds een overheidsopdracht voor een groepsverzekering bij een verzekeraar en anderzijds het aansluiten bij een instelling voor bedrijfspensioen-voorziening (pensioenfonds).
Na onderhandelingen met de VVSG werd OFP PROVANT omgevormd tot OFP PROLOCUS (een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening met ondernemingsnummer 0809.537 155), een pensioenfonds waarbij alle lokale besturen van het Vlaamse Gewest kunnen toetreden.
Door de toetreding bij een IBP is men meer betrokken bij het beheer van zijn pensioenfinanciering; in tegenstelling tot een groepsverzekering vaardigt het bestuur een vertegenwoordiger af in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS en het heeft naast controlebevoegdheid ook de mogelijkheid om – indien nodig - punten op de agenda van de algemene vergadering te zetten.
In tegenstelling tot een groepsverzekering streeft een IBP geen winsten ten voordele van de organisatie zelf na.
Een IBP heeft ruime beleggingsmogelijkheden, zodat een ruimer rendement mogelijk is dan in een tak 21 verzekering, zonder dat dit enige garantie inhoudt.
Het bestuur kan toetreden tot OFP PROLOCUS zonder overheidsopdracht vermits aan de voorwaarden van een in house opdracht voldaan zijn; het bestuur oefent immers ten eerste via de algemene vergadering waar ze lid van wordt, toezicht uit op OFP PROLOCUS zoals op haar eigen diensten; ten tweede behelst meer dan 80% van de activiteiten van de OFP PROLOCUS de uitvoering van taken die hem zijn toegewezen door de controlerende overheden, nl. het voorzien in aanvullende pensioenen voor lokale en provinciale besturen; ten derde is er geen directe participatie van privékapitaal in de OFP PROLOCUS en ten vierde is OFP PROLOCUS zelf onderworpen aan de wetgeving op de overheidsopdrachten.
OFP PROLOCUS zal, in het verlengde van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, zwaar inzetten op het duurzaam karakter van zijn beleggingen.
Het aanbod van OFP PROLOCUS vereist, net zoals de groepsverzekering die tot eind 2021 werd aangehouden bij Ethias en Belfius Insurance, geen werknemersbijdragen, voorziet in een overlijdensdekking en een kapitaalsuitkering.
De mogelijkheid bestaat van een zogeheten “steprate” bijdrage; het is dus mogelijk om op het gedeelte van het loon dat boven het maximumplafond voor de berekening van het wettelijke pensioen uitkomt, een hogere toezegging te doen om zo het verschil tussen een statutair pensioen en een wettelijk pensioen verder te verkleinen.
Er bestaan drie soorten pensioenplannen (defined benefit of vaste prestaties, cash balance en defined contribution of vaste bijdragen). De voorgestelde formule is een vastebijdragenplan, waarin de werkgever belooft een bepaalde bijdrage (een bijdrage uitgedrukt als een percentage van het aan de RSZ onderworpen brutoloon) te betalen zonder vastgesteld rendement. De behaalde rendementen worden toegekend conform het kaderreglement.
Het bestuur betaalt de vastgestelde bijdrage. Wanneer het wettelijk minimumrendement niet behaald wordt, moet het bestuur bijkomende bijdragen betalen. In elk geval moet voor de aangeslotenen het wettelijk minimum rendement (momenteel 1,75% voor actieve aangeslotenen (een aangeslotene in dienst van het bestuur), 0% voor passieve aangeslotenen (een aangeslotene die het bestuur verlaten heeft en zijn pensioenreserves in OFP PROLOCUS heeft laten staan) behaald worden.
Het bestuur voorziet als bijkomende veiligheid de eerste vijf jaar, bovenop de middelen nodig voor de pensioentoezegging, in een extra prefinanciering van 5 % om zo de kans op het betalen van bijkomende bijdragen te verkleinen. Deze prefinanciering blijft ter beschikking van het bestuur ter financiering van latere bijdragen.
Het bestuur kan met andere rechtspersonen waarmee ze nauwe banden heeft (AGB’s, OCMW) een MIPS-Groep vormen, waarbinnen een interne mobiliteit is voor het personeel zonder dat dit gevolgen heeft voor de pensioentoezegging van het personeelslid. Binnen een MIPS-groep speelt een onderlinge solidariteit.
De kosten voor de werking van OFP PROLOCUS voor 2022 worden forfaitair vastgelegd op 1000 euro per jaar per werkgever en 10 euro per jaar per aangeslotene. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd tot en met 2024. Nadien zal een meer stabiel systeem van kostenvergoeding worden uitgebouwd, gebaseerd op de werkelijke kosten enerzijds en het werkelijke aantal aangesloten besturen en medewerkers anderzijds.
De statuten, de beheersovereenkomst, het financieringsplan (algemeen luik en specifiek luik VVSG), de Verklaring inzake Beleggingsbeginselen (algemeen luik en specifiek luik VVSG), het Kaderreglement en het bijzonder pensioenreglement, en de toetredingsakte werden toegevoegd als bijlage bij dit besluit.
De VVSG en de drie vakbonden bereikten een akkoord over het kaderreglement. De oorspronkelijke versie werd nog op enkele punten aangepast:
De nodige kredieten zijn voorzien in de meerjarenplanning.
Het college van 14 maart 2022 gaf haar principieel akkoord om met ingang van 1 januari 2022 toe te treden tot OFP PROLOCUS en de eraan gekoppelde modaliteiten qua pensioentoezegging.
De intentie werd geuit om een MIPS-groep te vormen met gemeente en OCMW Beerse om de interne mobiliteit van het personeel tussen beiden entiteiten te bevorderen.
De op basis van het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen ingehouden worden door de RSZ en daarna doorgestort worden aan OFP PROLOCUS.
Voormelde intentieverklaring van het college en voormelde documenten werden in het bijzonder onderhandelingscomité van 7 maart 2022 besproken.
Er moet een vertegenwoordiger aangeduid worden om het bestuur te vertegenwoordigen in de algemene vergadering van OFP PROLOCUS.
Na de beslissing tot toetreding moet dit aan OFP PROLOCUS meegedeeld worden en de algemene vergadering van OFP PROLOCUS moet de kandidatuur goedkeuren.
De heer Hans Woestenborghs, schepen Personeel en Organisatie, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De raad neemt kennis van en stemt in met
Kennis wordt genomen van de verklaring inzake beleggingsbeginselen (SIP) (algemeen luik en luik VVSG) en de statuten.
Artikel 2
Met ingang van 1 januari 2022 treedt het bestuur toe tot OFP PROLOCUS (Afzonderlijk vermogen VVSG); de raad richt hiertoe onverwijld een verzoek tot aanvaarding als lid van de Algemene Vergadering tot OFP PROCOLUS.
Artikel 3
De raad stemt in met het feit dat de door het financieringsplan verschuldigde bijdragen en de kosten voor het functioneren van OFP PROLOCUS zullen worden geïnd door de RSZ in naam en voor rekening van OFP PROLOCUS.
Artikel 4
De pensioentoezegging bedraagt 3% van het pensioengevend loon (geen steprate).
Artikel 5
Er is geen aanvullende toezegging.
Artikel 6
Er is geen inhaaltoezegging.
Artikel 7
Het bestuur vormt samen met gemeente en OCMW Beerse een zogenaamde MIPS-groep.
Artikel 8
De heer Hans Woestenborghs wordt afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van OFP Prolocus en de heer Bart Craane wordt aangeduid als vervanger van voorgaande indien die niet aanwezig kan zijn, met 17 stemmen voor, 1 tegen en 2 onthoudingen.
