Een nieuw reglement is nodig om te voldoen aan de wettelijke normen met betrekking tot het in gebruik nemen van de Hartjesweide.
Mevrouw Rommy Swinnen, schepen Burgerzaken, geeft toelichting bij dit agendapunt.
Artikelen 119, 119bis, 133 en 135 § 2 van de nieuwe gemeentewet;
Het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en lijkbezorging.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria en de omzendbrief van 2005.
Huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 mei 2009 en aangepast op 28 maart 2013.
Het huidige huishoudelijk regelement werd goedgekeurd op 20 december 2018.
In de meerjarenplanning was voorzien om op de begraafplaatsen een foetusweide aan te leggen. Er werd gekozen voor de naam 'hartjesweide'.
Om de hartjesweide in gebruik te kunnen nemen moet het reglement een update krijgen.
Op de drie begraafplaatsen zal een hartjesweide voorzien worden.
Het huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen wordt als volgt goedgekeurd:
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1
Op de hierna vermelde begraafplaatsen kan begraven worden:
Artikel 1.2
De begraafplaatsen zijn toegankelijk op volgende uren:
Van 1 oktober tot 31 maart: van 7 tot 20 uur.
Van 1 april tot 30 september: van 7 tot 22 uur.
Artikel 1.3
De teraardebestelling van stoffelijke overschotten is mogelijk op werkdagen en zaterdagen van 9.00u tot 15.30u. Op zondagen en wettelijke feestdagen is deze uitgesloten.
Voor de wijze van begraven en het tijdstip moeten de betrokkenen vooraf afspraken maken met de Dienst Burgerzaken.
Artikel 1.4
De volgorde van de begravingen en de bijzettingen wordt bepaald door het college van burgemeester en schepenen, op voorstel van de technische dienst.
Artikel 1.5
Er mogen maximaal 2 personen in een graf, urnegraf of columbarium-nis worden geplaatst, met uitzondering van de natuurbegraafplaats.
HOOFDSTUK 2: NIET GECONCEDEERDE PERCELEN
Artikel 2.1
Zonder concessie kunnen op de begraafplaatsen begraven worden of bijgezet in een columbarium, al dan niet mits betaling van een retributie:
Personen die op datum van overlijden ingeschreven zijn in een van de bevolkingsregisters van de gemeente.
Personen die vroeger in één van de bevolkingsregisters van Beerse waren ingeschreven gedurende minstens 20 jaar.
Personen waarvan bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad zijn ingeschreven in een van de bevolkingsregisters van Beerse of er begraven liggen.
Personen die op het grondgebied van Beerse overlijden.
Stoffelijke overschotten die op het grondgebied van Beerse worden gevonden.
Personen die de gemeente effectief bewonen, maar krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters.
Artikel 2.2
Een niet-geconcedeerde begraving wordt toegewezen voor een termijn van 15 jaar, vanaf de datum van overlijden.
Artikel 2.3
Wanneer niet-geconcedeerde gronden moeten worden ontruimd, dan zal een afschrift van de beslissing tot ontruiming gedurende 1 jaar voor het vervallen van termijn bekendgemaakt worden.
Aan het betrokkenen graf
Aan de ingang van de begraafplaats waar het graf in kwestie gesitueerd is.
Door middel van andere gemeentelijke informatiekanalen.
De belanghebbenden zullen, te rekenen vanaf de datum van de bekendmaking bedoeld in vorige alinea, beschikken over een termijn van 1 jaar om graftekens weg te nemen.
Na die termijn worden zij van ambtswege verwijderd, en worden ze eigendom van de gemeente. Het college van burgemeester en schepenen beslist over de bestemming van deze materialen.
De omvorming van een niet-geconcedeerde begraving naar concessie is niet toegestaan.
Artikel 2.4
Voor de ruiming van een niet-geconcedeerd perceel wordt een draaiboek opgemaakt.