Artikel 9
De voorzitter van de raad en de algemeen directeur worden gemachtigd om de noodzakelijke vervolgstappen te nemen voor de uitvoering van voormelde beslissingen.
De huidige Sophos firewall is 5 jaar oud en aan vernieuwing toe om de veiligheid van ons netwerk te blijven garanderen. Momenteel bestaat ons netwerk al gedeeltelijk uit vernieuwde switchen van het merk Extreme, maar zijn er ook nog een heel aantal oude switchen op verschillende locaties, die niet centraal beheerd kunnen worden. Er zijn nu switchen van verschillende merken in omloop met andere manier van configuratie, wat het managen ervan bemoeilijkt en het heel tijdrovend maakt om switch per switch na te kijken of aan te passen.
De combinatie van een goed opgezette firewall, alsook een centraal beheer van de switchen zal de veiligheid van ons netwerk verhogen. Om ons netwerk op te delen in VLAN's, om zo de veiligheid op de verschillende locaties te garanderen, is het nodig om te streven naar technische uniformiteit en een centraal beheer van de configuratie.
We vervangen de switches door het merk Extreme omdat we reeds andere gebouwen uitgerust hebben met dezelfde switches. Andere merken implementeren is geen optie.
We streven naar uniformiteit en technische compatibiliteit.
De gunning van deze switches gebeurt aan Cipal Schaubroeck omwille van volgende redenen:
De heer Hans Woestenborghs, schepen ICT, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Koninklijk besluit 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, meer bepaald Art. 38/1 Aanvullende werken, leveringen of diensten: “Een wijziging mag zonder nieuwe plaatsingsprocedure worden doorgevoerd, voor door de oorspronkelijke opdrachtnemer te verrichten aanvullende werken, leveringen of diensten die noodzakelijk zijn geworden en die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen, indien de verandering van opdrachtnemer:
1° niet mogelijk is om economische of technische redenen, zoals wanneer de aanvullende goederen of diensten uitwisselbaar of interoperabel moeten zijn met bestaande uitrusting, diensten of installaties die in het kader van de oorspronkelijke opdracht zijn verworven; en
2° tot aanzienlijk ongemak of een aanzienlijke kostenstijging zou leiden voor de aanbesteder.”
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor de aankoop van de Sophos firewall volgens de prijsopgave met referentie CS014768 bij Cipal Schaubroeck voor een eenmalige kost van 21.187,26 EUR excl BTW (hardware + installatie/configuratie) en een maandelijks supportcontract van 328,40 EUR excl BTW.
Artikel 2
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor de aankoop van de Extreme switchen volgens de prijsopgave met referentie CS012803_B bij Cipal Schaubroeck voor een eenmalige kost van 27.116,95 EUR excl BTW (hardware + installatie/configuratie) en een maandelijks supportcontract van 862,80 EUR excl BTW.
Momenteel zijn de scholen uitgerust met verouderde switchen en een grote verscheidenheid van merk en model.
Deze switchen zijn dringend aan vervanging toe om te voldoen aan onze netwerkeisen voor het centraal netwerkbeheer van de scholengemeenschap. Ze zorgen voor de datacommunicatie tussen de verschillende gebouwen enerzijds en voor de connecties met end-user devices anderzijds. Het niet vervangen van deze switches kan ervoor zorgen dat alle intern gekoppelde toestellen niet meer kunnen communiceren met onze server infrastructuur en bijgevolg medewerkers niet meer kunnen werken met hun laptop of pc.
We vervangen de switchen door het merk Extreme omdat we reeds andere gebouwen uitgerust hebben met dezelfde switchen. Andere merken implementeren is geen optie.
We streven naar uniformiteit en technische compatibiliteit.
De gunning van deze switches gebeurt aan Cipal Schaubroeck omwille van volgende redenen:
De heer Hans Woestenborghs, schepen ICT, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Koninklijk besluit 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, meer bepaald Art. 38/1 Aanvullende werken, leveringen of diensten: “Een wijziging mag zonder nieuwe plaatsingsprocedure worden doorgevoerd, voor door de oorspronkelijke opdrachtnemer te verrichten aanvullende werken, leveringen of diensten die noodzakelijk zijn geworden en die niet in de oorspronkelijke opdracht waren opgenomen, indien de verandering van opdrachtnemer:
1° niet mogelijk is om economische of technische redenen, zoals wanneer de aanvullende goederen of diensten uitwisselbaar of interoperabel moeten zijn met bestaande uitrusting, diensten of installaties die in het kader van de oorspronkelijke opdracht zijn verworven; en
2° tot aanzienlijk ongemak of een aanzienlijke kostenstijging zou leiden voor de aanbesteder.”
De gemeenteraad geeft goedkeuring voor de aankoop van de switchen volgens de prijsopgave met referentie CS013908 bij Cipal Schaubroeck voor een eenmalige kost van 42.053,38 EUR excl BTW (hardware + configuratie) en een maandelijkse onderhoudskost van 546,44 EUR excl BTW.
UiTPAS Kempen is één van de ondertussen 14 UiTPAS regio’s in Vlaanderen. Gemeenten / regio’s kunnen een aanvraag indienen om erkend te worden als nieuwe UiTPAS regio, of kunnen de vraag stellen aan te sluiten bij een bestaande UiTPASregio.
Gemeente Merksplas en de gemeenten verbonden aan de projectverenigingen Stuifzand en Neteland kozen voor deze laatste optie.
De gemeenteraad van Merksplas en de gemeenten verbonden aan de projectverenigingen Stuifzand en Neteland zullen de geactualiseerde overeenkomsten die gelden voor UiTPAS Kempen goedkeuren: de Basisovereenkomst en de Algemene voorwaarden tussen ‘de lokale kaartsysteembeheerder’ (in dit geval UiTPAS Kempen) en Publiq.
Cultuurcoördinatie Turnhout geeft positief advies. De toetreding van de gemeente Merksplas en de gemeenten verbonden aan de projectverenigingen Stuifzand en Neteland zijn een meerwaarde voor de UiTPAS Kempen-werking. Door de uitbreiding van het werkingsgebied vergroot het vrijetijdsaanbod aanzienlijk en worden meer mensen gestimuleerd om deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten.
De stuurgroep van UiTPAS Kempen besprak de formele vragen van de gemeente Merksplas (brief 13 december 2021) en de projectverenigingen Stuifzand (brief 3 december 2021) en Neteland (brief 10 december 2021) en formuleerde een positief advies.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen Vaart, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Keurt de toetreding van de gemeente Merksplas en de gemeenten verbonden aan de projectvereniging Stuifzand (Balen, Dessel, Geel, Laakdal, Meerhout, Mol en Retie) en projectvereniging Neteland (Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Olen en Vorselaar) goed.
De gemeenten Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar vormden in april 2016 de UiTPASregio Kempen. De naam UiTPAS Kempen werd bewust gekozen om uitbreiding van het samenwerkingsverband mogelijk te maken. Deze vier gemeenten en Cultuurnet Vlaanderen sloten toen de Basisovereenkomst af.
Deze Basisovereenkomst legt de samenwerking tussen de betrokken partijen vast.
In de Algemene Voorwaarden worden de afspraken verder uitgewerkt op algemeen niveau met specifieke afwijkingen op lokaal niveau (DEEL 2: Regiospecifieke afspraken). Als bijlagen bij de Algemene Voorwaarden zijn volgende documenten opgenomen:
In 2018 trad Ravels toe tot UiTPAS Kempen en in 2020 deden Lille en Hoogstraten hetzelfde. Telkens moest hiervoor een addendum op deze regionale basisovereenkomst opgemaakt worden dat goedgekeurd diende te worden door alle betrokken gemeenteraden en Cultuurnet.
De gemeenteraden van de huidige UiTPAS Kempen regio (Beerse, Lille, Hoogstraten, Oud- Turnhout, Ravels, Turnhout en Vosselaar) keurden de toetreding van de gemeente Merksplas en de gemeenten verbonden aan de projectvereniging Stuifzand (Balen, Dessel, Geel, Laakdal, Meerhout, Mol en Retie) en projectvereniging Neteland (Grobbendonk, Herentals, Herenthout, Olen en Vorselaar) goed.
Ondertussen breidde cultuurnet de werking uit, veranderde van naam en werd “Publiq”.
De Basisovereenkomst en de daarbij horende Algemene Voorwaarden waren aan een update toe en werden geactualiseerd, niet fundamenteel gewijzigd. De grootste verschillen zitten vooral in hoofdstukken 5 (privacyvoorwaarden aangepast aan de vereisten van de GDPR) en 8 (aanbod van de dienstverlening is grondiger uitgewerkt).
Omwille van de grote uitbreiding is het een grote meerwaarde om met alle betrokken gemeenten en projectverenigingen dezelfde geactualiseerde basisovereenkomst goed te keuren. De algemene afspraken werden verfijnd en bij de regiospecifieke afspraken werd een extra criterium toegevoegd om recht te hebben op een UiTPAS met kansentarief.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen Vaart, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Verleent goedkeuring aan de geactualiseerde Basisovereenkomst tussen publiq en de lokale kaartsysteembeheerders voor UiTPAS Kempen en de daarbij horende Algemene Voorwaarden. Deze geactualiseerde overeenkomst vervangt de eerder goedgekeurde overeenkomst en de addenda gekoppeld aan de toetredingen van Ravels, Lille en Hoogstraten.
De gemeenten Arendonk, Hoogstraten, Merksplas en Ravels hadden in 2019 de ambitie om hun beleid rond onroerend erfgoed verder uit te bouwen. Een aansluiting bij de deelwerking onroerend erfgoed van Erfgoed Noorderkempen bleek op dat moment niet de meest wenselijke keuze. Er werd geopteerd om voor een aparte erkenning als Intergemeentelijke Onroerenderfgoeddienst (IOED) te gaan. Merksplas haakte toen af, maar de andere gemeenten namen hiervoor middelen op in hun begroting. Men richtte een aparte projectvereniging op en op 15 januari 2020 werd een aanvraag ingediend tot erkenning als IOED.
Op 30 april 2020 liet Vlaams minister voor Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele de gemeenten weten dat de IOED Grensland niet erkend wordt. Het is ondertussen duidelijk dat een aparte Vlaamse erkenning als IOED voor deze gemeenten er nooit zal komen. Vlaanderen stuurt momenteel aan op grotere IOED’s. Hier stuurde de minister al op aan in zijn brief in april 2020. Hij wees er ook op dat de gemeenten beter aansluiting zoeken bij Erfgoed Noorderkempen. In zijn visienota ‘lokaal onroerend erfgoedbeleid’ (26 februari 2020) bevestigde hij ook de visie dat grotere IOED’s voor meer bestuurskracht zouden zorgen.
Eind 2020 werd de projectvereniging Grensland in het licht van al het bovenstaande ontbonden maar de ambitie van de gemeenten bleef overeind en er werd gekeken naar alternatieve oplossingen.
Vervolgtraject
De visienota ‘lokaal onroerenderfgoedbeleid’ geeft lokale besturen de kans om meer verantwoordelijkheden rond onroerend erfgoed op te nemen, maar hiervoor is natuurlijk ook expertise nodig. In het voorjaar van 2021 naam de stad Hoogstraten het initiatief om de ambitie uit 2019-2020 terug nieuw leven in te blazen. De drie bevoegde schepenen van Arendonk, Hoogstraten en Ravels, die ook zetelen in de raad van bestuur van Erfgoed Noorderkempen staken hiervoor de koppen bij elkaar. Deze gemeenten hadden namelijk op hun respectievelijke begrotingen een jaarlijks budget voorzien voor een werking rond onroerend erfgoed. Er werd samen met Erfgoed Noorderkempen gekeken hoe deze middelen nuttig konden worden ingezet voor de opstart van een werking rond onroerend erfgoed binnen deze gemeenten.
Al snel werd duidelijk dat het budget onvoldoende was om hen te laten toetreden voor de volledige integrale werking (archeologisch, bouwkundig en landschappelijk erfgoed) van de IOED Erfgoed Noorderkempen. Dit was ook één van de knelpunten waarom deze piste in 2019 niet verder uitgewerkt werd. Er werd geopteerd om dan enkel te starten rond bouwkundig erfgoed. Gezien de Vlaamse visie op grotere IOED’s, lijkt een aansluiting bij de deelwerking onroerend erfgoed de meest logische keuze. Des te meer omdat de gemeenten ook al samenwerken met de anderen rond cultureel erfgoed (Erfgoedcel).
Toetreding deelwerking onroerend erfgoed
In de zomer van 2021 gaven de 3 schepencolleges van Arendonk, Hoogstraten en Ravels hun intentie aan om de voorziene middelen in te zetten voor de opstart van een werking rond onroerend erfgoed binnen Erfgoed Noorderkempen. Er werd ook opnieuw de vraag gesteld aan de gemeente Merksplas om mee in te stappen in dit nieuwe traject. De piste werd besproken op het Burgemeestersoverleg van 28 augustus 2021 en ook dit van 24 september 2021. Waarna ook Merksplas aangaf mee te willen instappen in het verhaal.
De intenties van de 4 gemeentebesturen werden vastgelegd op hun desbetreffende gemeenteraden in november en december van 2021. Ze voorzien de nodige middelen voor de aanwerving van een consulent bouwkundig erfgoed.
Voor deze opstart en toetreding dienen ze goedkeuring te vragen aan de raad van bestuur van de projectvereniging Erfgoed Noorderkempen. Dit werd besproken en principieel goedgekeurd op de raad van bestuur van 18 november 2021. De gemeenten Arendonk, Merksplas, Hoogstraten en Ravels zijn reeds aangesloten bij de projectvereniging Erfgoed Noorderkempen, maar hun deelname aan de deelwerking onroerend erfgoed vraagt een wijziging van de statuten. De gemeenten dienen toegevoegd te worden aan het deelnemingsregister. Dit vraagt de goedkeuring van de gemeenteraad.
De 4 gemeenten gaan ook het engagement aan om mee te denken over een eventuele volledige toetreding tot de gehele werking (ook archeologie en landschappen) van de IOED in de toekomst.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen Vaart, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en het bijbehorende uitvoeringsbesluit van 16 mei 2014.
Op 3 december 2003 werd door de gemeenten Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar een projectvereniging met de naam ‘Archeologische dienst Antwerpse Kempen’ (Pv AdAK) opgericht.
Op 9 december 2008 besliste de raad van bestuur van de projectvereniging Erfgoed Noorderkempen (Pv ENK) om de Pv AdAK om te vormen tot de Pv ENK. De nieuwe statuten werden goedgekeurd door de aangesloten gemeenten. Hierin werden verschillende deelwerkingen ingeschreven.