Artikel 2.5
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring van een asurne uit een niet-geconcedeerd perceel of nis, bij toepassing van artikel 24 en 24bis van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals tot op heden gewijzigd, moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de procedure van ontruiming van de niet-geconcedeerde graven loopt.
De plaats van bewaring of verstrooiing wordt in de aanvraag aangeduid.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.
De modaliteiten betreffende de ontgraving, opgenomen in het gemeentelijk politiereglement, zijn van toepassing.
Wanneer de thuisbewaring ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van de gemeentelijke begraafplaats. De asurne kan terug bijgezet of begraven worden in een concessie op de gemeentelijke begraafplaats.
Artikel 2.6
Op de Hartjesweide kan niet-geconcedeerd worden begraven. Op de Hartjesweide kan zowel anoniem als nominatief worden begraven.
Artikel 2.7
Op de Kinderbegraafplaats kan niet-geconcedeerd worden begraven.
Artikel 2.8
Op de begraafplaats voor andersgelovigen kan niet-geconcedeerd worden begraven.
HOOFDSTUK 3: CONCESSIES
Artikel 3.1
Zolang de omvang van de begraafplaatsen het toelaat worden ambtshalve concessies verleend voor het begraven van stoffelijke overschotten en voor het begraven of bijzetten van urnen. De concessies worden toegekend voor maximum 2 personen.
Artikel 3.2
Met concessie kunnen op de begraafplaatsen begraven worden of bijgezet in een columbarium, al dan niet mits betaling van een retributie:
Personen die ingeschreven zijn in een van de bevolkingsregisters van de gemeente.
Personen die vroeger in één van de bevolkingsregisters van Beerse waren ingeschreven gedurende minstens 20 jaar.
Personen waarvan bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad zijn ingeschreven in een van de bevolkingsregisters van de gemeente of er begraven liggen.
Personen die op het grondgebied van Beerse komen te overlijden.
Stoffelijke overschotten die op het grondgebied van Beerse worden gevonden.
Personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters.
Artikel 3.3
Vanaf 1 januari 2019 worden er concessies verleend voor maximum 2 personen, indien de omvang van de begraafplaatsen het toelaat. Het aantal personen per concessie ligt vast vanaf het ogenblik van het indienen van de concessieaanvraag. De concessies worden nominatief toegekend.Er kunnen geen concessies verleend worden voor het overlijden, behoudens in het kader van een meervoudige concessie, waarbij de toegewezen plaats onmiddellijk benut wordt voor een overleden persoon en die voorbehouden wordt aan:
De concessies worden nominatief toegekend.
Artikel 3.4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om de concessies te verlenen conform de modaliteiten van het huishoudelijk reglement.
De concessie wordt schriftelijk aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen. Zij vermeldt de identiteit van de aanvrager en van de begunstigde(n).Het college van burgemeester en schepenen wordt tevens gemachtigd om de concessies te beëindigen bij toepassing van een procedure van verwaarlozing.
Artikel 3.5: enkelvoudige concessies
a. Hoe in de toekomst?
Een enkelvoudige concessie wordt verleend voor een periode van 30 jaar vanaf datum begraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
De begraving in een concessie, oorspronkelijk bestemd voor de begraving van 1 persoon, kan op schriftelijk verzoek, ambtshalve hervormd worden tot concessie voor 2 personen, voor een termijn van 30 jaar, te rekenen vanaf datum van de 2de begraving.
b. Hoe verloopt de overgang met graven uit het verleden?
Percelen waar laatste begraving heeft plaatsgevonden voor 1980.
Deze percelen worden opgenomen in de eerstvolgende procedure tot ontgraving.
Percelen waar laatste begraving heeft plaatsgevonden tussen 1980 en 1990
Ambtshalve omvorming naar concessie van 30 jaar vanaf 1990, mits verzoekschrift. Indien er geen verzoekschrift wordt ingediend, zijn ze niet-geconcedeerd en worden ze in de eerstvolgende procedure van ontgraving opgenomen.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
Indien het technisch mogelijk is en mits schriftelijke toelating van de burgemeester kan een bijbegraving in een enkelvoudige concessie uitgevoerd worden tot maximum 2 personen per perceel of per nis.
Percelen waar laatste begraving heeft plaatsgevonden na 1990
Ambtshalve omvorming naar concessie van 30 jaar vanaf datum van begraving, mits verzoekschrift. Indien geen verzoekschrift, zijn ze niet-geconcedeerd en worden ze in de eerstvolgende procedure van ontgraving opgenomen.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
Indien het technisch mogelijk is en mits schriftelijke toelating van de burgemeester kan een bijbegraving in een enkelvoudige concessie uitgevoerd worden tot maximum 2 personen per perceel of per nis.
c. Mogelijkheid tot verlenging
De mogelijkheid tot verlenging wordt door middel van een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde gedurende 1 jaar voor de definitieve vervaldatum van de concessie bekendgemaakt aan het betrokken graf en aan de ingang van de begraafplaats.
Artikel 3.6: dubbele concessies
a. Hoe in de toekomst?
Een dubbele concessie wordt verleend voor een periode van 30 jaar vanaf datum begraving.
Bij een bijbegraving wordt de concessie ambtshalve hernieuwd vanaf de datum bijbegraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
b. Hoe verloopt de overgang met graven uit het verleden?
Percelen waar laatste begraving heeft plaatsgevonden voor 1980.
Deze percelen worden opgenomen in de eerstvolgende procedure tot ontgraving.
Ambtshalve omvorming naar concessie van 30 jaar vanaf 1990, mits verzoekschrift. Indien geen verzoekschrift, zijn ze niet-geconcedeerd en worden ze in de eerstvolgende procedure van ontgraving opgenomen.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
Ambtshalve omvorming naar concessie van 30 jaar vanaf datum van begraving, mits verzoekschrift. Indien geen verzoekschrift, zijn ze niet-geconcedeerd en worden ze in de eerstvolgende procedure van ontgraving opgenomen.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
c. Mogelijkheid tot verlenging
De mogelijkheid tot verlenging wordt door middel van een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde gedurende 1 jaar voor de definitieve vervaldatum van de concessie bekendgemaakt aan het betrokken graf en aan de ingang van de begraafplaats.
Artikel 3.7: concessies op de Hartjesweide
a. Hoe in de toekomst?
Op de Hartjesweide is zowel anoniem als nominatief begraven mogelijk. De concessie wordt verleend voor een periode van 50 jaar, vanaf datum begraving.
Op de Hartjesweide zijn zowel enkelvoudige als dubbele concessies mogelijk.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 30 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
b. Hoe verloopt de overgang met graven uit het verleden?
Er is momenteel geen Hartjesweide.
c. Mogelijkheid tot verlenging
De mogelijkheid tot verlenging wordt door middel van een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde gedurende 1 jaar voor de definitieve vervaldatum van de concessie bekendgemaakt aan het betrokken graf en aan de ingang van de begraafplaats.
d. Omvorming concessie
De begraving in een concessie, oorspronkelijk bestemd voor de begraving van 1 persoon, kan op schriftelijk verzoek, ambtshalve hervormd worden tot een concessie voor 2 personen, voor een termijn van 50 jaar, te rekenen vanaf datum van de 2de begraving. Na de termijn van 50 jaar is verlenging met 30 jaar mogelijk.
Artikel 3.8: concessie op de kinderbegraafplaats
a. Hoe in de toekomst?
Op de kinderbegraafplaats worden concessies verleend voor een periode van 50 jaar, vanaf datum begraving.
Op de kinderbegraafplaats zijn zowel enkelvoudige als dubbele concessies mogelijk.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 30 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
b. Hoe verloopt de overgang met graven uit het verleden?
Percelen waar laatste begraving heeft plaatsgevonden voor 1980.
Ambtshalve omvorming naar concessie van 50 jaar vanaf datum begraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 30 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum.
Percelen waarvan de laatste begraving heeft plaatsgevonden tussen 1980 en 1990.