De gemeenteraadsbeslissingen van de gemeenten Arendonk, Baarle-Hertog, Beerse, Hoogstraten, Kasterlee, Merksplas, Oud-Turnhout, Ravels, Rijkevorsel, Turnhout en Vosselaar van september/oktober 2019 houdende de deelname en verlening van de projectvereniging Erfgoed Noorderkempen voor de periode 2020-2025.
De gemeenteraadsbeslissingen van Arendonk, Hoogstraten en Ravels van november/december 2019 houdende de oprichting van de IOED Grensland en aanvraag tot erkenning bij Vlaanderen.
De brief van minister Matthias Diependaele van 30 april 2020 houdende de niet erkenning van de IOED Grensland.
De visienota lokaal onroerend erfgoedbeleid van minister Matthias Diependaele van 26 februari 2021.
Het overleg tussen de schepenen van cultuur/erfgoed van de gemeenten Arendonk, Hoogstraten en Ravels in juli 2021.
Het Burgemeestersoverleg van de gemeenten Arendonk, Baarle-Hertog, Hoogstraten, Merksplas, Ravels en Rijkevorsel van 28 augustus 2021 en 24 september 2021.
De gemeenteraadsbeslissingen van Arendonk, Merksplas, Hoogstraten en Ravels van november/december 2021 houdende de vraag tot toetreding tot de deelwerking onroerend erfgoed van de Pv ENK.
De beslissing van de raad van bestuur van de Pv ENK van 18 november 2021 houdende de toetreding van de gemeenten Arendonk, Merksplas, Hoogstraten en Ravels tot de deelwerking onroerend erfgoed van de Pv ENK.
Art. 6 van de statuten van de projectvereniging Erfgoed Noorderkempen voorziet dat aangesloten gemeenten kunnen deelnemen aan verschillende deelwerkingen. Dit wordt bijgehouden in het deelnemersregister. De deelname aan een nieuwe deelwerking vraagt een wijziging van de statuten. Volgens art. 5 dient deze wijziging voorgelegd te worden aan alle aangesloten gemeenten.
De gemeenteraad gaat akkoord met de toetreding van de gemeenten Arendonk, Merksplas, Hoogstraten en Ravels tot de deelwerking onroerend erfgoed van de projectvereniging Erfgoed Noorderkempen en hun toevoeging aan het deelnemersregister van de statuten.
De lokale besturen van Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar beslisten eind 2002 tot de oprichting van de projectvereniging Regionaal stedelijk gebied Turnhout. De projectvereniging was de juridische opvolger van de vzw S.R.S.G.T., die opgericht werd in 1999 en een tijdelijk instrument was ter ondersteuning van de intergemeentelijke samenwerking tussen de vier besturen van het regionaal stedelijk gebied Turnhout, dit in afwachting van het publiekrechterlijk kader dat in 2001 met de komst van het decreet op de intergemeentelijke samenwerking tot stand kwam.
Via een statutenwijziging gepubliceerd op 16 januari 2008 in het Belgisch Staatsblad en eerder goedgekeurd door de gemeenteraden van de betrokken besturen eind 2007, werd de naam van de projectvereniging veranderd in Stadsregio Turnhout(*).
Eind 2019 beslisten de vier gemeenten hun engagement binnen het samenwerkingsverband Stadsregio Turnhout (*) te verlengen. De termijn van die samenwerking loopt tot 1 januari 2026, zoals voorzien in de wetgeving.
Op 9 oktober 2020 keurde de Vlaamse Regering een kadernota goed die de visie op regiovorming weergeeft en het kader voor de verdere aanpak deze regeerperiode. De Vlaamse Regering wil daarmee inzetten op regiovorming die van onderuit wordt opgebouwd en wordt gedragen door de lokale besturen. Daarbij gaf de Vlaamse Regering aan te willen evolueren naar een bovenlokaal landschap waar gemeenten zich organiseren in referentieregio’s en ze hun samenwerkingsverbanden binnen die referentieregio’s organiseren volgens het zgn. matroesjkamodel.
Op 4 februari 2022 besliste de Vlaamse Regering vervolgens definitief over de indeling van Vlaanderen in 15 referentieregio’s. De referentieregio’s worden het afstemmingsniveau voor alle vormen van intergemeentelijke en bovenlokale samenwerking in Vlaanderen.
Tegen die achtergrond kwam de vraag van de lokale besturen van Kasterlee en Lille om te mogen toetreden tot de subregionale samenwerking die Beerse, Oud-Turnhout, Turnhout en Vosselaar organiseren via de projectvereniging Stadsregio Turnhout(*). De raad van bestuur van de projectvereniging keurde in haar zittingen van 20 september 2021 en 23 november 2021 de aanpak en de hieraan verbonden statutenwijziging reeds goed. In haar bijeenkomst van 10 februari 2022 besliste ze om de vraag tot toetreding formeel ter goedkeuring voor te leggen aan alle betrokken gemeenteraden.
*de naam van de projectvereniging 'Stadsregio Turnhout' zal vervangen worden zodra de identiteit van het verruimde samenwerkingsverband bepaald is. In afwachting daarvan zal een werktitel gebruikt worden die ten laatste eind maart beslist wordt.
Conform deel 3, titel 3 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en de statuten van de vereniging legde de raad van bestuur van de projectvereniging op 28 oktober 2019 een dossier voor aan de deelnemers van de vereniging via het Verenigd College. Het dossier motiveerde een verlenging van de samenwerking voor een nieuwe periode van zes jaar, die startte op 1 januari 2020 en eindigt op 31 december 2025.
Het Verenigd College besliste om de missie en de visie voor de samenwerking verder te verfijnen met het oog op een verdiepende samenwerking. Dat proces kon niet afgerond worden voor 31 december 2019. Om de juridische basis van de samenwerking niet te hypothekeren werd wel de principiële goedkeuring van de verlenging van “de samenwerking via de projectvereniging” voorgelegd aan de vier gemeenteraden. De deelnemende leden verbonden er zich toe om het proces van verdieping en bijsturing tegen medio 2020 af te ronden en het inhoudelijke resultaat opnieuw aan de gemeenteraden te presenteren. Die visietekst voor de “samenwerking in het regionaalstedelijk gebied” bevat de bestaansreden van de samenwerking en geeft de strategische richting ervan aan.
Met de nieuwe samenwerking erkennen alle gemeenten de uitdagingen uit die visietekst van 2020 en willen ze verder inzetten op de meerwaarde van samenwerken op een grotere schaal conform de kadernota van de Vlaamse regering inzake regiovorming. Rekening houdend met de nood aan een goed voorbereid integratieproces besliste de raad van bestuur in samenspraak met Kasterlee en Lille tot de oprichting van een transitiestructuur die de samenwerking zowel inhoudelijk, financieel en organisatorisch verder moet uitdiepen. Dit transitieproces moet uitmonden in heldere afspraken over de samenwerkingsmodaliteiten en de gemeenschappelijke doelstellingen en acties. Alle besturen verbinden er zich toe om met het oog op een solide start van de volgende strategische meerjarenplanning een omgevingsanalyse voor de regio gezamenlijk uit te voeren om op basis daarvan gemeenschappelijk doelen en resultaatsgebieden in de volgende strategische meerjarenplannen van de zes gemeenten te verankeren.