Ambtshalve omvorming naar concessie van 50 jaar vanaf 1990.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 30 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum.
Percelen waarvan de laatste begraving heeft plaatsgevonden na 1990.
Ambtshalve omvorming naar concessie van 50 jaar vanaf datum begraving.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 30 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum.
c. Mogelijkheid tot verlenging
De mogelijkheid tot verlenging wordt door middel van een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde gedurende 1 jaar voor de definitieve vervaldatum van de concessie bekendgemaakt aan het betrokken graf en aan de ingang van de begraafplaats.
d. Omvorming concessie
De begraving in een concessie, oorspronkelijk bestemd voor de begraving van 1 persoon, kan op schriftelijk verzoek, ambtshalve hervormd worden tot een concessie voor 2 personen, voor een termijn van 50 jaar, te rekenen vanaf datum van de 2de begraving. Na de termijn van 50 jaar is verlenging met 30 jaar mogelijk.
Artikel 3.9: concessie op de begraafplaats andersgelovigen
a. Hoe in de toekomst?
Op de begraafplaats andersgelovigen worden concessies verleend voor een periode van 30 jaar vanaf datum begraving.
Op de begraafplaats andersgelovigen zijn zowel enkele als dubbele concessies mogelijk.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
Tijdens de termijn van de concessie is het mogelijk om een aanvraag tot bij-begraving tot maximum 2 personen in te dienen per perceel of per nis. De concessievoorwaarden van de dubbele concessies zijn dan van toepassing.
b. Hoe verloopt de overgang met graven uit het verleden?
Percelen waar laatste begraving heeft plaatsgevonden voor 1980
Deze percelen worden opgenomen in de eerstvolgende procedure tot ontgraving.
Percelen waar laatste begraving heeft plaatsgevonden tussen 1980 en 1990
Ambtshalve omvorming naar concessie van 30 jaar vanaf 1990, mits verzoekschrift.
Indien er geen verzoekschrift wordt ingediend, zijn ze niet-geconcedeerd en worden ze in de eerstvolgende procedure van ontgraving opgenomen.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
Indien het technisch mogelijk is en mits schriftelijke toelating van de burgemeester kan een bijbegraving in een enkelvoudige concessie uitgevoerd worden tot maximum 2 personen per perceel of per nis.
Percelen waar laatste begraving heeft plaatsgevonden na 1990.
Ambtshalve omvorming naar concessie van 30 jaar vanaf datum van begraving, mits verzoekschrift. Indien geen verzoekschrift, zijn ze niet-geconcedeerd en worden ze in de eerstvolgende procedure van ontgraving opgenomen.
Op schriftelijk verzoek en voor het verstrijken van de toegekende concessietermijn, kan de concessie verlengd worden met een periode van 10 jaar te rekenen vanaf de vervaldatum. Indien er geen aanvraag tot hernieuwing van de concessie is ingediend voor de vervaldatum, vervalt de concessie.
Indien het technisch mogelijk is en mits schriftelijke toelating van de burgemeester kan een bijbegraving in een enkelvoudige concessie uitgevoerd worden tot maximum 2 personen per perceel of per nis.
c. Mogelijkheid tot verlenging
De mogelijkheid tot verlenging wordt door middel van een akte van de burgemeester of zijn gemachtigde gedurende 1 jaar voor de definitieve vervaldatum van de concessie bekendgemaakt aan het betrokken graf en aan de ingang van de begraafplaats.
d. Omvorming van de concessie
De begraving in een concessie, oorspronkelijk bestemd voor de begraving van 1 persoon, kan op schriftelijk verzoek, ambtshalve hervormd worden tot een concessie voor 2 personen, voor een termijn van 30 jaar, te rekenen vanaf datum van de 2de begraving. Na de termijn van 30 jaar is verlenging met 10 jaar mogelijk.
Artikel 3.10
Met concessie kunnen op de begraafplaatsen begraven worden of bijgezet in een columbarium, al dan niet mits betaling van een retributie:
Personen die ingeschreven zijn in een van de bevolkingsregisters van de gemeente.
Personen die vroeger in één van de bevolkingsregisters van Beerse waren ingeschreven gedurende minstens 20 jaar.
Personen waarvan bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad zijn ingeschreven in een van de bevolkingsregisters van de gemeente of er begraven liggen.
Personen die op het grondgebied van Beerse komen te overlijden.
Stoffelijke overschotten die op het grondgebied van Beerse worden gevonden.
Personen die de gemeente effectief bewonen, doch krachtens wettelijke bepalingen of internationale overeenkomsten vrijgesteld zijn van inschrijving in één van de bevolkingsregisters.
Artikel 3.11
In geval van vroegtijdige beëindiging van een perceel door het gemeentebestuur zelf, wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding.
De aanvraag tot voortijdige beëindiging van de concessie wordt gedurende een termijn van 6 maanden aangeplakt aan de ingang van de begraafplaats en aan het desbetreffende perceel. De concessiehouder zal, indien mogelijk, schriftelijk in kennis worden gesteld.
Bezwaren tegen een aanvraag tot voortijdige beëindiging moeten schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 3.12
Eenieder kan een aanvraag tot voortijdige beëindiging van een concessie schriftelijk indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
De aanvraag tot voortijdige beëindiging van de concessie wordt gedurende een termijn van 6 maanden aangeplakt aan de ingang van de begraafplaats en aan het desbetreffende perceel.
Bezwaren tegen een aanvraag tot voortijdige beëindiging moeten schriftelijk worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Bij een voortijdige beëindiging van de concessie kan het betaalde concessietarief noch geheel, noch gedeeltelijk teruggevorderd worden.
Artikel 3.13
In geval van terugneming van een perceel wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding.
Zij hebben slechts het recht op het kosteloos bekomen van een perceel of een nis van dezelfde afmetingen op een ander deel van de begraafplaats of een andere gemeentelijke begraafplaats, tot het einde van de reeds toegekende concessietermijn.
Artikel 3.14
In de natuurbegraafplaats worden geen concessies verleend.
Artikel 3.15
De aanvraag tot retro-actieve thuisbewaring van een asurne uit een concessie in het columbarium of het urnenveld, bij toepassing van artikel 24 en 24 bis, van het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, zoals tot op heden gewijzigd, moet schriftelijk worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen door de overlevende echtgeno(o)t(e) of samenlevende partner en de bloedverwanten eerste graad.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan ingediend worden tot zolang de termijn van de concessie loopt of tot zolang de procedure van de hernieuwing van de concessie loopt.
De plaats van bewaring of verstrooiing wordt in de aanvraag aangeduid.
De aanvraag tot retroactieve thuisbewaring kan slechts éénmaal worden ingediend.
De modaliteiten betreffende de ontgraving, opgenomen in het gemeentelijk politiereglement, zijn van toepassing.
De geconcedeerde nis of perceel wordt gedurende een termijn van 2 jaar bewaard.
De bewaringstermijn heeft geen invloed op de oorspronkelijk toegekende concessietermijn.
Wanneer de thuisbewaring na de termijn van 2 jaar ophoudt, kan de as van de overledene uitgestrooid worden op de strooiweide van één van de gemeentelijke begraafplaatsen of kan de asurne terug worden bijgezet of begraven worden in een concessie op één van de gemeentelijke begraafplaatsen.
HOOFDSTUK 4: LIJKBEZORGING
Artikel 4.1
Een stoffelijk overschot wordt begraven in een kist of in een lijkwade.
Een kist moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het uitvoeringsbesluit van 21 oktober 2005.
Een lijkwade is een lijkomhulsel dat in de plaats van een doodskist wordt gebruikt bij de lijkbezorging.
Een lijkwade moet beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in het uitvoeringsbesluit van 21 oktober 2005.