In de visietekst van 2020 werd al bewust de benaming ‘Stadsregio Turnhout’ vermeden. Met de toetreding van Kasterlee en Lille is afgesproken om een nieuwe naam voor het samenwerkingsverband te zoeken. De raad van bestuur van de projectvereniging besliste in samenspraak met Kasterlee en Lille om eerst de samenwerking verder uit te diepen en een sterkere identiteit op te bouwen om vervolgens een gedragen naam te bepalen. In afwachting daarvan zal met een tijdelijke naam gewerkt worden die ten laatste 31 maart 2022 beslist wordt.
Gelet op de toetreding van de nieuwe leden moeten de statuten aangepast worden. Hierna vindt u het overzicht van de te wijzigen en gewijzigde artikelen. De statutenwijziging werd door de Raad van Bestuur van het samenwerkingsverband Stadsregio Turnhout op 23 november 2021 goedgekeurd, met uitzondering van artikel 1. Zodra er een akkoord is omtrent een nieuwe naam, kan ook de aanpassing van artikel 1 van de statuten doorgevoerd worden middels goedkeuring door de gemeenteraden.
Artikel nummer | Huidige statuten | Nieuwe statuten | Verantwoording |
|
Art. 1 | Het samenwerkingsverband in de vorm een projectvereniging heeft de naam “Stadsregio Turnhout”. | De projectvereniging verandert van naam en wordt “….” | De zes partners hebben afgesproken om een nieuwe naam voor het samenwerkingsverband te zoeken. Zodra dit bekend is, wordt dit artikel aangepast. |
|
Art. 1 | Vermelding van de stichtende gemeenten. | Dit moet worden aangevuld met Lille en Kasterlee. | Het samenwerkingsverband wordt uitgebreid met Lille en Kasterlee. |
|
Art. 4 | De vereniging wordt opgericht voor een periode die eindigt op 31 december 2019 waarna verlenging mogelijk is voor opeenvolgende periodes van zes jaar. | De vereniging wordt opgericht voor een periode die eindigt op 31 december 2025 waarna verlenging mogelijk is voor opeenvolgende periodes van zes jaar. | Actualiseren van de datum. | |
Art. 7 §3 |
| Om de samenwerking te bevorderen, engageren de gemeentebesturen zich om in functie van de opmaak van de meerjarenplanning, die bij aanvang van elke legislatuur moet worden gerealiseerd, een gezamenlijke regionale omgevingsanalyse op te maken zodat vervolgens gezamenlijke doelstellingen en acties goed met elkaar afgestemd kunnen worden opgenomen in de respectieve meerjarenplannen . | In het kader van de BBC is degelijke beleidsafstemming in een context van (budgettaire) meerjarenplanning onontbeerlijk. |
Art. 8 §2 | Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de raad voorgezeten door de ondervoorzitter. Is ook de ondervoorzitter verhinderd, dan wordt de raad voorgezeten door de burgemeester van de gastgemeenten waar de vergadering plaatsvindt.
De kandidaat-voorzitter wordt aan de raad van bestuur voorgedragen door zijn/haar gemeente, waarna de raad van bestuur bekrachtigt. | Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de raad voorgezeten door de ondervoorzitter, of bij diens afwezigheid de secretaris, of bij diens afwezigheid de penningmeester.
schrappen
|
De nieuwe regeling volgt de logica van de bestuursmandaten.
Het voorzitterschap wordt automatisch geregeld via het driejaarlijkse rotatieprincipe.
|
Art. 10 | De raad van bestuur kan informele werkgroepen met adviserende bevoegdheid samenstellen waarvan de samenstelling en de werking in het HR worden opgenomen. | De raad van bestuur kan de structuur van de samenwerking wijzigen, waarvan de samenstelling en de werking in het HR wordt opgenomen. | Het governancemodel van de samenwerking kan voorlopig enkel in informele zin veranderd worden gelet op de bepalingen uit het decreet. De beschrijving van de structuur wordt wel in een HR opgenomen. |
Artikel 13 | Verwijzing naar decreet van 6 juli 2001 | Verwijzing naar het nieuwe decreet lokaal bestuur. | Actualisering regelgeving. |
Burgemeester Bart Craane geeft toelichting bij dit agendapunt.
Neemt kennis van de vraag tot toetreding van de gemeenten Kasterlee en Lille tot de projectvereniging Stadsregio Turnhout (*).
Artikel 2
Verleent goedkeuring aan de toetreding van de gemeenten Kasterlee en Lille tot de projectvereniging Stadsregio Turnhout (*).
Artikel 3
Verleent goedkeuring aan de aanpassing van de statuten van de projectvereniging Stadsregio Turnhout (*) zodat Kasterlee en Lille formeel lid worden van het samenwerkingsverband.
Artikel 4
Verleent goedkeuring aan de aanpassing van de statuten van de projectvereniging Stadsregio Turnhout (*) zoals hogervermeld.
Artikel 5
Verleent goedkeuring aan de werkwijze om in afwachting van een definitieve nieuwe naam voor het samenwerkingsverband een voorlopige naam te hanteren.
*de naam van de projectvereniging 'Stadsregio Turnhout' zal vervangen worden zodra de identiteit van het verruimde samenwerkingsverband bepaald is. In afwachting daarvan zal een werktitel gebruikt worden die ten laatste eind maart beslist wordt.
Elia Asset, de beheerder van het hoogspanningsnet, is genoodzaakt hoogspanningskabels te leggen om te beantwoorden aan de behoeften van de industrie die eveneens private eigendommen kruisen. Op het moment van de aanleg van de kabels worden op deze eigendommen erfdienstbaarheden gevestigd ten voordele van Elia Asset.
Het project Rijkevorsel-Beerse bestaat uit de aanleg van ondergrondse kabelverbinding waarbij 2 kabels van 150kV worden voorzien tussen het hoogspanningsstation in Rijkevorsel en het hoogspanningsstation in Beerse (ter hoogte van GC 't Heilaar), met een totale lengte van ongeveer 9km. De plannen van Elia voor de aanleg van een nieuwe hoogspanningsverbinding werden reeds voorgelegd aan de gemeente.
De erfdienstbaarheid staat afgebeeld in gele kleur op het opmetingsplan, opgemaakt door landmeter-expert Siska Demoulin op 9 december 2021. Het betreft een perceel gelegen aan GC 't Heilaar.
In de zitting van 28 maart 2019 gaf de gemeenteraad zijn goedkeuring aan de optie-overeenkomst tot het vestigen van de erfdienstbaarheid van doorgang aan de Heilaarstraat ten voordele van het hoogspanningsnet van Elia.
Door notaris Boenders Lien werd een ontwerpakte opgemaakt voor de vestiging van erfdienstbaarheid.
Voor de doorgang onder de gemeentelijke openbare parking van gemeenschapscentrum 't Heilaar dient Elia een erfdienstbaarheid van doorgang te bekomen van de gemeente.
De ontwerpakte voor de vestiging van erfdienstbaarheid, opgemaakt door notaris Boenders, moet goedgekeurd worden.
Mevrouw Ingrid Van Genechten, schepen van Openbare werken, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De raad geeft goedkeuring aan het opmetingsplan opgemaakt door landmeter-expert Siska Demoulin op 9 december 2021.
Artikel 2
De raad geeft goedkeuring aan de ontwerpakte erfdienstbaarheid van doorgang te Heilaarstraat, opgemaakt door notaris Boenders te Beerse.
Artikel 3
De voorzitter van de raad en de algemeen directeur worden gemachtigd de akte en al de stukken in verband daarmee namens en voor rekening van het lokaal bestuur te ondertekenen.