Artikel 4.2
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt, per begraafplaats, op welke plaatsen en in welke volgorde de begravingen en de bijzettingen in het columbarium moeten gebeuren.
HOOFDSTUK 5: PERCELEN EN GRAFMONUMENTEN
A) Perceelafmetingen
Artikel 5.1
Eenieder heeft het recht op het graf van een bloedverwant of vriend, uiterlijk binnen het jaar na de datum van begraving, een grafmonument te plaatsen.
Artikel 5.2
Een perceel voor het begraven van één enkel stoffelijk overschot heeft de hiernavolgende afmetingen in centimeter:
|
Lengte (cm) |
Breedte (cm) |
Diepte (cm) |
Personen van minstens 10 jaar of > 140 cm lengte. |
220 |
120 |
180 |
Personen jonger dan 10 jaar of < 140 cm. |
160 |
85 |
180 |
Artikel 5.3
Een perceel voor het begraven van maximum 2 stoffelijke overschotten of één stoffelijk overschot en een asurne heeft de volgende afmetingen in centimeter.
|
Lengte (cm) |
Breedte (cm) |
Diepte (cm) |
Personen van minstens 10 jaar of > 140 cm. |
220 |
120 |
180 |
Personen jonger dan 10 jaar < 140 cm. |
160 |
85 |
180 |
Artikel 5.4
Een perceel, bestemd voor het begraven van een of twee asurnen, heeft de volgende afmetingen in centimeter:
|
Lengte (cm) |
Breedte (cm) |
Diepte (cm) |
Alle leeftijden |
40 |
40 |
80 |
Artikel 5.5
Een perceel, bestemd voor het begraven op de Hartjesweide, heeft de volgende afmetingen.
lengte (in cm) | breedte (in cm) | diepte (in cm) |
50 | 50 | 80 |
B) Grafmonumenten
B.1. Niet-geconcedeerde begraving
Artikel 5.6
Op de niet-geconcedeerde graven mag er een gedenksteen worden geplaatst.
B.1.1. Gewone begraving
Artikel 5.7
Een grafmonument op een perceel bestemd voor begravingen in volle grond, moet de volgende (buiten)afmetingen hebben, ongeacht of het gaat om een perceel voor enkele of dubbele begraving.
|
Hoogte (cm) |
Breedte (cm) |
Dikte (cm) |
Personen ouder dan 10 jaar of < 140cm. |
90 |
60 |
20 |
Personen jonger dan 10 jaar of >140cm. |
70 |
50 |
20 |
Artikel 5.8
De liggende stenen dienen volgende afmetingen te hebben: De oppervlakte dient 0,20 vierkante meter te bedragen en de breedte 0,5 meter.
Artikel 5.9
De aanplantingen moeten derwijze aangelegd en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen toegewezen aan het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens op het grafteken belemmeren. De hoogte van de aanplantingen mag de hoogte van het grafmonument niet overschrijden.
Artikel 5.10
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om, indien het vereist is voor de aanleg en inrichting van de begraafplaatsen, individueel afwijkingen aan de buitenafmetingen van grafzerken te behandelen en toe te staan.
B.1.2 Urneveld
Artikel 5.11
De urnentegels op het urneveld moeten volgende buitenafmetingen hebben:
Lengte (cm) |
Breedte (cm) |
Hoogte achterzijde (cm) |
Hoogte voorzijde (cm) |
40 |
40 |
20 |
15 |
De tegels dienen vervaardigd te zijn in graniet, arduin of marmer in zwarte, grijze of witte kleur. Het aanbrengen van de tegels is voor rekening van de nabestaanden.
B.1.3. Columbarium
Artikel 5.12
Op een niet-geconcedeerde columbariumnis mag er door de nabestaanden een tegel worden aangebracht. Deze wordt door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld en komt volledig op koste van de nabestaanden.
B.1.4. Hartjesweide
Artikel 5.13
Op de Hartjesweide is er de mogelijkheid om nominatief te begraven. De gemeente stelt hiervoor een gedenkteken ter beschikking.
Artikel 5.14
De naamplaatjes op de foetusweide kunnen door het gemeentebestuur worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. De kostprijs van de naamplaatjes wordt, voor de plaatsing, betaald, overeenkomstig het retributiereglement.
B.1.5. Kinderbegraafplaats
Artikel 5.15
De grafmonumenten van de kinderbegraafplaats moeten voldoen aan de afmetingen van de grafmonumenten van de gewone (urne)begraving.
B.1.6 Begraafplaats andersgelovigen
Artikel 5.16
De grafmonumenten op de begraafplaats van de andersgelovigen moeten voldoen aan de afmetingen van de grafmonumenten van de gewone (urne)begraving.
B.2. Geconcedeerde begraving
Artikel 5.17
Op een geconcedeerde (urne)graf moet er door de nabestaanden een gedenksteen worden geplaatst.
B.2.1. Gewone begraving
Artikel 5.18
Een grafmonument op een perceel bestemd voor begravingen in volle grond, moet de volgende (buiten)afmetingen hebben, ongeacht of het gaat om een perceel voor enkele of dubbele begraving.
|
Hoogte (cm) |
Breedte (cm) |
Dikte (cm) |
Personen ouder dan 10 jaar of < 140cm. |
90 |
60 |
20 |
Personen jonger dan 10 jaar of > 140cm. |
70 |
50 |
20 |
Artikel 5.19
De liggende stenen dienen volgende afmetingen te hebben: De oppervlakte dient 0,20 vierkante meter te bedragen en de breedte 0,5 meter.
Artikel 5.20
De aanplantingen moeten derwijze aangelegd en onderhouden worden dat zij zich niet uitbreiden buiten de afmetingen toegewezen aan het graf, noch het zicht op de identificatiegegevens op het grafteken belemmeren. De hoogte van de aanplantingen mag de hoogte van het grafmonument niet overschrijden.
Artikel 5.21
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd om, indien het vereist is voor de aanleg en inrichting van de begraafplaatsen, individueel afwijkingen aan de buitenafmetingen van grafzerken te behandelen en toe te staan.
B.2.2. Urnebegraving
Artikel 5.22
De urnentegels op het urneveld moeten volgende buitenafmetingen hebben:
Lengte (cm) |
Breedte (cm) |
Hoogte achterzijde (cm) |
Hoogte voorzijde (cm) |
40 |
40 |
20 |
15 |
B.2.3. Columbarium
Artikel 5.23
Op een geconcedeerde columbariumnis moet er door de nabestaanden een tegel worden aangebracht. Deze wordt door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld en komt volledig op koste van de nabestaanden.
Artikel 5.24
Het is verboden om op de nissen van het columbarium bloemen, versieringen en constructies aan te brengen buiten de daartoe bestemde en voorziene afmetingen. Inbreuken hierop worden ambtshalve verwijderd.
B.2.4. Hartjesweide
Artikel 5.25
Op de Hartjesweide is er de mogelijkheid om nominatief te begraven. De gemeente stelt hiervoor een gedenkteken ter beschikking.
Artikel 5.26
De naamplaatjes op de foetusweide kunnen door het gemeentebestuur worden geleverd volgens het model, vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. De kostprijs van de naamplaatjes wordt, voor de plaatsing, betaald, overeenkomstig het retributiereglement.
B.2.5. Kinderbegraafplaats
Artikel 5.27
De grafmonumenten van de kinderbegraafplaats moeten voldoen aan de afmetingen van de grafmonumenten van de gewone (urne)begraving.
B.2.6. Begraafplaats andersgelovigen
Artikel 5.28
De grafmonumenten op de begraafplaats van de andersgelovigen moeten voldoen aan de afmetingen van de grafmonumenten van de gewone (urne)begraving.
B.3. Asverstrooiingsweide
Artikel 5.29
Op de gedenkmuur aan de asuitstrooiingsweide kunnen gedenkplaatjes worden aangebracht. Deze dienen vervaardigd te zijn uit Marbrite in zwarte of witte kleur en met volgende afmetingen 12 cm x 25 cm. Het aanbrengen zal gebeuren door de gemeentelijke diensten.