De locatie op de Antwerpseweg voor GIBLO 2 wordt sinds 2009 gehuurd door het lokaal bestuur vanwege het gebrek aan lokalen op de site van de Schransdries. De huidige huurovereenkomst is op 23 augustus 2021 verlengd voor een periode van 1 jaar. Deze verlenging loopt opnieuw af op 31 augustus 2022.
Het lokaal bestuur heeft het gebouw uitgebreid met een sanitaire vleugel en enkele klaslokalen ter waarde van € 841.900,03.
Het VTST heeft ondertussen de site verlaten en het lokaal bestuur is nog de enige gebruiker van de site.
Vorige legislatuur werd reeds een dossier ingediend bij Agion om de aankoop of nieuwbouw mogelijk te maken.
In de gemeenteraadscommissies persoonsgebonden zaken op 28 april 2021 en 26 mei 2021 werd het dossier Antwerpseweg 48, waar het gebouw van GIBLO 2 gelegen is, behandeld omwille van het aflopen van de huurovereenkomst en de vraag van de huidige eigenaar, patrimoniumorganisatie KEFAS, naar de intenties van het lokaal bestuur. KEFAS wenst de site te verkopen of te verpachten.
Het college van burgemeester en schepenen kreeg vanuit de raadscommissie persoonsgebonden zaken het mandaat voor de voorbereiding van dit dossier i.f.v. de aankoop van deze site. Op 28 juni 2021 werd een principieel akkoord gegeven door het college van burgemeester en schepenen voor de verdere opstart van dit dossier en de opdracht een erkend landmeter-expert aan te stellen voor de uitvoering van een schattingsopdracht.
Een nieuwe schattingsopdracht werd uitgevoerd door landmeter-expert Koen Wouters op 10 augustus 2021.
Het eigendom, een schoolgebouw met aanhorigheden op en met grond, met een oppervlakte van 20.175 m², wordt geschat op een totale waarde van 2.750.000 euro.
De onderhandelingen met huidige eigenaar KEFAS zijn afgerond, waarbij de partijen geland zijn op 1,8 miljoen euro.
Mevrouw Isabelle Druyts, schepen Omgeving en Wonen, geeft toelichting bij dit agendapunt.
De gemeenteraad geeft goedkeuring tot aankoop van de grond met schoolgebouw en aanhorigheden op de locatie Antwerpseweg 48 voor de overeengekomen prijs van 1,8 miljoen euro.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere afwerking van dit dossier, onder meer het aanstellen van de notaris.
In onze organisatie is de algemeen directeur aangesteld als klachtencoördinator. Volgens het klachtenreglement en het decreet lokaal bestuur rapporteert zij jaarlijks aan de raad over de behandeling van de klachten.
De klachtenprocedure werd herwerkt in 2018 en nog aangepast in 2019. De registratie en opvolging van klachten gebeurde in 2021 door vertragingen in de projecten digitale midoffice en website nog niet via de digitale midoffice, maar de werking wordt wel zo dicht mogelijk benaderd via een nieuw klachtenregister in Excel. Daarin verzamelt het secretariaat de nodige gegevens, het document genereert de antwoorden aan de betrokkenen en zorgt voor opvolging en registratie van de verschillende termijnen. De ervaringen van het secretariaat met deze werkwijze worden in 2022 geëvalueerd en meegenomen in de verwerking via de digitale midoffice.
Voor de interne communicatie van onze klachtenprocedure aan de diensten zorgden we er in 2021 voor dat op het intranet de nodige documentatie op één plek te vinden is. Er werd een filmpje voorbereid voor de medewerkers van het lokaal bestuur waarin de klachtenprocedure en ieders rol daarin aanschouwelijk wordt voorgesteld. De eigenlijke interne communicatiecampagne is gepland voor 2022.
Het rapport geeft toelichting bij de procedure en de types klachten, bespreekt de cijfers, de geregistreerde klachten en de verbetervoorstellen en werkpunten.
De Vlaamse ombudsdienst bezorgde ook haar Lokaal Bemiddelingsboek 2021. Daarin wordt vermeld op p. 3: "De rapporten van onder meer Beerse en Bilzen bevatten alle kenmerken van een degelijk eerstelijnsrapport. Zij bieden niet alleen op transparante wijze een dieper inzicht in de klachten; ze bevatten tegelijkertijd reflecties en verbeteractie.". Het bemiddelingsboek is te raadplegen via https://www.vlaanderen.be/publicaties/lokaal-bemiddelingsboek.
Over de klachtenbehandeling moet jaarlijks gerapporteerd worden aan de raad.
De heer Hans Woestenborghs, schepen Personeel en Organisatie, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 303 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt de regeling rond de klachtenbehandeling van het lokaal bestuur.
Artikels II.74 tot en met II.87 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 bepalen het systeem van klachtenbehandeling bij overheidsdiensten.
Artikel 11 van het klachtenreglement, goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 december 2018 en door de raad voor maatschappelijk welzijn op 18 december 2018, aangepast met de bepalingen over de Vlaamse ombudsdienst op 28 november 2019, bepaalt dat jaarlijks door de klachtencoördinator bij het kernMAT en de raad verslag wordt uitgebracht over de klachten en de bevindingen van de behandeling van deze klachten.
De raad neemt kennis van het rapport over klachtenbehandeling 2021 en van het Lokaal Bemiddelingsboek 2021 van de Vlaamse ombudsdienst.
Fractie N-VA wenst een agendapunt toe te voegen aan de gemeenteraad met betrekking tot controles op zwerfvuil.
Tot midden 2024 kunnen lokale besturen gratis beroep doen op de 30 handhavers van OVAM die zich uitsluitend bezighouden met het controleren op zwerfvuil. De handhavers zwerfvuil werken als GAS-vaststeller in samenwerking met de lokale besturen op basis van de UGP.
Via patrouilles op het terrein, ook ’s avonds en in het weekend, zal OVAM proberen overtreders op heterdaad te betrappen en te beboeten. Dit in nauwe samenwerking met de lokale besturen via een aanpak op maat om de prioriteiten en acties te bepalen op maat van onze gemeente. Dit in overleg met de lokale GAS-vaststellers, de GAS-sanctioneringsambtenaar, de milieudienst en de lokale politie. Bijvoorbeeld in winkelstraten, stopplaatsen openbaar vervoer, parken, publieke parkings, tijdens evenementen, focus hondenpoep,… Ook éénmalige evenementen zoals kermissen, jaarmarkten, festivals of sportwedstrijden komen in aanmerking.
De gemeente Beerse heeft tot nu toe nog niet ingeschreven op de oproep van OVAM om de extra hulp in het bestrijden van zwerfvuil te accepteren. Op 7 oktober 2021 werd een mail met het draaiboek verstuurd naar de gemeente Beerse. Daarna is er geen verdere actie ondernomen.
Om gebruik te kunnen maken van deze dienst is het aan de gemeenteraad om de OVAM - vaststellers aan te stellen.
De N-VA fractie vraagt de gemeente om meteen in te gaan op de oproep en zo snel mogelijk de samenwerking met OVAM aan te gaan om zwerfvuil in onze gemeente aan te pakken. Zwerfvuil blijft een probleem in onze gemeente en elke hulp die we daarbij aangeboden krijgen moeten we aanvaarden.Het toegevoegd agendapunt werd tijdig overgemaakt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
Raadslid Ben Bols geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikel 21, Afdeling 2, Deel I van het Decreet Lokaal Bestuur stelt dat gemeenteraadsleden uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda kunnen toevoegen. De gemeenteraadsleden bezorgen daarvoor hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de gemeenteraad.
De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.
De gemeenteraad neemt akte van het toegevoegde punt van N-VA.
Artikel 2
De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van Burgemeester en schepenen om het aanvraagformulier van OVAM betreffende handhaving zwerfvuil in te vullen op https://ovam.be/handhaving-zwerfvuil.
Artikel 3
De gemeenteraad geeft de voorzitter van de gemeenteraad de opdracht om na het invullen van het aanvraagformulier de benoeming van de handhavers van OVAM op de gemeenteraad te plaatsen, zodat zij gemachtigd zijn om op te treden als GAS-vaststeller.
Artikel 4
De gemeenteraad geeft de opdracht aan het college van Burgemeester en schepenen tot de uitwerking en opvolging van het project zoals beschreven in dit agendapunt.
Artikel 5
De gemeenteraad wordt op de hoogte gehouden bij verdere stappen in dit project.
Joos De Meyer
- buurtweg 36 afschaffing (tussenkomst wordt doorgemaild): vraag naar nodige documenten
- toegankelijkheid haltes openbaar vervoer: Beerse is niet ingeschreven: nakijken waarom?
- gecoro: meergezinswoningen aan Antwerpseweg 1 - 49 meergezinswoningen: vraag naar aandacht voor mobiliteit (in dossier nog niet 100% in orde): uit- en inrit met oversteken aan lichten! + vervuiling aan kruispunt: belangrijk voor gezondheid van inwoners of toekomstige bewoners van complex
Hanne
- burgemeestersconvenant: in 2019 ondertekend: stand van zaken in doelstelling: Bart bezorgt antwoord
Linda
- mobiliteit 3.5 ton beperking: borden niet reglementair in Lindenlaan/Molenstraat (herhalingsbord)...: Houtsweg geen beperking? ... na te kijken voorstellen van Linda voor rechtzetting + controles: tussenkomst wordt doorgemaild: Isabelle Druyts bespreekt met dienst mobiliteit
Hanne vult aan ingang Park Bastijns via Pastoriestraat 'verbod honden'
- terugkoppeling vraagstelling burgemeester: komt er aan (beloofd door Bart ;))
Ben
- RIjkevorselseweg: fietssuggestiestrook: zand van vrachtwagens op fietssuggestiestrook, bij regenweer verandert dit in modder: zijn er aanpassingen mogelijk?
Er is al een overleg geweest met de verantwoordelijke firma's - afspraak gemaakt voor opkuis en preventie
- Project 'Samen'
Er zijn een aantal visies/rapporten over de projectlocatie. Jammer dat deze niet worden meegegeven aan de initiatiefnemers.
- communicatie
communicatie vanuit gemeente laat te wensen over. (niet bedoeld naar dienst communicatie, wel naar beslissingen van college ivm communicatie) bv te laat gecommuniceerd over PFOS toestanden. Groot verschil tussen communicatie over GIBLO en communicatie over gezondheidsrisico's voor inwoners. Waarom bleef brief zolang liggen?
In Beerse gekozen voor overleg met brandweer, tussen brandweer voor gezamenlijke communicatie. + strategie van overheid voor communicatie (met beperkte tijd te geven aan lokalen besturen)
uitnodiging aan Ben om met dienst communicatie te praten
Jan
- snelheidscontrole Sint Corneliusstraat: er wordt heel snel gereden in deze straat. wordt dit wel voldoende gecontroleerd?
er is daar trajectcontrole + af en toe flitsers (ook afgelopen flitser)
- nieuwe fietsenstalling: prachtige fietsenstalling maar wordt niet gebruikt: communicatie nodig, want andere fietsenstalling staat overvol tot op fietspad
Hans Woestenborghs: werk maken van deelfietsen op die locatie
Nancy
- kinderopvang tijdens vakantie voor kinderen met autisme: vraag vanuit ouders met die kinderen naar een aangepast aanbod
Rommy: wordt al aan gewerkt, maar wordt verder bekeken
Patrick
- jeugdhuis: privéfeesten die niet aangekondigd werden op voorhand, waardoor anderen geen toegang kregen
is gekend bij dienst en wordt besproken
- wandelgebied Blakheide: nog stormschade met overhangende bomen
wie is eigenaar van die gronden? locatie doorgeven: tegen draad van manege, ingang langs ijssalon
mail van Freddy ivm huishoudelijk reglement: Freddy mag initiatief nemen voor aanpassingen
mail voor pdf van e-ID: langskomen aub
Artikel 13 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad stelt dat de gemeenteraadsleden het recht hebben om aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schritelijke vragen te stellen.
Artikel 13 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad biedt de het publiek de gelegenheid tot het stellen van vragen aan de raadsleden na afhandeling van de agenda van de openbare zitting.
De gemeenteraad neemt kennis van volgende vragen en mededelingen:
Joos De Meyer
Afschaffing buurtweg 36:
Op vraag naar een schattingsverslag gaf de algemeen directeur aan dat dit niet nodig was. Groen heeft de vraag ook voorgelegd aan de juridische dienst van MOW en kreeg het volgende antwoord:
Het departement bevestigt dat het dossier van een afschaffing van een gemeenteweg een meerwaardeberekening dient te bevatten. Deze kan 0 zijn, maar dit dient dan gemotiveerd te worden door een landmeter-expert. Het dossier bevatte noch een meerwaardeberekening, noch een motivatie van een landmeter-expert waarom er geen meerwaarde zou verschuldigd zijn. De gegeven uitleg dat de weg niet op het kadasterplan staat ingetekend, is niet van toepassing aangezien het kadaster geen rekening houdt met buurtwegen tenzij ze een expliciet openbaar karakter hebben.
De fractie vraagt dus de nodige documenten op van de landmeter-expert.
Juridisch advies departement:
"U stelt de vraag of de gemeente Beerse bij de opheffing van een gemeenteweg een berekening van de meerwaarde of minderwaarde moet toevoegen op grond van artikel 28 van het decreet gemeentewegen.
Voor de opheffing van een gemeenteweg moeten de procedures op grond van artikel 20 e.v. van het decreet gemeentewegen worden gevolgd.
Artikel 20, §3 van het decreet gemeentewegen bepaalt over de berekening van meer- of minderwaarde het volgende:
“In voorkomend geval bevat het grafisch plan de volgende aanvullende elementen:
1° een berekening van de eventuele waardevermeerdering van de gronden ten gevolge van de opheffing van de gemeenteweg overeenkomstig artikel 28;
2° de nutsleidingen die als gevolg van de opheffing van de gemeenteweg op private eigendom zullen liggen;
3° de op te heffen achteruitbouwstroken. (eigen onderlijning)”
Bij de opheffing van gemeentewegen dient dus in de meeste gevallen een berekening van de meerwaarde te worden toegevoegd. Het algemeen uitgangspunt is immers dat een opheffing resulteert in een waardevermeerdering van het goed, aangezien de grond in veel gevallen niet meer bezwaard zal zijn met een publieke erfdienstbaarheid van doorgang.
Artikel 28, §2 van het decreet gemeentewegen bepaalt waarmee de landmeter-expert rekening kan houden bij de bepaling van min- of meerwaarde. Artikel 28, §2, derde lid bepaalt vervolgens ook dat de waardevermeerdering wordt geacht nihil te zijn als de gemeenteweg in de feiten verdwenen is, omdat bijvoorbeeld de gemeenteweg werd bebouwd krachtens een rechtsgeldige, niet-vervallen vergunning die werd verleend vóór 1 september 2019.