Artikel 5.30
De naamplaatjes op het herdenkingsmonument van de strooiweide kunnen door het gemeentebestuur worden geleverd volgens model, vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen. Deze naamplaatjes moeten worden aangekocht en mogen niet zelf worden aangeleverd.
HOOFDSTUK 6: GRAVEN VAN LOKAAL HISTORISCH BELANG EN PETERSCHAP
Artikel 6.1
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt autonoom welke graven van historisch belang zijn. Deze grafmonumenten worden gedurende 50 jaar bewaard. De termijn is verlengbaar.
Op de lijst met grafmonumenten worden die graven opgenomen van personen die een binding hebben met de gemeente. Het kan ook gaan over graven die bewaard moeten worden omwille van hun vorm of hun kunsthistorisch belang.
Het onderhoud is ten laste van het gemeentebestuur.
Artikel 6.2
Iedereen kan een aanvraag indienen om het peterschap over een bepaald grafmonument te verwerven. De aanvraag tot peterschap wordt schriftelijk ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, en moet gemotiveerd worden.
Door de toekenning van het peterschap verbindt de aanvrager er zich toe om, gedurende een welbepaalde periode, een grafmonument te onderhouden.
Artikel 6.3
De verwerving van het peterschap is gratis. De aanvrager kan geen aanspraak maken op vergoedingen of compensaties.
HOOFDSTUK 7: SLUITING VAN EEN BEGRAAFPLAATS
Artikel 7.1
In geval van sluiting en/of wijziging van de bestemming van de begraafplaats kunnen de concessiehouders geen aanspraak maken op enige vergoeding. Zij hebben slechts recht op het kosteloos bekomen van een perceel of nis van dezelfde afmetingen op een andere gemeentelijke begraafplaats, tot het einde van de concessietermijn.
De kosten voor het overbrengen van de stoffelijke overschotten zijn ten laste van het gemeentebestuur.
De kosten voor het overbrengen van de graftekens zijn ten laste van diegenen die de overbrenging hebben aangevraagd.
HOOFDSTUK 8: SPECIALE PARKEN VAN BEGRAVING
Artikel 8.1
Een zone op een natuurlocatie zal worden voorzien voor de asverstrooiing of het begraven van biologisch afbreekbare urnen. De inrichting zal worden voorzien op een nog te bepalen locatie binnen het openbaar domein.
De mogelijkheid tot urne-begraven of as verstrooiing in deze natuurbegraafplek zal ingaan op een nog te bepalen datum. De specifieke bepalingen zullen achteraf in bijlage worden toegevoegd.
Een aangepast toegankelijkheidsreglement, specifiek voor de natuurbegraafplaats, zal ten gepaste tijde ter beschikking worden gesteld.
Artikel 8.2
De foetusweide krijgt de naam “Hartjesweide”. Foetussen kunnen, geheel vrijblijvend, op de Hartjesweide begraven worden. Op de Hartjesweide kan zowel anoniem als nominatief worden begraven.
Artikel 8.3
Op de kinderbegraafplaats kunnen kinderen tot 10 jaar worden begraven. Tenzij ze de lengte van 140 cm overschrijden, dan worden ze begraven bij de volwassenen.
Artikel 8.4
Op de begraafplaats voor andersgelovigen kunnen leden van de in België officieel erkende religies worden begraven.
HOOFDSTUK 9: SLOTBEPALINGEN
Artikel 9.1
Alle niet in dit reglement voorziene gevallen worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen, in zoverre zij niet door een wet, besluit of decreet aan een andere overheid worden toegewezen.
Artikel 9.2
Dit huishoudelijk reglement wordt aangevuld met de bepalingen omtrent de begraafplaatsen in het Uniform Gemeentelijk Politiereglement.
Artikel 9.3
Het huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 20 december 2018, wordt opgeheven.