De parlementaire voorbereiding bepaalt hierover nog het volgende:
“Er kan ook rekening gehouden worden met specifieke situaties waarbij de overheid in het verleden bepaalde beslissingen heeft genomen, zoals het afleveren van bouw- of verkavelingsvergunningen of de aanleg van wegen, kanalen of spoorwegen en waarbij de buurtwegen de facto verdwenen zijn. In die gevallen kan bezwaarlijk nog gesproken worden van een meerwaarde op het moment dat die wegen louter administratief worden opgeheven.”
Het is dus afhankelijk van de concrete feitelijke situatie of de opheffing van een gemeenteweg resulteert in een meerwaarde van de gronden waarop de gemeenteweg gelegen is.
Daarnaast geven wij nog mee dat het feit dat een buurtweg is ingeschreven in de Atlas der buurtwegen niet bepalend is voor het eigendomsstatuut van de wegzate. In veel gevallen is de gemeenteweg een publieke erfdienstbaarheid van doorgang, maar is de wegzate eigendom van de aangelanden."
Toegankelijkheid haltes openbaar vervoer:
Het raadslid vraagt waarom Beerse niet is ingeschreven. Graag nakijken waarom. De bevoegde schepen bezorgt een antwoord.
GECORO:
Geplande meergezinswoningen aan Antwerpseweg 1: 49 meergezinswoningen.
Vraag naar aandacht voor mobiliteit (in dossier nog niet 100% in orde): uit- en inrit met oversteken aan verkeerslichten! Bovendien vervuiling aan kruispunt: belangrijk voor gezondheid van inwoners of toekomstige bewoners van complex
Hanne Lenaerts
Burgemeestersconvenant in 2019 ondertekend: stand van zaken doelstelling? De burgemeester bezorgt een antwoord.
Linda Bosch
Mobiliteit: 3.5 ton beperkIng:
"Mobiliteit is in ons dorp al jaren onveilig , dit door vrachtwagens die alle straten te pas of onpas gebruiken. Een aantal jaren geleden werden verbodsborden geplaatst om +3,5ton te weren uit bepaalde straten. Al moest ik vaststellen dat die borden niet volledig reglementair zijn. Het bord in Lindelaan geeft een verbodsbord aan van +3,5 ton met uitzondering van lossen en laden. Aan de Molenstraat -Boudewijnstraat zou hier een herhaling moeten staan van het verbod. Dit is bij geen van de straten voorzien. Dit geeft als gevolg dat er een boete kan gegeven worden tussen het begin van het verbodsbord Lindelaan en het eerst volgende kuispunt aan de Molenstraat.
Vrachtwagens rijden vervolgens via Houtseweg richting Den Hout, want deze straat inrijdend is geen tonnagebeperking ...
Kom je van Den Hout, de Houtseweg op, is er wel een zone verbodsbord +3,5 ton gezet .... Men kan dus zonder problemen met een vrachtwagen via de Lindelaan / Houtseweg richting brug 6 ( Den Hout) en omgekeerd is het verboden!
Gezien men recent een zone verkeersbord +3,5 ton geplaatst heeft aan de Kapelstraat, lijkt het echt wel de bedoeling om het zware verkeer langs daar om te leiden .
MOGEN WE ENKELE OPMERKINGEN FORMULEREN
Ik stel voor om het bord "zone verbodsbord +3,5 ton geplaatst aan de Kapelstraat weg te halen en in het begin van de Lindelaan te zetten. Zo geldt dan een verbod op +3,5 ton ( uitzonderlijk lossen en laden ) vanaf de Lindelaan tot aan de St-Corneliusstraat/ Schransdries en Houtseweg. Het bord wel in het begin van de Lindelaan voorzien. De wegcode zegt dat bij verbodsbord er altijd een andere weg mogelijk moet zijn. Dat is nu niet het geval, waardoor vrachtwagens per ongeluk in de straat rijden en niet terug kunnen. Ook moet er een bord voorzien worden bij de Houtseweg, want het kan niet dat vrachtwagens wel mogen inrijden langs de ene kant en niet langs de andere kant. Verder moeten er controles gebeuren op het naleven van de borde, want momenteel rijdt elke vrachtwagen gewoon door straten waar we ze niet willen."
Schepen Isabelle Druyts bespreekt met dienst mobiliteit.
Raadslid Hanne Lenaerts vult nog aan dat aan ingang Nief Park nog een verbodsbord voor honden staat. Moet nog weggehaald worden.
Ben Bols
RIjkevorselseweg: aanpassingen aan fietssuggestiestrook. Vrachtwagens verliezen er vaak zand en dat zand geraakt niet meer van de fietssuggestiestrook. Bij regenweer verandert dit in modder.
Schepen Ingrid Van Genechten heeft hiervoor al stappen ondernomen. Met de verantwoordelijke firma's zijn er afspraken gemaakt voor opkuis, preventie en eventueel herstel.
Project 'Samen'
Er zijn een aantal visies/rapporten over de projectlocatie. Jammer dat deze niet worden meegegeven aan de initiatiefnemers.
communicatie
Communicatie vanuit gemeente laat te wensen over. Niet de werking van de dienst communicatie, wel de beslissingen van college i.v.m. communicatie, zoals late communicatie over PFOS/PFAS-toestanden. Groot verschil tussen communicatie over GIBLO en communicatie over gezondheidsrisico's voor inwoners. Waarom bleef brief van 1 maart 2022 zo lang liggen?
De burgemeester antwoordt dat in Beerse gekozen werd voor overleg met brandweer (gezamenlijke communicatie) + strategie van overheid voor communicatie (met beperkte tijd voor lokale besturen). De burgemeester heeft die strategie ook aangehaald bij de gouverneur.
Het raadslid wordt vriendelijk uitgenodigd om met dienst communicatie samen te zitten.
Jan Van Dijck
Sint-Corneliusstraat: er wordt heel snel gereden in deze straat. Wordt dit wel voldoende gecontroleerd?
De burgemeester antwoordt dat er trajectcontrole is en af en toe flitsers (ook afgelopen week nog)
nieuwe fietsenstalling: mooi, maar wordt niet gebruikt. Communicatie nodig, want aan de andere kant staat het overvol tot op fietspad.
Schepen Hans Woestenborghs wil ook werk maken van deelfietsen op die locatie.
Nancy Cruysberghs
Kinderopvang tijdens vakantie voor kinderen met autisme: vraag vanuit ouders van deze kinderen naar een aangepast aanbod.
Schepen Rommy Swinnen zegt dat er geprobeerd wordt om hen zoveel mogelijk te integreren. Voor sommige kinderen zijn te grote groepen inderdaad moeilijk. Er wordt al aan gewerkt, maar wordt verder bekeken.
Patrick Otten
Jeugdhuis: privéfeesten die niet aangekondigd werden op voorhand, waardoor anderen geen toegang kregen.
Raadslid Stefan Poortmans zegt dat de toegang niet ontzegd werd, maar er moest wel inkom betaald worden. Zoiets moet kunnen, maar inderdaad alleen als er goede afspraken gemaakt worden en dit op voorhand aangekondigd wordt.
wandelgebied Blakheide: nog stormschade (tegen draad van manege). Kan gevaarlijk zijn.
Joos De Meyer
Mail van Freddy Smans i.v.m. huishoudelijk reglement: raadslid Freddy Smans mag initiatief nemen voor aanpassingen.
Burgemeester
Herinnert iedereen er nog eens aan om een pdf van e-ID te bezorgen.